Nadat ik Roderick, Halt en Arald veilig had teruggebracht naar Redmont, kreeg ik van Halt een weekje welverdiende rust. Ik genoot met volle teugen van de rust. Ik heb er ook van geprofiteerd om met mijn jaargenoten van het weeshuis eens af te spreken. Dat was met Arnout, Jenny en Allys. Het was heel gezellig om ze na al die tijd nog eens te zien. Ze waren dan ook super trots op mij voor wat ik verwezenlijkt heb. De dag erna was dus een zeer belangrijke dag in mijn leven. Want de baron had iedereen op het kasteel uitgenodigd waar hij mij dan ging huldigen voor mijn prestaties. Iedereen juichte voor mij. Ik heb geen gemakkelijke jeugd gehad als wees. Ik voelde mij ook nooit ergens thuis en had het gevoel dat ik niet echt gewaardeerd werd. Maar nu was het de eerste keer in mijn leven dat ik mij eindelijk gewaardeerd voelde. Dat deed mij echt iets. Baron Arald deed mij ook een voorstel. Hij stelde voor als ik het wou om toch mijn opleiding als ridder te maken. Omdat ik had bewezen dat ik veel moed en doorzettingsvermogen had. Ik was totaal verrast van dit voorstel en wou niets liever dan ja zeggen. Maar diep in mijn hart wist ik dat ik een echte jager ben. Iedereen was verrast omdat ik het voorstel afwees maar ze begrepen het wel. Na dat de huldiging gedaan was, ging ik terug met Halt naar huis. Ik dacht dat ik spijt ging hebben van mijn beslissing maar toen dat de volgende dag aan brak wist ik dat ik hier voor geboren ben.