Mijn naam is Dawson, Dawson Cole en neen, ik ben er niet trots op. Ik wil niet dat mensen weten dat ik één van de 'Coles' ben. Ik ben niet zoals hun, geweldadig, gevaarlijk, drugsdealer, alcolieker... Ik schaam me voor mijn familie. Gelukkig heb ik nog een lichtpuntje in mijn leven, namelijk Amanda. Het mooiste meisje van de stad. Toen ze me mee uitvroeg, we een date hadden en ze me kustte was het de mooiste dag van mijn leven. We waren onafscheidelijk op de middelbare school en smoorverliefd. Ze was het zonnetje in mijn leven. Jammer genoeg kon ik haar nooit meenemen naar mijn huis door de schuld van mijn wrede familie. Toen mijn vader me weer sloeg, zei dat ik niets was, was ik het beu en besloot ik om weg te gaan. Ik stapte door de straat met mijn boekentas en het begon hevig te regenen. Ik zag een schuur en kroop door een raam naar binnen. Ik bleef er overnachten maar toen ik wakker werd zag ik dat een meneer een geweer naar mij richtte. Die meneer heette Tuck. Hij leek boos maar liet me ondanks mijn slechte naam toch bij hem verblijven. Zelfs al was het op een kampeerbedje in de schuur was ik toch heel blij dat ik een verblijfplaats had. Tuck had een kapotte auto en ik wist die te herstellen. Hij was er heel blij om. Ik was blij dat ik iets over auto's wist en hem kon helpen.
|