Eindelijk inHonduras! Hier hebben we lang naar uitgekeken want zon, zee en vooral tropische stranden zullen hier ons pad kruisen. Meer nog, we zullen er minstens 2 weken van gaan genieten zonder van de ene naar de andere plek te reizen, gewoon 2 weken rust onder de palmbomen op witte stranden.
Maar eerst nog even de cultuur-historische kant op. Vlakbij de grens met Guatemala ligt Copán, de belangrijkste Maya-site van Honduras. Het dorpje Copán Ruinas zou ook gezellig zijn volgens onze Lonely Planet, dus dat leek ons de ideale plaats om de grens over te steken. De bus ging tot aan de grens zelf. Daar moesten we nog even wat formaliteiten vervullen en daarna konden we met een klein mini-busje mee naar Copán Ruinas zon 20 minuten verder. We hebben ons ingechecked in het Via Via café-hostal, deel van een Belgische keten van reiscafés/hostals en ook gerund door 2 Belgische koppels.
De volgende dag hebben we een Tjuk-Tjuk (motorfiets taxi) genomen om naar de ruïnes te rijden. Het bleek maar een goeie kilometer of 2 van ons hostal te zijn, dus eigenlijk geen taxi nodig, maar ja
Bij de ingang besloten we even te wachten op een andere groep toeristen die ook een gids wilden zodat we de kosten konden delen. De groep waar we uiteindelijk mee aansloten bleek een groep Jehovas getuigen te zijn, maar gelukkig voor ons waren ze niet uit op nieuwe zieltjes.
Onze gids was alweer een apart figuur: een 67 oude man die er prat op ging in het Guinness Book of World Records te staan als de gids die de meeste talen spreekt van alle Copán gidsen. Hij had ook meegewerkt aan belangrijke onderzoeken, vaak als vertaler.
De ruïnes van Copán zijn van een heel andere aard dan die in Tikal.Volgens onze gids was Tikal eerder het politieke centrum terwijl Copán meer het artistieke hart was van het Maya-rijk. Er waren veel beeldhouwwerken te zien, vaak van dieren, maar ook van Maya-koningen en van 1 mysterieuze vrouw. (das zeer uitzonderlijk) Verder was er ook nog een indrukwekkende trap waarbij elke trede een hoofdstuk was uit de geschiedenis van Copán. De restauratie ervan was bijna voltooid toen wij er waren.
De guillotine avant-la lettre was een offersteen waarin een sleuf was uitgehouwen langswaar het bloed kon wegstromen en opgevangen worden. Dat de bouwwerken van deze oude culturen de tand des tijds zo gemakkelijk doorstaan werd nog maar eens benadrukt toen we langs het nog steeds functionerende drainage system liepen.
Een zeer vergevorderde beschaving dus, maar toch ook met sommige vreemde kantjes ze begroeven hun doden onder de huizen waar ze woonden- en meer menselijke kantjes ze speelden voetbal als een soort ritueel op speciaal daarvoor aangelegde terreinen en elke konig vond dat hij beter was dan de vorige en liet dat blijken door gewoon bovenop de monumenten van de vorige een nieuw -en natuurlijk beter- monument te bouwen. 1 koning (de 16e) vond zichzelf zo geweldig dat er 16 jaguars moesten aan geloven enkel om in zijn altaar te leggen. 1 jaguar vangen in die tijd was al een serieuze uitdaging. Laat staan 16. Een bezoek aan de tunnels onder Copán hebben we gelaten voor wat het was want veel te duur.
De volgende dag hebben we nog een opvangcentrum voor vogels bezocht. Meestal ging het om vogels die uit gevangenschap waren gered en in het wild vogels voor de kat zouden zijn.
De meeste vogels zaten in grote, ruime volieren, maar sommige waren helemaal vrij en vormden het interactieve gedeelte van het centrum. Je kon ze op je schouder zetten of op je arm. De toekans maakten het meeste indruk op ons, Zo kleurrijk en zon vreemde vorm ook met die immense bek. We hebben nog een paar fotos van elkaar genomen met een aantal papegaaien in onze nek sommige heel groot en zwaar- en daarna was het alweer tijd om verder te trekken.
De plaatselijke luxebus bracht ons zonder veel problemen naar La Ceiba waar we de ferry zouden nemen naar Utila voor onze duikcursus en volgens ons allebei alweer dubbel en dik verdiende rust.
08-03-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha 
|