Maar niet voor mij, de droge wegen worden momenteel voor mij voorbereid op een wegscheurende druivelaar en een v-rod tussen mijn samengeknepen benen om in de heide te gaan spelen met blokjes en een zandschop tegen mijn nachtelijke strooptochten doorheen de natuur en de bijhorende mensen.
Morgen gebreidt verslag, door grootmoeders van anderen. De mijne is daar te vrijgevochten voor en te mooi!
Ergens te lande was ik afgelopen nacht aanwezig op een tentoonstelling van muziek die, als ze al niet met electronische middelen gemaakt werd, toch op deze wijze verwerkt werd. Ik vond het, zoals steeds als ik rondom mij veel vrouwen met maandstonden ruik, weer een opwindend moment van geestige conversaties en hitsige bewegingen van mijn en andere heupen. Nachtelijke arbeid is me niet vreemd, dus ging ik daarmee langer door dan de gemiddelde medemens. Lien vergat weer eens de wereld om haar heen en dat kwam me goed uit, want ik heb zo mijn eigen empire of dirt waarin bovenmenselijke wezens en mensen die zich even boven de aarde willen verheven zich mogen wentelen in een poel (of sermoen) van gedrein en gordijnen van dronken sigaretterook.
Een lellebel kwam stotterend en tergend traag mijn persoon preconiseren, wat mijn zenuwbanen in werking stelde en de invloed van allerhande soorten intermenselijke drugs naar de achtergrond duwde. Vervloekt zei de gewone dagen van de week. Zeker als ze in het weekend vallen, wat nogal vaak voorkomt. Mijn ogen maakten alles goed, toen ik Lien aanschouwde in een tijdelijke nis van zuivere lucht en ondermaanse weerkaatsingen van straatverlichting en misplaatste zonnebrillen. Ik lijste het beeld algauw in en duwde het in mijn beeldbank, ergens tussen de dood van mezelf en het ontstaan van nieuwe woorden. Beide plaatsen waren nog leeg, maar dat kan me niet schelen. Vandaag ben ik ook leeg, maar niet echt.
Deze namiddag ga ik een concept stelen uit het echte en vervormen in mijn hoofd tot het alle zin verliest. Om daarna uit te spuwen op één of andere voetgangerszone, maar wel op een liefdevolle manier.
Verwonder je dus niet, als je deel uitmaakt van dromerige scènes, het is gewoon een hersenschim mijner verbeelding die - tijdelijke- uw werkelijkheid zal vormen. Ikzelf droom zelden, want waarom zou ik dromen over iets wat ik even goed echt kan doen?
Terwijl je daarover nadenkt, of niet, vertel ik nog even dat ik deze voornmiddag, voor mijn vier uurtjes slaap ingingen, drie keer met de fiets rond mijn Domein gereden en daarbij dreigend in de richting van een aantal bomen gekeken. Kwestie van mijn buren op een zakelijke afstand te houden.
Ah, een gewone dag, en dan nadenken over wat ongewoon zou zijn, in de bloeddoorlopen ogen van meedogenloze liefhebbers van de alledaagsheid. Ik ben niet zeker van mezelf, onder anderen, maar wel als ik eenzaam ben, samen met hen die enkel ter observatie van mezelf rondlopen in en rond mijn kortetermijngedachten. Gisteren weer iets verwacht maar niet verkregen, vandaag dan maar hetzelfde verwacht en onverwacht beseft dat het tijd was om nog eens te schrijven.
Eenzaamheid, fuck that, waarom bestaan er woorden voor gevoelens die enkel gebruikt mogen worden door personen die het enkel tegen henzelf kunnen zeggen. Schrappen. Eenzaamheid is draaglijker als er iemand boven op je ligt. Dat heb ik al mogen ervaren. Ik ben verwaarloosbaar, maar niet voor iedereen, sommigen mensen hebben het opperste genoegen mij nodig te vinden, nodig om hun leven wat kleur te geven, terwijl ik vooral grijs ben. Soms ben ik surrealistisch en ik vind het goed zo, mensen die het kunnen weten zeggen me vaak dat ze me niet snappen. Het is te gemakkelijk om dan meteen te zeggen dat ze dom zijn, maar ik doe het toch, vooral omdat ik daardoor meer tijd heb om na te denken over mezelf en war rond me zweeft.
Vandaag toch maar even het gras afgedaan zonder opvangbak. Met een witte broek, die nu in mijn bad ligt, zonder water. Ze is gedeeltelijk groen.
Sommige mensen zijn met velen. Ik verdraag dat, want ik ben verdraagzaam. Ik zie soms mensen, die eruit zien alsof ze verkracht zijn onder de hete adem van een bronstige mens. Aan mij zie je nooit of ik gevreeën heb. Dat is een voordeel als je nieuwe mensen wil leren kennen.
Gisteren een Lien leren kennen, eenvoudige naam, maar wel een vrouwmens. Echt mijn soort niet, maar toch iemand waar ik gevoelens voor kan kweken, in de zomer of in een serre. Betrekkelijk groot, lief, intelligentie die een gesprek van een uur mogelijk maakt zonder ergernis, verpleegkundige, mooi zo.
Gisteren op het gras gelegen, daar had ik tijd voor, op een onoverzichtelijk podium van dauw en tranen, of regen, regen kan het ook geweest zijn. Gisteren ook nog verloren gelopen met een hele hoop kennissen, want we zaten in een fout café, ik werd aangestaard door een paar jonge vrouwen, dat gaf me voldoening, maar ik snoorkerde toch maar verder, ik ben wisselvallig, ik ben Belgisch.
Vandaag na het werk ook de middenstand bezocht. Keelpastilles en zelfmoordsnoepjes gevraagd in de apotheek, dat laatste niet betaald, niet gekregen ook, wel grappig, Dan maar op theatrale wijze weggelopen, daar kom ik niet terug voor Kerstmis. Ah, en dan stond ik daar en kuste ik mijn huis, terwijl ik het niet eens zo mooi vind, maar het heeft wel iets, laat ik het charisma noemen. Dat of een hele hoop bakstenen. Droogneuken met voegen?