IN DE STILTE VAN DE NACHT
In de stilte van de nacht heb ik veel aan jou gedacht.
Zonder jou tel ik eindeloos lange uren, raak ik uitgekeken op de mij omringde muren.
Steeds weer moet ik aan je denken, aan de woorden in een gedicht, dat ik jou zou willen schenken.
Aan onze relatie en liefde
aan de tijd, die ik met jou doorbreng.
De klok tikt, de regen klettert tegen de ramen
nog èven geduld, dan
is de eenzaamheid voorbij en zijn wij wéér samen!
|