De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring of Declaration of Independence is de onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten die grotendeels werd opgesteld door Thomas Jefferson en die door vertegenwoordigers van 12 van de toen 13 Amerikaanse kolonies werd aangenomen op 4 juli 1776. De staat New York sluit zich aan bij de Declaration op 9 juli 1776. De verklaring hield de onafhankelijkheid van de Britse monarchie in. Die onafhankelijkheid werd in de verklaring gerechtvaardigd door een aantal "waarheden" die de ondertekenaars "vanzelfsprekend" achtten: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze door hun schepper zijn uitgerust met bepaalde rechten en dat onder die rechten valt: het recht op leven, op vrijheid en op het nastreven van geluk. Onder de verklaring staan 56 handtekeningen. Eén daarvan is van John Hancock. Hij schreef, naar het verhaal gaat, zijn handtekening zo groot neer, dat de Britse Koning hem zonder bril zou kunnen lezen.
Tussen 1775 en 1783 was er een oorlog aan de gang in de dertien koloniën aan de oostkust van Amerika. De oorlog wordt gevoerd tussen de Amerikaanse inwoners van deze koloniën en de dan nog heersende Britten. De reden voor de oorlog was de wil van de Amerikanen om onafhankelijk te worden.
Op 4 juli vieren de Amerikanen Onafhankelijkheidsdag (Independence Day). Dit is de belangrijkste nationale feestdag van de Verenigde Staten.
|