Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Dit is volgens docent Michel Vermeersch de beste zin ooit (komt uit "Het Huwelijk" van Willem Elsschot). Het is inderdaad een mooie zin, maar wat als je droom nu zo onrealistisch is dat het uitvoeren ervan onmogelijk blijkt te zijn? Of dat je iets droomt dat je grootste fantasie te boven gaat? Wel, zo droomde ik deze nacht. Bij de wicca's gaan we ervan uit dat iedere droom iets te betekenen heeft en iets zegt over je verleden, heden, toekomst... Wie mij kan uitleggen wat deze droom met mijn leven te maken heeft, mag zich altijd aamelden. Deze nacht droomde ik dus het volgende:
De taxi stopt om kwart voor vier voor The Banana's. Ik betaal de chauffeur, stap aarzelend uit en kijk of niemand mij volgt. Niemand te zien. Ik ga naar binnen. Na het warme zonlicht van de Prinsenlaan is The Banana's zo donker als een grot. De spiegel achter de bar pikt wat licht van de straat op en glanst als een fata morgana in het schemerduister. Een ogenblik lang is dat het enige dat ik kan zien tot mijn ogen zich plots beginnen aan te passen. Ik voel me niet op mijn gemak. Waarom had ik naar Bert geluisterd? Ik had hier toch niets te zoeken? Er zitten een paar drinkers in hun eentje aan de bar. Achter hen staat de barkeeper, zijn das los, de manchetten van zijn overhemd opgerold zoadat je zijn harige onderarmen kan zien. Er ligt nog zaagsel op de vloer, alsof het een stille kroeg uit de jaren '20 is in plaats van een moderne tent waar het naar een cocktail van gedroogde snorren en geronnen bier ruikt. Aan de muur karikaturen van plaatselijke politieke ritselaars, journalisten die zich dood hadden gedronken en louche beroemdheden. Uit een achterkamer komt een zweem van biefstuk met gebakken frieten. "En voor de juffrouw?" vraagt de ober met het verdronken timbre van Marlon Brando uit The Godfather. Ik kijk naar het bataljon sterke dranken dat voor de spiegels achter de bar klaar hangt om de mond van de tooghangers te spoelen. "Een cola," zeg ik dunnetjes. De barkeeper gaat op zoek, gooit de helft van Alaska in het hoge glas en schuift het over de bar. Ik aarzel. "Ik... ik zoek Big Tony," haper ik. De ogen van de barkeeper worden groter. "Big Tony, zeg je?" "Euh, ja. Bert heeft mij gestuurd?" De barkeeper glimlacht fijntjes. "Ik zal zien wat ik voor je kan doen," zegt hij en verdwijnt in de achterkamer. Ik weet mezelf geen houding te geven en hoop uit de grond van mijn hart dat Bert weet waarmee hij bezig is. Ik nip van mijn cola en overweeg net om weg te gaan wanneer de barkeeper met een colgate-smile verschijnt. "Volgt u mij maar, Big Tony zal u zodalijk ontvangen." Mijn hart bonkt in mijn keel. We lopen drie gangen door en dalen de trap af naar een kelderverdieping die raar is aangekleed met rood voltapijt en schemerlampen. Nooit meer, denk ik, nooit meer. De barkeeper klopt op een metalen deur en verdwijnt richting bar. Ik voel de seconden in mijn keel. Celsius en Fahrenheit plakken aan mijn lijf. De deur zwaait open. Het slanke lichaam van Big Tony zat in een Armaniwit maatpak, zijn zwart hemd staat open en laat plaats voor een kanjer van een gouden medaillon. Hij stapt opzij en zwaait me naar binnen met een elegante geste. Ik betreed een vrij kale ruimte die toch smaakvol is ingericht. Er staat geen bureau, aleen een groene, fluwelen canapé en een groot rond bed. Een waterbed. Eén glimmende schoen steekt onder het bed vandaan. Ik staar ernaar. "Kijk gerust eventjes rond," grijnst Big Tony. Ik voel me betrapt. Big Tony steekt een sigaret op en strijkt met zijn rechterhand door zijn haar. "Met wie heb ik de eer?" vraagt hij geamuseerd. "Ik ben Floor. Ik ben de vriendin van Bert. Ik kom voor het drugspakket."
"Drugspakket? Heeft hij je dat wijsgemaakt?" Big Tony begint onbedaarlijk te lachen. Ik begrijp er niets van. "Als er geen drugspakket is, wat kom ik hier dan eigenlijk doen?" vraag ik benauwd. "Dat zal je gauw genoeg merken," lacht Big Tony terwijl hij op een knopje naast de deur drukt...
En toen werd ik wakker. Ja, zo gaat dat in dromen, altijd wanneer het spannend wordt kom je wakker. Dit is zo typisch. Het is wel een mooi begin voor een roman. Misschien in een volgend leven, wie weet...
Ook Floor heeft de geneugten van het bloggen ontdekt
Toen ik weer eens een bezoekje bracht aan de o zo alombekende facebooksite merkte ik dat één van mijn medeklasgenoten een blog geschreven had. En zoals het een kritische journaliste in spé betaamt stond ik er wat twijfelachtig tegenover. En toch heb ik de blog gelezen. Vol ongeloof staarde ik naar mijn scherm toen ik tot de constatatie kwam dat mijn medejournalist een wel zeer vlotte pen had. En ik die dacht dat ik zelf redelijk goed mijn bevindingen aan het papier kon toevertrouwen. (Nu ben ik dus weer een illusie armer...) Op die blog ontdekte ik ook dat nog enkele medestudenten blijkbaar de blogkriebels te pakken hadden. En nieuwsgierig zoals ik ben (het schijnt dat dit ook een journalistisch trekje is) begon ik ze elk om beurt te overlopen. Wat mij wel opviel was dat het allemaal mannelijke collega's waren. Of dit iets te betekenen heeft is nog maar de vraag... Ook bij alle anderen merkte ik op hoe stijlvol ze schreven en als fervent lezer genoot ik van elk blogbericht. En bij deze - dankzij mijn medecollega's - heeft ook Floor de geneugten van het bloggen ontdekt. De vraag is alleen of ze het vol zal houden en ook iets zinnigs zal vertellen... Afwachten is de boodschap!