Anderlecht is kampioen geworden, meende ik gehoord te hebben. Na de reguliere competitie was de pret er af. Het lijden van een terminale en kwalitatief zwakke competitie was niet langer om aan te zien. Iedereen deelde in de malaise: spelers, bestuursleden en scheidsrechters. Het publiek bleef wijselijk weg van deze vaudeville. Kon het symbolischer voor Anderlecht? Kampioen worden na een oerzwakke partij waarin de ref op het einde een penalty floot, nou moeder. Maar ere wie ere toekomt. Hij had het lef om een einde te maken aan deze eindeloze competitie. Ondeskundig, maar zo welk
Je nodigt een aantal bekende dames uit om een foto te laten nemen. Bovendien vraag je hen zich met een outfit te sieren die anders is dan wat ze gewoon zijn. Je maakt er een kalender van en je strooit wat misleidende reclame in het rond. Een goed doel is tenslotte de perfecte katalysator. Iedereen doet mee, iedereen vindt het superleuk. Meer nog, de massa slikt het product kritiekloos. Geen testaankoop om misleidende reclame te duiden.
Uni sono, een zeldzaamheid vandaag de dag, klinken de striemende veroordelingen van zij die zich, in een niet zo ver verleden, schuldig maakten aan daden van machtsmisbruik. Vooral de media nemen gretig de getuigenissen over, zonder enige kritische noot. De paginas worden gulzig gevuld met vaststellingen en zich steeds weer herhalende opinies. Weinig duiding, weinig diepgang ook. Pijnlijk vast te stellen hoe onze maatschappij wegglijdt en zich verkneukelt aan de sensationele verhalen. En dan hebben we het nog niet gehad op het recht van de verdediging. Als dat er nog is
Dat ook anderen lijden aan het onvermogen om te communiceren, om waarachtig met elkaar te praten, en dat je de pijn van de anderen kunt verlichten door er zelf eerlijk over te zijn. Dat is, hoe je het draait of keert, een vorm van engagement, van betrokkenheid bij de wereld.
Ik hou van onze basisdemocratie. Maar ik hou niet van het voortdurend in vraag stellen van alles. Praten, debatteren en confronteren is goed. Maar je moet ook kunnen beslissen en de beslissingen uitvoeren. (Jacky Morel)
Wordt onze maatschappij gewelddadiger? Het lijkt er meer en meer op. Dienstverlenende beroepen blijken de makkelijkste slachtoffers. Neem nu met de trein rijden. Ieder gezond denkende mens weet dat je dan een geldig reisticket nodig hebt. Is dat er niet dan sta je bloot aan sancties. Normaal toch, ja. Foeteren op de controleur kan niet, en geweld al zeker niet.
Bijkomende veiligheidsmaatregelen nemen werkt enkel vals verdovend. De oorzaak ligt dieper. Een maatschappij die toestaat dat mensen alles mogen eisen, dat mensen over alles en nog wat mogen debatteren, dat mensen alles en iedereen in vraag mogen stellen, dat geweld bij het minste dispuut aangewezen is glijdt vervaarlijk af naar onbestuurbaar en beheersbaar. Wat meer strengheid tonen en verantwoordelijkheid bijbrengen in alle sectoren van de opvoeding is aangewezen.
Beseffen dat je het niet altijd bij het rechte eind hebt en dat zelfs in die gevallen waar je in je recht bent, onrecht kan opduiken is niet te veel gevraagd.
Het leven is nu eenmaal niet alles mogen en willen.
Van allen die beschuldigd worden van een misstap zijn het uitzonderingen die toegeven dat ze in de fout gegaan zijn. Hoe licht of zwaar het misdrijf ook is, men heeft het niet gedaan. Ook al zwelt de bewijslast aan en beseft ieder weldenkend mens dat ontkennen zinloos en zielig wordt, dan nog verweert men zich tegen beter weten in. We zullen maar denken dat dergelijk gedrag eigen is aan de mens.
Toch siert het de mens, die een fout begaan heeft, als hij er ook de verantwoordelijkheid voor neemt. Dan ook vallen de media stil want er is niets nieuws meer te melden.
dat 5 cmsneeuw een land in complete chaos dompelt. Misschien een idee voor de vakbonden om hun acties meer ondersteuning te doen vinden via beïnvloeding van het weer. Dan pas ligt het land plat.
dat zout strooien eigenlijk weinig zin heeft. De heisa rond het zouttekort vorig jaar wordt dan wel heel relatief.
dat we de koudste nacht in jaren beleefd hebben. Klimaatsceptici hebben weer voer tot spreken.
Alleen van een kunstwerk kun je tijdloos houden omdat het alleen maar "is", ik bedoel omdat het niet zelf gekweld wordt door de gedachten, gevoelens en verlangens die het uitdrukt of oproept.
(uit Mijn huis is nergens meer - Paul De Wispelaere)
s Morgens vroeg een stap in de natuur zetten en overweldigd worden door het licht dat op een onnavolgbare wijze het landschap inkleurt, niet te fel, niet te zacht.
s Avonds de sterren zien fonkelen aan een heldere hemel.
Stilstaan bij het licht in de natuur. Vaak sta je er alleen naar te kijken.
Organiseer dan maar eens een kunstmatig lichtfestival. De massa hapt toe. Heeft iemand onder hen het licht gezien?
We voelen zo vaak onze tekorten, en juist waar het ons aan ontbreekt lijkt een ander dan vaak te bezitten, en die geven we er dan ook alles bij wat wij hebben, en daar bovenop nog een bepaalde ideale voldaanheid. En daarmee heb je dan, kant en klaar, de grote gelukkige, een product van onszelf.
Alle onheil wensen we te voorkomen. Op zich zonder meer een lovenswaardig uitgangspunt. Ware het niet. Neem nu het plotse overlijden van een jonge voetbalspeler. Mag liefst niet meer gebeuren. Dus iedereen maar laten screenen. Wat het ook moge kosten en wie het ook zal betalen.
In het leven kun je niet alles voorkomen; misschien moeten we dat leren beseffen en aanvaarden. Het leven op zich is onbeheersbaar en onvoorspelbaar. Wat we ook doen.
Wie de honger van de geest niet meer kent, zoekt niet langer, vraagt niet meer, weet het allemaal wel en dan word je dom. Het is de bedoeling dat je het nooit helemaal weet, onzeker blijft en geen absolute kennis van iets verkrijgt. Ook niet van de zin van het leven. (Uit Echt contact is niet de bedoeling Connie Palmen)
Mensen vergeten vaak dat ze een onderdeel zijn van de natuur. Als hoogste op de ontwikkelingstrap wanen we ons bijwijlen de sterkste, de onaantastbare. Maar dan, een iets hevigere wind, zware regenval en plotse lawines. Machteloos ondergaan we de wetten van datgene waarvan we deel uitmaken. Is de natuur dan slecht en op andere momenten goed? Nee, de natuur kent geen ethische beschouwingen. Of om het met de Chinezen te zeggen, de natuur is datgene wat van zichzelf zo is.
De tijd van het jaar noopt de mensen tot het uiten van de beste wensen. Het overgrote deel van wat me toekomt spreekt me niet eens aan. In massa voorgedrukt, geen greintje gepersonaliseerd. Je maakt deel uit van een door de jaren heen opgebouwde lijst en elk jaar opnieuw wordt je (h)erkend door de computer.
Sommigen komen nog met de post. Bij anderen loont dit niet eens de moeite meer. Een e-mail- kaart, zonder creativiteit, zonder ziel.
Wat overkomt me toch? Voor het eerst een ernstige twijfel of democratie wel de weg is, of het nog steeds staat voor degelijk overleg en dito resultaat. Waarom word ik meer en meer verleid door de technocratie? Waarom ook niet? Als het goed gebeurt en de democratie alsnog de controle mag uitvoeren.
Maar vandaag, als populisme mensen doet betogen tegen noodzakelijke maatregelen dan is die uiting van democratie net een hinderpaal, me dunkt.
Dat is het voordeel van de waarheid spreken; je hoefde je niet de hele tijd te concentreren. Ware dingen passen als vanzelf in elkaar. (uit Bezeten van mij Nicci French)
De euforie is begrijpelijk. Sommigen waren aan het twijfelen gegaan of het er ooit nog eens van zou komen. Maar kijk, de aanhouder wint en de mirakels zijn de wereld niet uit. Uiteindelijk begint het nachtelijk vergaderen zwaar door te wegen en als ook andere zwaargewichten zoals ratingbureaus en Europa aangeven dat de extra speeltijd opgesoupeerd is, dan komen de akkoorden sneller. Niets dan lachende en vooral vermoeide gezichten. Over enige tijd zullen we kunnen oordelen of het allemaal ten gronde iets oplevert.
We mogen immers niet vergeten dat we nu geregeerd worden door partijen waar de meeste Vlamingen niet voor gekozen hebben. Bovendien blijkt dat de partij die er niet bij is, nog meer aanhang krijgt. Logisch lijkt het niet.
Ik ga, merk ik, weg van streken die te zeer door het verstand worden geregeerd. Ik ben op zoek naar een plek waar hersens niets meer hoeven te bewijzen. Die plek bestaat, helaas, alleen in de hersens.
De kerkgang in Vlaanderen mindert zienderogen. Kerken lopen leeg en de aantrekkingskracht van het katholieke geloof taant. Maar als je het goed aanpakt krijg je nog files. Weliswaar niet voor de kerk maar voor de Colruyt.
Als het water je tot aan de lippen staat, als je gelofte van armoede een deuk krijgt door de duurste architect je abdij te laten vernieuwen dan worden dure eden bijzonder relatief.
De brave burger trapt er dan ook nog met open ogen in. Een schaars en lekker bier komt plots in ieder bereik. Met zijn allen op schattenjacht.
Het Nederlands beschikt over 26 letters om legio woorden in elkaar te knutselen. Deze bescheiden hoeveelheid slaagt er niettemin in om een schier eindeloze reeks woorden te boetseren. Steeds opnieuw komen daar nieuwe woorden bij. Raken ze ingeburgerd dan krijgen ze hun vaste plaats in het lexicon.
Recent kregen we nog zo een mooi woord in de schoot geworpen; infobesitas. Het komt er op neer dat we met zijn allen op elk moment op de hoogte willen zijn van alle mogelijke info. We willen onze e-mails beheersen, op de hoogte zijn van al het laatste nieuws. We schrokken de informatie gulzig naar binnen. En onze hersenspons zwelt maar aan en wordt dikker en dikker. Obees worden we. En waar dat toe kan leiden, daar zijn voldoende gezondheidsbulletions over.
Als een land in iets gelooft, dan valt het nog moeilijk te stuiten. De emotionele hoop verdringt dan moeiteloos de rationaliteit. Verliezen van Duitsland kon niet, gelijk spelen evenmin. We zouden winnen. Stilaan raakten de meesten overtuigd, tegen beter weten in. Geloof verzet immers bergen, althans tot aan het moment dat de berg dient beklommen te worden. Er wordt een waan gecreëerd. Wie dissonant klinkt, wordt met de rug bekeken. De pronostieken zijn unaniem.
En dan het moment van de waarheid. Koel afgemaakt, roemloos naar de vergetelheid gespeeld. De roes is ten einde.
Als je naar een kunstwerk kijkt, zijn er twee mogelijkheden. Ofwel stoot het je af omdat de kunstenaar afwijkt van de beelden die jou vertrouwd zijn, ofwel ben je voldoende ruim van geest en vind je het juist interessant dat die kunstenaar op een andere manier tegen iets aankijkt dan jij. Dan heb je communicatie en verrijking. Je moet de samenleving af en toe eens shockeren, want anders verstart ze. Dat is kunst. Dat zou ook de politiek moeten zijn. Wie zegt dat zijn ideeën en zijn gewoonten alleen zaligmakend zijn, wordt een zuil van zout.
Geldverslindende rechtszaken waarvan bij voorbaat de uitspraak vaststaat. Waarom nog? Waartoe nog? Wat is de zin en het nut ervan? Meeheulen met zij die beweren dat een onmiddellijke uitvoering van de doodstraf de enige weg is, lijkt zo verleidelijk.
En toch, het siert een rechtstaat dat verdediging kan, dat kans op loutering mogelijk gemaakt wordt, dat recht geschiede.
Hij wendde zijn blik af en keek de kamer rond, zoals mensen doen op feestjes als ze half naar jou luisteren en half rondkijken of er niet een interessanter iemand is om mee te praten.
Op vakantie geweest en een periode in een lagere versnelling geleefd. Voor het eerst dit jaar kunnen genieten van een echte zon. Een scheut cultuur en culinaire genoegens er bovenop, wat wens je nog meer?
Ook eens te meer geconfronteerd met het relatieve van het leven. Dan leef je tijdelijk in een ander land en wordt je geconfronteerd met wat België daar te betekenen heeft: bijzonder weinig en heel wat minder dan wat we er zelf over denken. Sommigen weten het nog ongeveer liggen maar stippen weinig ankerpunten aan. In de pers is het zoeken met de loep. Geen voetbaluitslagen uit ons land, wel uit Oekraïne, Denemarken, Zweden, Roemenië Voor het overige enkele lijnen over Philippe Gilbert en uitgerekend 7 lijnen op pagina 28 over het drama in Pukkelpop Life goes ons.
Ik denk dat het beter is stof op je meubels te hebben dan stof in je hoofd. Ik heb zo een medelijden met al die middelmatige mensen. Niet zwart, niet wit, niet grijs, niks. Als je middelmatig bent kan je noch genieten, noch lijden. Het is zo een vorm van goedkope veiligheid.
Radio maken is een kunst. De tijd dat plaatjes draaien en fraaie bindteksten fabriceren tegelijk de minimale en maximale eis was is lang voorbij. Radio moet dan ook opboksen tegen andere mediavormen en de kwantitatieve en kwalitatieve concurrentie is niet te onderschatten. Paradoxaal genoeg worstelen de meeste programmamakers met hetzelfde item: tijd gunnen aan anderen. De ochtend is best een te pruimen programma maar eens de grote wijzer zijn meest hoogstaande vertikale stand nadert is het alle hens aan dek en wordt de geïnterviewde gehaast uitgewuifd.
Geef ons dan maar de zomerprogrammatie. Starten met Sonar en doorgaan met Touché. Meer moet dat niet zijn. Het laatste programma toont aan dat heel wat mensen boeiend zijn om naar te luisteren als je hen maar de tijd en de ruimte gunt. Als de journalist dan nog de kwaliteit in huis heeft om op het juiste moment de goede vraag te stellen dan hoop je dat de radiozomer nooit voorbij zal gaan.
De menselijke geest kampt met een fundamenteel intellectueel tekort: hij ziet de waarde van iets pas in, als hij het moet ontberen. Het gemis spreekt tot hem in een taal die hij begrijpt, terwijl hetgeen hij bezit Chinees voor hem is.
Wie niet weet wat er in Noorwegen gebeurd is, moet wel potdoof of stekeblind zijn. Laat ons voor alle duidelijkheid stellen dat het hier gaat om het meest afschuwelijke waartoe iemand in staat is.
Maar de nasleep smaakt al even ranzig. De media putten zich uit in overgedetailleerd feitenverslag en schijnprofessionele analyse. Je kan geen psycholoog, socioloog of ander loog vinden die nog niet zijn doorwrochten mening heeft gegeven. Elke gedrukte letter, elk uitgesproken woord draagt bij tot de duistere bevrediging van de motieven van de dader. Meer kan hij niet wensen.
In één beweging maait men ook de merites van de Noorse staat weg.
Hier paste meer kiese sereniteit: aanmoedigingen om als geteisterde bevolking door te gaan op de ingeslagen weg.
Want weinigen weten echt hoe het in de Scandinavische landen aan toe gaat. Onze blik is te weinig noordwaarts gericht maar daar valt veel te leren.
Iets meer steunen en zwijgen is een goede start om er de draad weer op te nemen.
Eenzelfde gebeurtenis wordt verteld onder diverse gemoedsstemmingen. Dit is een origineel uitgangspunt en het bewijst overduidelijk dat dé realiteit in wezen maar bijkomstig is. De realiteit is de door het "ik" ervaren realiteit.
Rationeel beseffen dat geen van hen zuiver op de graat is. Elk jaar weer opnieuw foeteren op de zwaarte van het parcours, de lengte van de ritten, het té warme weer, het té koude weer; Ernstig kritisch proberen over te komen als hardwerkende journalist. Het verloop van dewedstrijd tot in den treure analyseren en heranalyseren. Kranten opgevuld zien door nietszeggende columns. Talloze voorspellingen lezen waarvan er toch één juist blijkt te zijn. Specialisten en kenners van het vak geven hun doorwrochte visie op de koersfeiten.
Maar met zijn allen zich vergapen aan het spektakel. Brood en spelen verdoven schijnbaar.
Ik ga, merk ik, weg van streken die te zeer door het verstand worden geregeerd. Ik ben op zoek naar een plek waar hersens niets meer hoeven te bewijzen. Die plek bestaat, helaas, alleen in de hersens.
Diiieeeeeeeetttttt ieeeeeessssssssssss aaaabzzzzzolooooooetttttttttttt nodiek om ons làààààààààààààndddddddd chelooooofwaaaaaaaaardieeeeeeeeekkkkkkk te houdddddden.
Ieeeeeeek gaaaa nu naaaaaaaaaaaaar ddddddddddddddddiiiiiiiiiie kkkkkoooooonienk.
De rozenstruik die sterft van de dorst heeft een tuinman nodig, maar de tuinman heeft de roos die sterft van dorst nog harder nodig: zonder de dorst van zijn bloem bestaat hij niet.
Ik heb een zwak voor duiven. Het zijn fantastische beestjes. Ze waren de GPS ver voor. Herinner u de sierlijke postduiven, die in de ring vastgesnoerde boodschappen tot hun bestemming brachten. Klievend door de lucht, hindernisloos en recht op doel. Drager van de meest essentiële informatie die de geschiedenis bepaalde. Maar ze werden opzij gezet, ingehaald door modernere technologieën. Ze werden niet echt meer au serieux genomen door de goegemeente. Men duwde ze dan maar in de rol van raceduiven. In massa gelost, op een onnoemelijk verre afstand van het eigen hok, zochten ze om het snelst de thuishaven op en verdienden fortuinen voor hun meesters.
Wonderlijk is het, wanneer die duiven ontkorfd worden. Aanvankelijk doelloos rondcirkelend, wachtend op het satellietsignaal, maar dan zelfverzekerd en zonder aarzelen de juiste richting in.
Niet alle duiven verzoenden zich met deze status. Ook bij deze diersoort ontwikkelde zich een terroristische niche. Geïnspireerd door de chemische oorlogsvoering stort een zelfmoordcommando zich in een watertoren. Ze maakt geen kans om te overleven maar vervuilt het drinkwater. De duif is dood, meneer.
Iedereen staat onder stress, trotseert een moordend verkeer, verliest oude zekerheden, en leeft oog in oog met bloedeloze computerschermen. De hele bevolking onderwerpt zich aan een industriële cultuur die ontwortelt en ontheiligt, en zij ondergaat de intimidaties van een bureaucratie die het leven tot in zijn intiemste details regelt. Onder het oppervlak van dat machinaal geregelde bestaan knaagt de vraag naar de zin van dit alles, waarop geen instantie nog een antwoord geeft. De moderne sterveling moet zelf op zoek gaan, of anders tevreden zijn met het salaris dat hij ontvangt en de oppeppers die hij daarmee koopt.
Het is menens. Amper een koppel uren na de, toegegeven, terechte invoering van een totaal rookverbod in de horecasector stonden de eerste inspecteurs al voor de deur. De snelheid waarmee dit gebeurde is fenomenaal en als hiermee een trend gezet is, kunnen we dit alleen maar toejuichen. Het is ook niet het minste wat hier op het spel staat. Laat ik het kortweg een staatszaak noemen. Enkel de boetes vallen mij wat tegen. Ik had eerder op gevangenisstraffen gerekend voor de overtreders. Kwestie van de bouw van de gevangenissen nog meer te bespoedigen.
Misschien is het niet de meest kansrijke en elegante manier om rijk te worden, maar het is niettemin het overwegen waard. Stel, je hebt een kleurloze job, matig maar regelmatig betaald, enigszins verscholen in het decor van je bedrijf. Op een dag daag je niet meer op, zenuwachtig thuis afwachtend of men je alsnog gaat bellen. Maar er komt niets, ook de daaropvolgende dagen niet. Zij missen je schijnbaar niet en jij hen ook niet. Maar toch blijft er de waardering vanuit het bedrijf. Wetende dat jij aan hen denkt, lijkt dit voldoende om je maandelijks loon trouw te blijven uitbetalen. Maanden, jaren verstrijken tot op de dag dat een nieuwe medewerker je naam vindt op de loonlijst maar je nergens aantreft in de gebouwen. Ontzetting alom, sommigen kennen je niet eens, anderen herinneren je vaag. Na wat tumult ontslag en terugvordering van het loon. Dat is niet echt eerlijk. Je was altijd beschikbaar, altijd bereid om aan de slag te gaan. Om de tijd te verdrijven runde je een café, kwestie van snel op je werk te geraken, als men je belde. Hoe ondankbaar is het bedrijf. Net zo denkt justitie, immer alert en maximaal geïntegreerd in het maatschappijbeeld. De rechter beslist dat je onterecht ontslagen bent en laat de jackpot rinkelend klaarkomen. Geen kraslotje had je dit fortuin ooit geschonken.
Blijkt dat na alle persaandacht een aantal politiekers het meer dan benauwd kregen
Terugkeren nadat je definitief afgehaakt hebt. Het heeft iets. Weinigen is het echter gegeven na een definitieve tweede stop te herrijzen. Je moet al hoog kunnen springen om die lat te halen. Het oogt tegelijk moedig en meelijwekkend. Het is doorgaans hopen om op hetzelfde niveau te presteren maar meestal vaststellen dat het net niet dat wordt. Er hapert wel altijd iets: het lichaam pruttelt tegen of je blijft stranden bij de subtop. Het woord come-back heeft ook iets treurigs in zich. Alsof je van achter de horizon terug opdoemt, iets wankeler maar vals vastberaden. Er worden ook hoge verwachtingen gekoesterd. Elke prestatie wordt afgezet tegen het ongenaakbare palmares van weleer.
Noem het liever time-out. Dan stop je niet, je onderbreekt gewoon en neemt nadien de draad gewoon weer op. Klinkt leuk, aanvaardbaar, helder en nuchter.
Wel is het zo dat men de weemoed met het klimmen der jaren meestal toe ziet nemen. Maar wat kun je anders verwachten als het verleden zelf ook constant groter wordt.
Als kind hebben we allemaal onze dromen. Diep in onszelf weten we dat ze onrealiseerbaar zijn maar het hunkeringsgevoel om ooit datgene te doen wat zo onbereikbaar is koesteren we. Eigenlijk laten die dromen ons nooit los en het er zich laveloos in nestelen geeft ons een bevredigend gevoel.
Als amateurvoetballer dromen van een glansrol bij Barcelona, als niet zo toonvaste zanger verdwalen tussen de imaginaire gouden platen, een dankwoord verzinnen bij de uitreiking van de Nobelprijs literatuur, of gewoonweg eens echt met een trein gaan rijden.
Het wordt pas echt boeiend en risicovol als je de droom dwingt realiteit te worden.
Je staat daar, langs de spoorweg, liefdevol starend naar de voorbijflitsende treinen. En dan de mentale klik maken, dat kan ik ook. Hier zal ooit ook ik eens voorbij zoeven en toeteren naar moemoe. Je vat de koe bij de horens en je zegt dan maar dat je stagiair bent. Hop de trein op en rijden maar. Een fluitje van een cent. Je passionele overgave zorgt ervoor dat je ook nog eens veilig rijdt en dat de treinen die je bestuurt de weinigen zijn die tijdig ter bestemming raken.
Er echt om lachen, neen dat zit er niet in. Hop naar de overwerkte justitie en de media er bovenop. Er hadden rampen kunnen gebeuren. Hier moet een voorbeeld gesteld worden. Hier moet recht getrokken worden wat krom is.
Nu we deze machinist-in-spe vakkundig gefnuikt hebben, weten we dat onze treinveiligheid maximaal gegarandeerd is. Of is ook dat een droom?
Schrijven heeft nauwelijks of niets te maken met de weergave van de werkelijkheid die er is, veel meer met wat er niet meer is, met vergane of ook in de toekomst onmogelijke mogelijkheden, schrijven is een hartstochtelijke ontkenning van de tijd.
(uit Mijn huis is nergens meer - Paul De Wispelaere)
Heerlijk en spotgoedkoop zijn ze. Toch liggen ze er een tikkeltje verweesd bij. Weinigen achten hen een blik waardig. En als er dan toch iemand zijn ogen op hen laat vallen herken je onmiddellijk een verwijtende en paranoïde gezichtsuitdrukking. Laat staan dat ze betast worden, dat vingertoppen hun rijpheid inschatten. Niets van dat alles. Hun populariteit is getaand. Waar is de tijd dat ze menig eetschotel opsierden? Dat keukenkunstenaars hun aan schijfjes gehakte lijf in alle mogelijke vormen kneedden? Dat ze meer waren dan voedsel alleen? Dat ze een streling voor het oog en de smaakpapillen waren?
Verdoemd zijn ze. Als ze hier nog lang moeten liggen verrotten ze nog. Eigenlijk mogen ze nog niet klagen. Hun bloedverwanten halen niet eens mee de winkelrekken. De eertijds gefortuneerden die wel eens een enkel reis Rusland kregen, worden nu angstvallig geweerd. Voor de meesten geldt een doemscenario: snel verzameld worden, op wagons geladen en afgevoerd naar een zonderlinge plek waar ze ruwweg uitgekieperd worden. Zo zullen ze roemloos ten onder gaan. Ze kunnen alleen nog fantaseren over hun aanwezigheid op de aankomende zomerse barbecues. Het is niet meer dan een vervlogen droom.
Waar hebben ze het verdiend? Wie of wat is de oorzaak? Niemand die het hen kan vertellen.
Maar zo gaat het nu eenmaal. Iets dreigends nestelt zich in de geest der mensen en iedereen volgt, zonder enig redelijk argument.
Laat maar, de iets snuggere vegetariër beleeft gouden tijden: gezond en goedkoop eten zijn aan het feest.
Eens te meer een blogje erbij. In die kolkende stroom een betekenisvol plaatsje innemen, het is geen sinecure. De ambities zijn er, maar ingehouden en getemperd. Enige doelstelling is om een eigen zijdelingse kijk te geven op dingen die elke dag gebeuren en ons door de stuwende media onder een dwingende aandacht gebracht worden. Als je de moed hebt om los te komen van de mainstream zie je de dingen soms een ietsje anders, een tikkeltje genuanceerder. Het helpt je om te relativeren. Dit wil niet zeggen dat je visie dan de juiste is, integendeel. Maar door te ontfocussen krijg je een frisse grip op de dingen. Meer hoeft dat niet te zijn.
Wat gaan we doen? 1 keer per week gaan we aan de kant staan en geef ik je kans om samen met mij daar te gaan staan, om misschien hetzelfde te zien of iets totaal anders. Erg is dat niet, als je er finaal maar toe komt dat je de dingen eens vanuit een ander perspectief gaat zien. Gelijk halen is niet aan de orde. Op een andere manier tegen de dingen aankijken wel.