Hoofdstuk 4
Alex en Marc zaten elk achter hun eigen computer. Pascal was nog bezig met het buurtonderzoek terwijl Morgane in haar notitieboekje zat te zoeken naar bepaalde interviews uit haar eigen buurtonderzoek. Niemand had haar iets zinnigs weten te vertellen over de bewoners van Tuinwijk nummer zes. Wel hadden ze allemaal het Stinkkot als benaming gebruikt. En de enige die wel spontaan had gesproken, klapte dicht zodat ze naar de identiteit van de bewoner had gevraagd. Ze bladerde verder. Pieter Cox, eindelijk had ze het interview gevonden. Hij was de verpersoonlijking van een levende Kerstman..Op één enkel hiaat na. Hij zat in een rolstoel. Bovendien had ze hem gestoord tijdens de bereiding van het middagmaal. Spruitjes met zout spek en gebakken aardappelen. Het varkensvlees en de piepers beschouwde de man als een doodzonde op zijn anders zo strikt dieet. Al was daar niet veel van te zien. De rolstoel was goed gevuld met man. Ook de rest van de woning oogde hypermodern. De automatische stofzuiger was zijn trots. Het rotding had haar onderuit gehaald bij het verlaten van zijn woning. Ze hoorde nog zijn luide schaterlach, toen ze languit met de billen bloot op de blauwe loper in de gang lag. Nog nooit had ze zo snel een huis verlaten. Maar achter de andere voordeuren zat meer en veel dieper leed dan verloren potentie. Op Tuinwijk negentien woonden twee dementerende. In nummer eenentwintig zat een eenzame negentig jarige die iedereen heel goed gekend had, behalve de bewoners van nummer zes. Die kende ze niet en had daar ook niet de geringste herinnering aan. Morgane had de dame bedankt voor de hartelijke ontvangst en de koffie met heerlijk zelf gebakken cake. Aan de overkant van eenentwintig werd ze opgewacht door iemand van haar eigen leeftijd. Zo op het eerste zicht leek de jonge vrouw op een junkie. Vettige slierten haar tot op haar schouders, een jeansbroek die uit zichzelf bleef staan van het vuil en een coltrui die betere tijden had gekend. Toen de jonge vrouw zich voorstelde als Eline Meersman en er gelijk bij vertelde dat zij en haar broer zorg droegen voor twee oude dementerende, kreeg Morgane de indruk dat een buurtonderzoek in dit stuk Tuinwijk pure tijdsverspilling werd. Op het laatste blaadje van haar notitieblok stond een Duits nummerplaat.
Pascal Saenen belde aan bij het enige huis in Tuinwijk waar het licht nog brandde. Hij beende op en neer voor het raam om warm te blijven. Ondanks zijn warme jas, sneed de koude noordenwind door alles heen. Zijn handen werden stilaan gevoelloos. Na vijf minuten ging eindelijk de voordeur open, die even een zucht zalig warme lucht liet ontsnappen. De kolos die de opening versperde vroeg bars wat hij zo laat nog kwam doen.
Een buurtonderzoek.
Kijk flik. In dit huis bemoeien we ons met ons eigen zaken, klonk het van de fors gebouwde vent.
Wie zijn we?
Pascal gaf ondanks alles niet zo gauw op, al was het onbeleefde flik hem toch wel zwaar op de maag gaan liggen. De reus mocht niet op hetzelfde rietje doorgaan, want dan gingen alsnog de poppetjes aan het dansen. Een boete sorteerde vaak een goed effect.
De familie Akkermans.
Is dit uw vaste verblijfplaats? Zo te zien, bent u van mijn generatie en een beetje te jong om al in een bejaardewijk te wonen.
Payback, dacht Pascal die stilaan genoeg kreeg van de vage antwoorden.
Seg niet zagen. Niet op dit uur,
Dit kan ook op het politiekantoor, als u dit beter past.
Ellendige kloot, dacht Pascal en liet het gezegde even doordringen bij de onwillige.
Dat zal niet gaan. Ik kan niet weg en u binnenlaten is vragen voor problemen. Moeder heeft schrik van vreemde mensen.
Alles gaat. Een kip gaat ook en haar knieën staan verkeerd.
Het gebulder dat volgde, leek Pascal overdreven. Hij had enkel een nuchtere vaststelling gedaan, geen dijenkletser. Maar het brak duidelijk de kolos zijn aversie.
Hoe kom je erop? Die moet ik morgen aan moeder vertellen, als ze weigert te stappen tijdens haar kiné.
Wilde Pascal dat deze halve wilde meewerkte, dan deed hij er goed aan naar de toestand van de oudere dame te vragen. Pascal dacht gelijk aan een oud gezegde over vliegen vangen met stroop. Er volgde een korte uitwijding over een fikse valpartij waarbij de dame haar heup gebroken had, alsook hoe moeilijk het werkelijke verzorgen ging. Verrassend genoeg vertelde de baritonstem zijn beroep, dat van zijn vrouw en hun beider namen.
Deskundige hulp waar u dan persoonlijk nog wat van opsteekt, onderbrak hij de waterval van informatie.
Tuurlijk. De vrouw komt er zo aan. Moest ik nu niet gaan werken, dan trakteerde ik u op een frisse pint.
Daar pas ik beleefd voor tijdens mijn dienst, waarna hij zich omdraaide en zag dat een zwarte Audi iets verder onder een lantaarnpaal stopte.
Nog volk dat wakker is,stelde hij vast en wist gelijk weer wat hij moest vragen. Gaston Akkermans, waar geen antwoord op terugkwam.
Aan roddelen doe ik niet mee. Daarvoor moet je bij het vrouwvolk zijn man. Ik ga moeder in bed stoppen, me bokes klaarmaken en tegen die tijd is de vrouw weer hier Saluut.
De deur viel verrassend stil in het slot. Pascal besloot niet te wachten tot mevrouw Akkermans er was. Intussen zat zijn diensttijd er ook bijna op. Op straat passeerde de zwarte Audi noch voor hij de straat bereikte.
Hoofdstuk 5
De kille steriele ruimte van het forensisch mortuarium vertoonde een mozaikstuk van hallucinatie onwaarschijnlijkheid. De vloer lag bezaait met koffers in diverse uitvoeringen en merken. Het gaf iemand een goddelijk slecht karakter. Het echtpaar Buyschaart Vanbrabant huiverde. Ze waren als forensische artsen veel tegengekomen maar dit sloeg alles. Het was te wreed voor woorden. Ze beschikten over te weinig ruimte om alle lijken op gepast wijze te onderzoeken en te catalogeren. Daarvoor hadden ze maar één voor de handliggende oplossing gevonden. De hulp inroepen van de begrafenisondernemingen zowel binnen als buiten de gemeente. Een taak die haar man Chris waarnam. Zij, Dorien was drukdoende elke koffer te voorzien van een sticker met de het karig opschrift : D. U. Deceased Unknown.
Niet alleen zij was ervan overtuigd, maar ook Chris,, dat men nog voor men deze resten ter aarde bestelden, ze allemaal een naam hadden. Zodat ze in hun laatste minuten op deze wereld weer mensen mochten zijn. Dorien kreeg het gevoeld dat de ogen op de fotos van vermiste personen haar beschuldigden aankeken, als ze even haar rug strekte. Het was alsof ze haar verweten dat ze niet de moeite loonden om gevonden te worden. De woorden, te min, te marginaal, dakloos, hoeren, tijdverlies en misbaar flitsten door haar gedachten. Ze waren totaal naast de waarheid. Elke botje, hoe klein ook was voor haar als antropologe de moeite. De moeite om zijn eigenaar terug te vinden. Maar hoe zij dacht, werd door veel rechercheurs anders bekeken en verwoord. Haar rugpijn werd een beetje dragelijker en ze begon opnieuw met stickeren. Nadat ze de laatste koffer, een zwart lederen voorzien had van een sticker, gingen de grote witte automatisch deuren open. Chris in het gezelschap van twee in het zwart geklede heren, die haar met een korte hoofdknik begroette.
De koffers van één tot en met negentien blijven alsook zevenendertig. Met een beetje passen en meten kunnen er twee per koelcel gestockeerd worden. Maar die enkel voor de oudere koffers. Mag ik met klem eisen dat u deze koffers gesloten laat en ook het beroepsgeheid respecteert. Het gaan in dit geval om een delicaat onderzoek dat we niet in een of andere media willen terug vinden. Totale discretie! klonk het eisend van haar. Intussen begon ze met het vullen van hun eigen faciliteiten. Haar zeurende rugpijn bemoeilijkte het werk. Een traag en moeizaam werkje voor de mortuariumvloer koffervrij was. Toen kon ze eindelijk aan de slag. Behoedzaam deed ze haar eerste koffer open. Zon naoorlogs bruin lederen ding, dat afgesloten werd met twee brede gespen op een andere kleur leder gestikt. Het corpus delict lag dubbel geplooid. De vingers staken in de oogkassen. Eerst nam ze een foto, daarna vulde ze het ante- mortumblad in. Om bij de botten te komen, diende ze eerste het vale vodje dat eens een truitje geweest was, door te knippen. Ze stak het in een plastic tas en verzegelde het door de rode plaktape te verwijderen. Daarna dateerde ze de tas op de witte sticker links onderaan. Daar mochten de mensen van het technisch team onder leiding van Mathieu Peeters zich op uitleven Heel voorzichtig haalde ze de voet uit de koffer, waarbij een teenbeentje loste, op de rand van de koffer afketste en op de vloer viel. Het geluid klonk als een donderslag. Vlug raapte ze het op. Fouten werken niet op prijs gesteld. Deze persoon was reeds geruime tijd overleden. Witte botten. Een zo goed geconserveerd skelet had ze nog maar zelden onder haar handen gehad, tenzij zie het zelf zo proper geprepareerd had.
Kom je me even helpen? Dit is voor mij alleen te zwaar,vroeg Chris, terwijl hij zijn handen in witte latexjes wurmde.
Koffer zevenendertig was een stuk van om en bij de twee meter. Zeker op verzoek ontworpen, want dit vond je nergens meer. Dorien twijfelde er aan of zon immens ding nog via het internet kon bestellen of kopen. Nadat de reuze koffer op de stalen tafel lag, keerde ze terug naar haar eigen onderzoeksruimte. Ze nam een rib, schraapte wat botweefsel weg voor verdere analyse en schoof het glaasje onder de microscoop. De rib ging onder een scanner niet groter dan een printer. Ze ging zo op in haar onderzoek dat ze zich wezenloos schrok van de luide krachttermen van haar man.
Moet dat écht,bromde ze boos.
Je zou hetzelfde zeggen als je dit tegenkwam.
Nieuwsgierig ging ze naar de andere onderzoekstafel en staarde naar een lichaam dat nog bijna gaaf was op een immense buikwonde na. Hoe was dit mogelijk! Hadden ze een levende?
Ze hoorde haar man om een ambulance verzoeken met versterking van een medische urgentie arts. Dorien stak haar hand in de koffer. Het lichaam voelde niet echt koud aan. Aan de handen van het slachtoffer zag ze afweerwonden. Bij het inspecteren van de buikwonde, deinsde ze achteruit. Ze wendde zich af en ging langzaam weer terug naar haar eigen tafel.
Je had me ook kunnen verwittigen van wat je echt gevonden had,zei ze beschuldigend aan haar man. Hetgeen ze gezien had, reet een verse litteken weer open.
Vrouw, we moeten er alles aan doen om deze twee erdoor te halen. Wat wij kwijt zijn, komt nooit meer terug. Maar verdient zij dit? Wil je haar dit aandoen? Werkelijk?
Wat als ze het niet redt of als ze al zover heen is dat redden niet meer kan? Kunnen we hen dit echt aandoen?
Ze kreeg het woord baby niet eens over de lippen.
Helpen met de kruisproef om de bloedgroep vast te stellen. De rest ligt niet in onze handen maar we zullen alles geven wat in onze macht ligt, zei Chris, die weinig gediend bleek van haar tegenkantingen. Ze zag hoe hij daad bij het woord voegde. Ze volgde, hetzij dik tegen haar zin. Emotioneel deed dit zo gemeen pijn, dat ze liefst was weggelopen. Niet erg professioneel, maar dat nam ze dan op de koop toe.
Bloedgroep O positief. Hebben we niet op voorraad. Kunstbloed kan ons uit de nood helpen tot er hulp komt.
Wat haatte ze de praktische kant van Chris; Alsof het voor hem de normaalste zaak van de wereld was, dit kindjes alles te geven wat in zijn macht lag, terwijl hij zijn eigen dochtertje langzaam had zien uitdoven. Ze begreep hem totaal niet maar zweeg. Het was hier niet de plaats noch de gelegenheid om hun persoonlijke ongenoegens te uiten. De automatische deuren zoefden open.
Tony Gielen tot uw dienst. Waarmee kan ik helpen?
Chris stelde hen beide voor en troonde de man gelijk meer naar de tafel waarop het slachtoffer lag. Dorien bleef naar het gele onding kijken omdat de deur hard dichtklapte. Veel te hard.
Geen wonder gezien de medische urgentie arts de knalgele wagen veel te kort op de deur had geparkeerd. Hopelijk bleef ze niet irritant open en dichtklappen. Een tweetal minuten later assisteerde ze twee artsen die onderling bleven overleggen wat de beste kansen waren voor moeder en ongeboren kind. Ze bemoeide zich er niet mee. Antropologie was een andere tak binnen het forensisch onderzoek. Hetgeen waar Chris en de arts mee bezig waren, was precisie chirurgie. Chris en Tony, besloten de wonde proper te maken, op risico dat er sporen verloren gingen, door het vuile zwaar beschadigde weefsel weg te branden en ze dan van een voorlopige hechting te voorzien. Het moedertje vocht voor het leven van haar kindje, zag Dorien op de monitor die piepte en lijnen tekende.
Ze is erg verzwakt, stelde Tony, de urgentiearts vast.
Hopelijk houdt ze het nog drie weken vol, voor haar kindje. Geeft ze het dan op, weet ze misschien dat het kind het redt zei haar man, die omzichtig het meisje op het ambulancebed hielp leggen.
Dorien hoopt dat deze jonge vrouw er volledig door zou komen en het geluk mocht smaken om haar kind te zien opgroeien. Zo sprak haar verstand, maar haart hart sprak een totaal andere taal. Meer doorspekt met gemeenheid.
Schuilde er niet in ieder van ons een moordenaar?
Verscholen onder zwaar afhangend groen lag Tuinwijk nummer zes. De blauwe regen trachtte de kleurloosheid te doorbreken. Het leek een zielige poging. Dit weer paste beter in oktober dan in mei. De Tuinwijk bestaand uit eentonig grijs beton had al zo'n troosteloze uitstraling. Enkel het huis met de blauwe regen was opgetrokken in rode baksteen, twee verdiepen hoog en een zadeldak. Vooraan op het gazon stonden twee gemeentewerkers voor een grote halfvolle vrachtwagen, gevuld met afvalzakken. Op de voorgrond stonden een man en een vrouw gebogen over een koffer. 'Johannes en Pascal doen het buurtonderzoek, zodat we straks weten wie en wat hier heeft gespeeld. Marc, jij trekt foto's buiten. Alex, jij volgt ons naar binnen,' commandeerde Mateo. Morgane volgde haar nieuwe chef. De man bij de koffer gaf haar een witte kiel en schoenbeschermers. 'Chris Buyschaart, patholoog en mijn vrouw Dorien Vanbrabant, antropologe,' stelde hij hen beiden voor. 'Morgane Saenen, nichtje van Pascal,' zei ze en keek wat beschaamd naar haar voeten. Ze kon de witte kiel toch niet in het openbaar aantrekken. 'Als je hier komt werken kind, nooit een rokje aandoen,' adviseerde Chris vaderlijk bezorgd,'Kruip maar in de zwarte bestelwagen.' Een aanbod dat Morgane niet afsloeg. Eens ze haar witte kiel aan had, nam de innerlijke spanning bij haar toe. Haar hart sloeg in haar keel. 'Wat er ook te vinden is, hoe spooky het er ook uitziet. Jij gaat niet over je nek, want daar zitten ze op te wachten.' Nadat bemoedigend zelfgesprek stond ze enkele minuten later naast Mateo. Een gemeentewerker passeerde haar met vuilniszakken in de handen. De stank die de man vergezelde, was penetrant. Uit veiligheidsoverweging nam ze haar zakdoek, spoot er wat deo dorant op en hield dat voor haar mond. Het deo luchtje was al net zo sterk, waardoor ze hoestte. Mateo ging haar voor het huis binnen. Hoe kon een mens zo leven? Stapels huisvuilzakken vulde een vierkante ruimte. Een rat schoot haar voorbij. Morgane rilde. Als hoofdinspecteur had ze veel dingen gezien en geroken, maar dit sloeg alles. Geen wonder dat er stapels klachten over dit huis waren binnengekomen bij de wijkpolitie. Een gemeentearbeider liep naast haar door met achter zich aanslepend een blauwe koffer waaruit bruine smurrie droop. De indringende stank van ontbinding deed haar discreet kokhalzen in haar zakdoek. Ze zag toe hoe Mateo met moeite over een berg vuil klom om tot bij een kast te komen, waarvan ze vermoedde dat het een wandkast betrof die in betere tijden het mooiste meubelstuk van deze kamer was. Hij trok de deuren van het bovenstuk open en deinsde achteruit. Hevig kokhalzend sprong hij over de berg vuil, liep haar voorbij naar buiten. Daar ging haar chef over zijn nek. Morgane grinnikte en dacht, 'Ben niet de eerste.' Slijmerige slierten hingen aan de deurtjes van de kast en bengelden langgerekt naar beneden. De stank dreef iedereen naar buiten. Daar zoog zij haar longen vol met frisse zuivere lucht. Haar wachtte de moeilijkste taak ooit. Dit target vinden voor hij opnieuw toesloeg. Een schrille fluittoon weerklonk. Een teken dat men weer verder ging met het opruimen en het onderzoek. Na een diepe inhalering van frisse lucht ging ze terug het storthuis binnen. Aan de voordeur diepte ze haar zakdoek uit haar witte kiel en deed hem voor haar mond. Ze wendde nooit aan de stank. In het diffuus licht van de inkomhal ontwaarde ze een trap. Iedere trede kraakte onder haar nochtans licht gewicht. Hoewel de treden niet nieuw waren, oogden ze niet versleten. Waarschijnlijk lag er een holle ruimte onder gelegen. Dat vermoedde joeg haar sneller naar boven. Bovenaan de trap had ze haar Megglight nodig. In de felle lichtbundel dwarrelde stof. Het behang hing half van de muren. de witte vlakken van de bepleistering vertoonde zwarte vegen. Het visitekaartje van slecht onderhoud en verval. De eerste kamerdeur aan haar linkerkant was in een ver verleden beige geweest. Op spinnenrag na was de kamer leeg. Aan de tweede deur bleef ze staan. Op iets wat lang geleden diep zwart gekleurd was geweest, kronkelden witte maden. Met haar voet schopte ze tegen de deur. Een wolk aaseters deden haar struikelen over het matje. Ze knalde tegen de tegenoverliggende deur, die haar val niet brak. Met een flinke smak kwam ze tegen een rek aan dat gelijk kantelde en de inhoud over haar heen kieperde. Ze werd bedolven onder langgerekte slijmerige slierten van ontbindend vlees. De tête à tête met een half vergaan hoofd deed haar over haar nek gaan. Dit ging haar een flinke uitbrander opleveren. Als rechercheur een plaats delict compromitteren werd als een doodzonde beschouwd. Kokhalzend riep ze om Mateo. Onder zijn forse stop kreunde elke trede. Het kwetste de trap. Eens Mateo bij haar stond, zag ze dat er iemand van het technisch team bij was. De pretlichtjes in diens ogen verrieden een zeker leedvermaak. Het gezicht van Mateo stond op zwaar onweer. Hij trok haar mee, waarbij ze elke trede miste en op haar zitvlak belandde. Hij nam haar op en droeg haar naar buiten. "Je hebt tien minuten om je om te kleden, daarna ga je Pascal zoeken en help je mee met het buurtonderzoek."
Grauwgrijze luchten, troosteloze straten en nergens een beschikbare parkeerplaats. Morgane Saenen vloekte. Menselijk maar niet erg professioneel. Vandaag te laat komen, schaadde haar goede reputatie als jongste rechercheur. Een unieke kans als deze werd haar geen tweede keer aangeboden. Een eer om ervaring op te doen bij de beste. Het Santiago team stond bekend als een eliteteam. En daar mocht zij met haar zevenentwintig lentes een carriere uitbouwen. Tegen een opportuniteit als deze zei niemand neen. De kerk. Eindelijk gevonden. Het gps systeem in haar wagen deed het de laatste tijd niet naar behoren. De garagist vond geen abnormaliteiten en liet het zoals het was. Kuren, zie de man en bij veelvuldig gebruik, gingen die wel over. Licht lila tegen getinte ruiten en een parkeerplaats vlak voor de deur. Een opsporingsbericht, een poster van Childfocus en een boodschap van algemeen nut op de deur. Ze was er. Voor ze uit haar Ferrari stapte, keek ze nog snel in de spiegel. Niet uit ijdelheid maar uit bezorgdheid over haar uiterlijk. Goed voor de dag komen, vond ze belangrijk. Alles leek in orde. Handtas, parkeerkaart op het dashboard en dan stapte ze uit. Klaar voor de vuurdoop. De wagen sloot af na een lichte druk op de sleutel. Tien stappen verder open de deur automatisch. Licht grijs tapijt dempte haar voetstap. Hoge smalle ramen hielden de depressief makende natuur buiten. Aan de receptie werd ze vriendelijk onthaald en gelijk begeleid tot .aan de groene deur. Vanaf daar stond ze er alleen voor, althans dat dacht ze. De deur schoof open. Getinte ramen van het plafond tot aan de vloer. Grijsblauw hoogpolig tapijt en vrolijk stemmende lichtgele muren. Daar werd ze onthaald door een boom van een kerel. Deze stelde zich voor als Bosmans Johannes. Naast hem voelde ze zich klein ondanks haar een meter tachtig. IJdel was ze niet, maar hij kon de kleine kale vlek op haar kruin iets te gemakkelijk zien. Een beginnersfout met nare gevolgen. Toen werkte ze nog bij de interventiedienst en begeleidde de sociaal - economische inspectie. Doordat ze zich misrekende bij het betreden van een bouwwerf, liep ze tegen een balk met uitstekende stalen pinnen. Het gevolg van die misrekening, was zes hechtingen en een klein kale vlek. Toch wilde ze niet altijd met haar haren in een pony. Het elastiekje deed het haar afbreken. Daarom had ze ervoor gekozen om haar dikke stijle haren los te laten hangen maar dat verborg zelden het kale vlekje. Johannes klopte op een chocolade kleurige deur. Men gaf snel gehoord. Ze hield haar adem in voor een seconde. Wat een prachtige man was Mateo Santiago. Licht getaande huid, veel te lange haren naar haar smaak, maar dat lijf was om bij weg te dromen. Hij hoefde zich niet voor te stellen. Daarvoor kwam Mateo teveel in de media om hem niet te kennen. Hij stelde de rest van het team voor. Daarbij ging hij de ronde tafel klokgewijs en eindigde bij de zwartharige vrouw die hij voorstelde als Gitta Gerben, wiens plaats zij innam.
"Ze worden steeds jonger Mats. Dan kunnen ze zich omhoog neuken," sneerde de vrouw minachtend.
Morgane verschoot van de grove ongemanierde wijze waarop de vrouw haar chef aansprak. Maar ze verschoot nog meer van Santiago's reactie. Het 'dimmen' had luid genoeg geklonken, een teken dat Mateo niet met alles gediend was. Dat zag Morgane ook aan zijn gelaatsuitdrukking. Toch klonk er licht gegrinnik.
"Troost je kind, buiten onze Mats is er niemand nog beschikbaar. Lex is van mij,"weerklonk het waarschuwend van Gitta. Morgane kreeg er koude rillingen van. Er werd gelachen en gescandeerd, Go Gitta go.
"Het is niet mijn bedoeling om echtbreker te spelen, inspecteur Gerben. Het kan mijn carriere schaden en dat is iemand anders zijn echtgenoot me heus niet waard," antwoordde Morgane liefjes maar verwenste het mens met haar grove manieren.
"Ach snotneus. Dat zeggen ze allemaal tot ze de kans krijgen. Voor een beter betaald postje zijn de beentjes snel gespreid.'
"U kan het weten Gitta. Zoveel ervaring in deze materie?"
De draai om haar oren had Morgane niet zien aankomen. Maar ze diende dat grof wijf niet meer van repliek. Niets zo energie verslindend dan zinloze discussie. Ze gebruikte haar energie liever voor dienstbaarheid aan de burger. Santiago stond echter wel op zijn strepen. Hij nam de vrouw ruw bij de arm en dirigeerde haar de gang op waar zijn stem door de gang bulderde. Toen Gitta weer binnenkwam, wist ze niet hoe snel ze moest wegkomen. Handtas, autosleutels en een vluchtige groet naar haar man een weg was ze. Morgane rook haar parfum toen ze haar passeerde en zag toen dat er waarschijnlijk meer dan een kind op komst was in het gezin Vanbreukelen. Toen de brutale vrouw zich moeizaam in haar wagen hijste, kreeg Morgane spijt. Spijt dat ze de vrouw geen klap had verkocht, spijt dat ze haar leergierigheid niet had ingetoomd en spijt dat ze deze kans had aangenomen. Maar zoals altijd kwam spijt na de zonde, zelden ervoor. Het was te laat. Zo simpel was dat. Op de achtergrond zag ze twee interventiewagens vertrekken en hopelijk boden die haar de kans zich te bewijzen wie ze was en waar ze voor stond. Toen ze zich omdraaide, keek ze in de pretoogjes van Bonnarens Mark.
"Nogal een ontvangst," zie hij en knipoogde.
"Wat moet ik daarop zeggen? Die oorveeg vond u blijkbaar vermakelijk," sneerde ze, terwijl ze op de bureautafel van Gitta ging zitten.
Mark lichtte de hielen. Als het hier zo aan toeging, stonden haar nog flink wat verrassingen te wachten. De grootste was wellicht de kakafonie van muziek. Alle Iphones en Smartphones gingen gelijkertijd over, enkel die van haar zweeg in alle toonaarde. Alex en Mark haalden hun fototoestellen uit de grenen kast. Mateo worstelde zich in zijn jas terwijl hij telefoneerde. Morgane waagde zich niet in zijn buurt, al kon hij een helpende hand gebruiken. Niet met wat hier net had gespeeld.
'If you're as poor as I'm, than you got nothing to loose.'
Zorgkundige Laura Maes, verzorgster van dienst, bleef alsmaar aan de woorden denken, terwijl ze beter haar aandacht op het werk toespitste. Ze kende de man nog niet, daarvoor was ze niet lang genoeg in dienst. Voor haar bleef hij de man van de wijze woorden. Ze begreep hem. Gehuld in een Corduroy broek die de sporen van menselijk verval scherp aftekende, een vormloos T-shirt en daarop een vaal houthakkershemd, staafde zijn woorden. Maar anderzijds snapte ze niet hoe hij arm kon zijn, met aan elke vinger een knots van een gouden ring. Dat gaf zijn wijze woorden een dubbele bodem. Nadat ze de koffie had geserveerd, besloot ze zich even terug te trekken in het kantoortje van de hoofdverpleegster. Daar kon ze de bewoners van rusthuis 'Het Mussenhof' echt leren kennen. Hun medische gegevens, de hen omringde familieleden maar vooral welk gezicht bij welke bewoner toebehoorde. Gewapend met een overheerlijke kop koffie en een koekje zette ze zich neer aan de bureautafel. Maar voor ze zich boog over de informatie, bond ze haar dikke zwarte krullen bijeen in een elastiekje. Haar kapster ging eerdaags weer brommen over uitvallende haren, maar dat deerde haar hier niet. Het koekje was op, haar kopje koffie bijna leeg, als een roffel op de kantoordeur weerklonk.
'Kom maar binnen,' zei ze in de veronderstelling dat het mogelijk een of ander familielid van een bewoner kon zijn. Maar er kwam niemand binnen en Laura las door. Dossier na dossier ging door haar handen en bleef steken in haar hoofd. Veel van de bewoners waren mensen die hun hele leven in het buitenland hard gewerkt hadden. Enkel van de man van de wijze woorden vond ze niets. Geen mapje, geen papiertje, niks. Alsof de man niet bestond. Door een geluidje werd ze afgeleid. Normaal mocht men tijdens de werkuren hier niet komen. Maar nu Janina Strauven, de hoofdverpleegster er niet was, had ze de kans. In gewone omstandigheden was het rond dit uur zo druk, dat bijspijkeren onmogelijk was. Al haar collegaatjes deden het, en waarom zou zij het dan niet doen. Ze had redenen te over, als nieuwkomer. Op drie dagen tijd, iedereen kennen met naam en toenaam leek haar bijzonder moeilijk. Het laatste slokje koffie was koud. Vies vond ze koude koffie. Net zoals ze aanrakingen in haar rug niet wist te smaken. Ze wilde de bureaustoel draaien, maar op een of andere manier zat die klem. Te laat merkte ze de plastic folie over haar gezicht. Haar bewegingen sloegen ongecontroleerd in het wilde weg. Toch zag ze de kans schoon om achter zich te grijpen en voelde droog prikkerig lang haar. Het laatste wat ze voelde.
Hallo beste bezoekers. Lief van jullie om mijn blog te lezen. Hier komen voortaan alle nog niet gepubliceerde thrillers. Het is natuurlijk mijn bedoeling om feedback te krijgen, zodat ik kan werken vanuit het standpunt van jullie, mijn lezerspubliek. Beledigingen en onfatsoenlijke opmerkingen worden uiteraard verwijderd. Feedback moet opbouwen zijn, niet om af te kraken of mij te krenken. Daar heeft niemand wat aan. Groetjes in het gastenboek worden ook beantwoord. Samen op reis naar een goede thriller. Ik kijk alvast uit naar jullie feedback.
Groetjes Ghislaine Bergen (ook te vinden op Facebook)