Gisteren zocht ik op mijn pc een beetje naar een mogelijke invulling van de toch wel erg gewenste vakantieweek voor ons tweetjes. We zijn er allebei aan toe, wat kwali-tijd met elkaar te delen. Doordat je overspoelt wordt door reclame over leuke mogelijk te doene uitjes, heb je eigenlijk het idee voor jezelf dat je buiten een uitstap naar Plopsaland of een Halloween-griezeltocht, er verder niet veel te doen valt.
Wat ik door te goochelen...eu... googlen...tegenkwam, lijkt me nog tien keer leuker...een uitstap met haar naar Bokrijk... voor de kinderkriebelpret die er te beleven zal vallen op 1 november. Redelijk dichtbij huis en nog overdag ook... verbonden aan wat geschiedenis...altijd fijn meegenomen voor mijn leergierige spruit.
Tuurlijk gaan we voor vertrek nog een attentie achterlaten op het graf van mijn vader... doden herdenken... in authentieke stijl. Raar dat mijn moeder daar steeds zelf op aandringt terwijl ze steeds gefrustreerd raakt door aan hem te denken... maar als ze dan uit eigen beweging iets moois gekocht heeft om op zijn graf te plaatsen, 't ja dan doe ik dat met plezier samen met haar en mijn dochtertje... het zal het geloof zijn in haar dat naar boven komt, of de wens, ' ik heb mijn leven toch goed geleefd met hem' of zoiets. Je moet je dierbaren steunen in hun overtuiging ook al is ze met een dikke korrel zout te nemen... het is het gebaar dat telt voor de (over)levenden van nu. Zolang zij nog leeft, kan ik iets voor haar van waarde zijn. Haar een beetje geluk schenken... daarna is het voorbij, gedaan.
Zelf heb ik op mijn mooie grijze natuurstenen terras vier bloempotten staan waarvan de middelsten zijn uitgedost met wintergroen, geflankeert door twee prachtige potten krisanten, één met witte bloemen ( vrede voor iedereen) en één met een diep paarse kleur (wat staat voor rouw en herdenking van iedereen die ik verloren heb, waar ik soms nog aan denk en voor diegenen die ik door de drukte van de tijd vergeten ben).
O ja, we zien wel, maar eens naar de boekenbeurs gaan, dat zou ook wel eens geweldig leuk kunnen worden...denk jij ook niet?
De gulden middenweg tussen een politiestaat en het neoliberalisme.
Ik begin alvast bij mezelf. Het is inderdaad een buikgevoel geweest dat bij mij stilletjesaan opborrelde. Het materiële kan helemaal geen antwoord geven op het fundamentele gemis dat ik al jaren ondervind. Als jong-volwassen vrouw voelde ik een erge grote behoefte naar het creëren van een eigen identiteit, laat het ons maar een individualisering noemen. want ook ik dacht dat het stond voor bevrijding en het daaraan verbonden geluk van mezelf. Ik trouwde op (te) jonge leeftijd, kreeg een eerste kind, kon mee in de zaak werken van mijn man en dacht, zo naïef dat ik was, dat ik nu eindelijk vrij was. Maar dat was een grove vergissing...ik zag namelijk die eigen identiteit, het creëren van dat nieuwe gezin als het ideale. Niemand zou zich vanaf nu nog moeten bemoeien met wat wij als gezin beslissen of doen. Ha... eigenlijk moet ik er nu zo (groen) om lachen. Want niets was minder waar. Het is toen pas serieus misgelopen. Pas toen was ik verbonden voor het leven aan mensen die me niet lieten groeien. Pas toen zag ik in dat je misschien wel tijdelijk van de dictatuur of de valse geborgenheid van je familie kan ontkomen maar dat je niet klaar bent om je van een dergelijke opvoeding los te maken, hoe zeer dat ook je wens mogen zijn.
Door een niet-ophoudende strijd in mezelf tussen het verlangen naar eigen vrijheid en het willen deel uitmaken van een groter geheel, ben ik jaren later, laat ons zeggen een slordige 21 jaar later geëindigd in een niet veelzeggend, onbevredigd volwassen leven, alleen, met de verantwoordelijkheid van drie kinderen waarvan de eerste twee al bijna zo goed als uit huis zijn en nog eentje waar ik op zijn minst nog 15 jaar zal voor in de weer (moeten) mogen zijn.
Maar als er één ding is wat ik eruit geleerd heb dan is het wel zoals Shakespeare zei:
De mens is soms zelf meester van zijn lot: de schuld, Brutus, ligt niet in ons gesternte, maar in onszelf, dat wij zo nietig zijn.
Tot deze conclusie kon ik komen door het boek, Identiteit van Paul Verhaeghe te lezen. Wat hij erin uitlegt had ik al lang aangevoeld maar nooit onder woorden kunnen brengen in zo een simpele en nuchtere vorm.