Inhoud blog
  • Froome en Ovalen
  • Opgelet met GPS - Power
  • Teksten in Magazines
  • Tour de France 2012
  • Antidoping manifest
  • Doping en Klimvermogen
  • Rode bieten
  • MTB wielen 26 en 29
  • S78 Standaard Renners
  • Giro 2012
  • Klimmen en laag vliegen
  • Thomas de Gendt op de Stelvio
  • Dames op de muur van Huy
  • Gilbert 8.96 W/kg op de muur van Huy
    Zoeken in blog

    The Power of Cycling

    29-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doping en Klimvermogen
    Lees een uitgebreide versie van deze blog in Cyclelive Plus magazine 2/11

    In een ideale antidoping strategie zouden we eigenlijk het aantal invasieve controles, d.i. bloed- of urineafnames,  moeten kunnen beperken tot renners waarvan we een beredeneerd en ernstig vermoeden hebben van doping gebruik. Bestaat er een goedkope niet-invasieve indicator waarmee we zonder medewerking van de renner zouden weten wie we al dan niet in het oog moeten houden, en bij wie een gerichte bio-chemische controle nuttig en nodig is? Laat ons de vraag anders stellen; Bestaat er een prestatieniveau dat zonder doping onbereikbaar is? De Mont Ventoux op rijden in 30 minuten is duidelijk onmogelijk en hem rijden in 1:30 uur is voor elke eliterenner zonder doping een fluitje van één cent. Ligt daar ergens een duidelijk identificeerbare overgangszone tussen het  mogelijke met en zonder doping? De fysica kan ons een antwoord geven.

    De methode bestaat erin het klimvermogen, dus het ontwikkeld vermogen per kilogram lichaamsmassa als maatstaf te gebruiken. Misschien komen we hier wel op glad ijs want a priori kan geen enkele wetenschapper theoretisch bepalen dat een bepaald klimvermogen al dan niet tot de normale menselijke mogelijkheden behoort.

    We kunnen wel het gemiddeld aeroob klimvermogen van alle winnaars  van de Ronde van Frankrijk sinds 1985 tot 2012 analyseren en daaruit trachten de werkelijke invloed van doping te bepalen.  We kunnen perfect het vermogen van een renner uitrekenen mits we volgende gegevens kennen; Gewicht van de renner, gewicht van fiets en accessoires, lengte van de renner, profiel van de beklimming, starthoogte van de klim en de nauwkeurige tijd van de beklimming. In 2002 beschreven Antoine Vayer en Frédéric Portoleau deze methode in een boekje “Pouvez-vous gagner le tour?” Zij deden dit aan de hand van opnames van rechtsreekse TV-uitzendigen en zij gebruikten alleen beklimmingen langer dan 30 minuten en met aankomst boven op de col. De reden hiervoor is dat de klassementsrenners meestal niet voluit gaan wanneer de aankomst niet boven ligt. Voor elke tour berekenden ze dus het gemiddeld klimvermogen van de eindwinnaar op de beklimmingen met finish boven. Omdat van alle renners niet altijd hun exacte gewicht gekend is worden de berekeningen gemaakt op een S78 – renner, dit is een standaard renner met gewicht 69 kg en 9 kg voor de fiets, kledij en accessoires.

     We bereken dus eigenlijk het vermogen dat de S78 renner moet ontwikkelen om naast de reële renners te klimmen.

     

    De figuur hiernaast leert ons dus alles over het klimvermogen en onrechtstreeks over het dopinggebruik, in de laatste 28 jaar. In de jaren 1985 tot 1991 was het gemiddeld klimvermogen van Bernard Hinault, Greg Lemond, Pedro Delgado en Miguel Indurain (in 1991)  5.45 W/kg. Greg Lemond wordt tot vandaag algemeen beschouwd als een relatief cleane renner. Aangezien Hinault, Lemond en Indurain in deze periode blijkbaar geen superieure prestaties leverden moeten we wel besluiten dat in deze periode hetzij weinig doping werd gebruikt, hetzij dat doping zoals amfetamines en andere stimulantia niet echt efficiënt was voor het lange klimwerk. 


    Deze periode was echter zeker niet  dopingvrij aangezien ook cortison, testosteron en anabole steroïden reeds hun intrede hadden gedaan. In 1988 werd Pedro Delgado "gepakt" voor het gebruik van probenicide, een maskeringsproduct voor anabole steroïden. Hij moest onder zware politieke druk uit Madrid zijn overwinning niet inleveren omdat probenicide wel op de verboden lijst van het IOC stond, maar nog niet op de lijst van het UCI. Daarmee krijgen we een eerste duidelijke aanwijzing dat een gemiddelde klim prestatie van 5.80 W/kg  hoogstverdacht is.  Tussen 1991 en 1995 zien we de 5 overwinningen van Indurain met een gigantische verhoging van zijn klimvermogen tot 6.35 W/kg. Dit is de periode dat EPO zich steeds meer in het peloton nestelde en niemand kan er dus aan twijfelen dat het niveau van 6.35 W/kg voor een mens zonder zware doping totaal onbereikbaar is. Vayer noemt dit een prestatie van mutanten. De hoogdagen van de EPO leverden verdere mutanten zoals Björne Riis, Jan Ulrich en Marco Pantani,  tot de tour van 1998. In de fameuze Festina-tour van 1998 verlieten een aantal ploegen en favorieten al dan niet verplicht de tour. We zien  nu dat Pantani, met alle respect en mijn verontschuldigingen aan zijn die-hard supporters, even goed zo schuldig als de duivel was. De EPO mutanten ontwikkelden 16 % meer klimvermogen dan de pre-EPO renners. Je moet al heel erg naïef zijn om te denken dat in 4 jaar tijd de voeding, de trainingsmethodes en het materiaal zo erg verbeterd waren dat deze progressie van Induraïn en konsoorten “normaal” zou zij.
    Na de Festina tour zat de schrik er bij de renners goed in en inderdaad viel het klimvermogen in 1999 terug tot slechts 5.74 W/kg. In 1999 was Lance Armstrong dus eigenlijk een doetje vergeleken bij Pantani in 1998. Vandaag weten we dank zij de bekentenissen van Armstrong dat hij zelfs in 1999 reeds zijn dopingsysteem had uitgekiend, en dus dat zijn prestatie van 5.74 W/kg onmogelijk is zonder zware doping.
    Na 1999 ging Armstrong opnieuw sterker rijden tot hij in 2004 terug op het niveau van de powermutant met een vermogen van 6.27 W/kg reed. Het verschil tussen de Armstrong van 1999 en de Armstrong van 2004 is 0.53 W/kg. Armstrong reed in 2004 dus ongeveer 9% sterker dan in 1999. Dit zijn natuurlijk zijn twee extreem lage en hoge jaren en daarom kijken we ook even naar zijn gemiddelde evolutie, zoals aangeduid door de rode stijgende lijn. Gemiddeld ging Armstrong 0.055 W/kg of 1% per jaar sterker rijden.
    Tenslotte komen we bij de post-Armstrong periode met Oscar Pereiro die in 2006 slechts 5.75 W/kg ontwikkelde. Ik herinner mij dat de meeste sportcommentatoren de overwinning van Pereiro eigenlijk niet zo hoog inschatten. Pereiro was in hun ogen geen echte kampioen. Aan de hand van wat we nu weten was deze houding bijzonder misplaatst. De prestatie van Pereiro in het hooggebergte staat op het niveau van Indurain (1993) Armstrong (1999) en Evans (2011).
     De drie overwinningen van Mr. Cero-cero-cero Contador in 2007, 2009 en 2010 schieten opnieuw omhoog tot ver boven het menselijk normale. In 2009 haalde Contador absolute mutantenstatus en  zijn overwinning van 2010 werd hem ontnomen ten voordele van Andy Schleck nadat sporen van clenbuterol werden ontdekt. Carlos Sastre haalde in 2008 een gemiddelde van 5.97 W/kg. Tot bewijs van het tegendeel mogen we aannemen dat Cadel relatief clean reed in de tour 2011 en dat zijn gemiddeld klimvermogen van 5.79 W/kg representatief is voor een relatief onverdachte prestatie.
    In de tour 2012 haalde Wiggins een gemiddeld klimvermogen van 5.95 W/kg op de Mur de Péguère, La Toussuire en Peyresourde-Peyragudes. Op de vele andere cols waar hij niet zelf in de aanval moest gaan haalde hij een veel lager vermogen van amper 5.32 W/kg (zie rode punt in de grafiek), waarmee hij zelfs beduidend minder vermogen leverde dan de 5.49 W/kg die Thomas Voeckler (groene punt in de grafiek) draaide in de strijd om de bolletjestrui. (Zie mijn blog over de Tour2012)
    Het valt ons op dat er in de loop van de laatste 28 jaar 5 overwinnaars op een gemiddeld niveau 5.79 W/kg reden (zie groene stippellijn), en dat we van alle 15 winnaars die duidelijk boven dit niveau reden weten dat ze aan potjes en spuitjes hebben gezeten. Alleen in de periode 1985-1991 reden de winnaars systematisch beneden dit niveau. Aangezien ik moeilijk kan geloven dat dit minderwaardige renners zouden zijn dringt een conclusie zich onweerstaanbaar op; we moeten  5.80 W/kg als de absolute bovengrens van het gemiddeld klimvermogen voor de dopingarme renner aanvaarden. Alles dat daarboven zit is hoogstverdacht zelfs indien de dopingcontroles het niet sluitend kunnen bewijzen.
       





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (2)

    07-10-2012
    Exceptionele rijders?
    Feit is wel dat de rijders met hoe vermogens meerdere keren zware rondes wonnen. Kan het dan niet gewoon (fysiek) talent zijn?

    07-10-2012 om 18:00 geschreven door Leo


    Zinvolle bijdrage
    Helder verhaal. Weten de WADA en USADA hiervan? Blijft controle buiten koers noodzakelijk? Zo niet, kunnen die bureaux veel geld besparen?

    07-10-2012 om 17:53 geschreven door Leo




    Foto

    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.



    Mijn favoriete lnks en blogs
  • Fietsica for Die Hards
  • Mieren van de Galibier
  • Maas Van Beek
  • Laser Spoke Power Meter
  • Cyclelive Magazine
  • BIG Challenge
  • Sport Scientists
  • Doping Actualiteit
  • Trainen op Vermogen


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs