Vandaag is het dan tijd voor de laatste blog vanuit Canada, meer bepaald Toronto. Morgenavond rond 6 uur Canadese tijd (middernacht in België) stijgt ons vliegtuig op op de luchthaven, hier zo'n 25 kilometer vandaan, om dan zondagochtend rond 7 uur te landen op Schiphol. Dat wordt met andere woorden dus een lange, hopelijk niet te lastige dag...
Maar bon, op dit moment zitten we nog steeds in Toronto, in de Holiday Inn die echt downtown gevestigd is. En dat moge toch wel heel duidelijk zijn. Zodra je het hotel uit bent, kom je quasi meteen terecht in het überdrukke stadscentrum, dat vooral bezaaid is met duizenden mastodonten van appartementen, hoofdkwartieren van banken, etc. Qua vibes doet deze bruisende stad echt meer dan eens denken aan het Amerikaanse grote broertje, New York. Om een geschikt ontbijtplekje te vinden moesten we ons dus al meteen roeren in de bij momenten ietwat ongezellige drukte. De hele stadsbevolking lijkt een mélangé te zijn van zakenmensen, gewone burgers, studenten en leerkrachten maar ook wel heel wat bedelaars, daklozen die op het midden van de straat liggen te 'maffen' en nog een hele hoop marginalen. Echt typische allures voor een grootstad. Gelukkig kan je voor een ontbijt of iets van die trend altijd wel ergens een food court induiken, zoals wij deden deze voormiddag. Na ons ontbijt van muffins en broodjes trokken we dan verder de binnenstad in, richting de hoogste toren van Canada, de CN Tower (iets meer dan 550 (!) meter hoog, kan de Eiffeltoren nog een flink puntje aan zuigen). Daar hadden we op verschillende niveaus een mooi uitzicht over Toronto. Jammer genoeg was de lucht vandaag niet helemaal helder, anders hadden we wel een glimp van de Niagara Falls kunnen opvangen. Maar sommige van de uitzichten waren echt wel speciaal. In de shop hebben we achteraf nog een beetje geshopt, ik en mama toch, voor mij een T-shirt met de Canadese maple op en voor mama een Moose-slaapkleedje. Na ons bezoek aan de toren wilde papa eens binnenspringen in een nabijgelegen brouwerij, gerund door heel wat jongeren. We konden er ook meedoen aan een rondleiding. De onze werd geleid door een, op zijn zachtst uitgedrukt, van jeugdig enthousiasme bulkende gids. Zijn Engels was perfect, alleen was het wel een beetje rap; we moesten de nodige moeite doen om hem te verstaan. Als onze rondleiding gedaan was, besloten we om naar ons hotel terug te keren, en zodoende hebben we een flinke wandeling ondernomen langs onder meernde haven en het treinstation van Toronto. We hebben er denk ik wel een goeie 3 à 5 kilometer over gedaan om terug op onze kamer te geraken. Om 7 uur zijn we dan op zoek gegaan naar een goed restaurantje voor ons avondeten. We zijn voor de verandering eens de andere richting uitgegaan. En wat blijkt? Hoe verder je je van de downtown verwijdert, hoe landelijker, hoe meer Canadees het landschap weer wordt. We wandelden als het ware opnieuw door een buurt waar het principe huisje, boompje, tuintje de bovenhand voert. Eigenlijk voelde dit aan als een opluchting, zo eventjes weg van die grote drukte. We zijn uiteindelijk beland bij een restaurantje om de hoek van de straat, een soort van pub, maar het eten was er wel zeer lekker. Als voorgerechtje hebben we een bordje met verschillende soorten hesp, kaas en sla verdeeld onder ons drie, en daarna waren er de hoofdgerechten: een pastagerechtje met fètakaas en pesto voor mij, voor mama een 'burrito' (zacht, gezond broodje met wat stukjes kip en groenten), en voor papa een fajita (soort pannenkoek) met kip. Echt lekker, al hadden we er wel meer dan genoeg mee. Let's return to normal, Belgian portions. Zal een vrij makkelijke overgang worden, denk ik.
Nu zitten we op onze kamer nog wat uit te rusten, maar toch hebben we al heel wat voorbereidingen getroffen met het oog op morgen. De auto is geleegd, de valiezen zijn grotendeels gevuld, het eten en drinken wordt nog opgemaakt in de mate van het mogelijke, en het belangrijkste van al: de vliegtickets voor morgen zijn al ingesteld op de iPhones.
Ik stop er maar eens mee, dit was onze blog vanuit Canada. Hopelijk hebben jullie er 3 weken lang van genoten. Wij allesinds wel van onze reis, hoe lastig hij soms ook was. Hier wordt het stilaan tijd om te gaan slapen, dus: tot zondag, tot in ons België ofwel: home sweet home!
Dag 2 in Toronto, maar niet zo lang in Toronto zelf geweest. Reeds om half 10 moesten we klaarstaan voor een tour van 1 dag naar de Niagara-watervallen. Anderhalf uurtje rijden met de bus en we komen o.a. langs de waterkant van Toronto, waar land op de rivier gewonnen wordt voor het bouwen van ettelijke wolkenkrabbers. We zien veel supermoderne, hoge flatgebouwen, en zeer veel bouwkranen met flats in opbouw. Gedurende verscheidene kilometers blijft dat doorduren. Toronto is echt supergroot, met veel, veel voorsteden die gewoon aansluiten op de stad. Ik hoorde zeggen dat het in totaal 640 vierkante kilometer bedraagt, je zou het gaan geloven als de files om de stad in te rijden beginnen van zo'n 50 km afstand van het centrum. Zoals we gisteren opmerkten (maar toen ging het om files om uit de stad te geraken, was immers zo'n 6 u 's avonds). Alsof je van Gent naar Brussel moet aanschuiven. Nog erger dan bij ons dus. Terug naar onze Niagara-tour dan. Eerste stop aan de whirlpool, waar het water afkomstig van de Niagara-watervallen in een soort draaikolk terechtkomt. Dit is een whirlpool waar ik niet graag zou in terechtkomen. Met shopmogelijkheden (vooral souvenirs). We kopen een aantal magneten voor de koelkast. Tweede stop: de watervallen zelf. Indrukwekkend. We nemen veel foto's van de watervallen aan Amerikaanse kant en aan Canadese kant, waar de watervallen van drie kanten komen (Horseshoe, dus eigenlijk in de vorm van een hoefijzer). Ongelooflijk wat een kracht en diepte. We worden bij het nemen van de foto's doornat door het opspattende water. Alsof je door een douche gaat. Door de zon op al dat fijn opspattende water staat er een prachtige dubbele regenboog. Mag je niet missen, we nemen er het natte pak bij. Gelukkig schijnt de zon nog steeds overvloedig en bij zo'n 26 graden drogen we nog vlot. Middagmaal ter plaatse met vanuit het restaurant op de 13de verdieping van het Sheraton mooi zicht (zonder waterdouche) op alle kanten van de watervallen. Niagara zelf is volgestouwd met hotels en Hardrock Café, Planet Hollywood, Rainforest Cafe allez het lijkt Disney of Universal Studios wel. Serieuze toeristische accommodatie. Dan wacht ons een cruise met de Hornblower-boot. We zetten ons schrap, want gezien de douche die je al krijgt als je bovenaan de watervallen rondwandelt, verwachten we ons nu aan een Popeye-douche ("You WILL get wet" - blijft sinds Florida en de Popeye-ride altijd een familiegrap). Iedereen krijgt een poncho, een soort veredelde vuilzak en we kunnen aan boord. Eerst langs de Amerikaanse watervallen, die van één kant komen en naar beneden in soort rotsig water terechtkomen. We krijgen een lichte douche, maar valt nog mee. Dan op naar de hoefijzerwatervallen aan Canadese kant. Je gaat met dat bootje tot middenin dat hoefijzer, waar je in een soort mistig nat niemandsland belandt. Vooral aan de ene kant is het ongelooflijk hoog, die muur van water die naar beneden dondert. We worden natuurlijk terug nat, maar al bij al valt het nog wel mee. Ikzelf was natter toen ik boven rondliep dan op de boot zelf. Jari krijgt wel een splash over zich heen aan 1 kant, maar hij heeft vlugdrogende kleren aan. Zeer de moeite en indrukwekkend, al die natuurkrachten. Wat zijn mensjes klein en nietig. Onze toer doet daarna nog het stadje Niagara-on-the-Lake aan, een zeer chique stadje met zeer grote huizen in de buitenwijken, ware kastelen in Amerikaanse stijl, absoluut niet vergelijkbaar met wat we eerder in Canada zagen. Prijzen navenant. Stadje zelf is terug een waar toeristengedoe, met veel winkeltjes, ijssalons en restaurantjes. Laatste stop: een winery. Want de regio rond Niagara is gekend als wijngebied en regio waar zeer veel fruit wordt geteeld (appels, perziken, pruimen,...) - volgens wat de gids vertelt zelfs de helft van de Canadese fruitproduktie. De wijnen op de winery zijn niet zo speciaal - de witte Gewurztraminer valt nog wel mee, maar we zijn niet zo gek op de rode (te veel caramel, vinden we, we verdenken de Canadezen ervan ook daar maple syrup in te smijten). Blijkbaar zijn ze gekend voor hun ijswijn, maar Luc en ik houden niet van zoete wijnen (al hebben we in de wijnclub al serieuze kleppers geproefd, het is echt ons ding niet). Ondertussen is het al voorbij 6 uur en dus tijd om de terugweg aan te vatten. De gids, een gepensioneerde die nog een centje bijverdient (toegelaten activiteit ook hier in Canada, jaja), probeert er de sfeer in te houden met grapjes en liedjes, maar verschillende mensen doen op de terugreis toch een klein dutje. We zien nog drie Belgen op de toer: zij zijn net begonnen aan hun reis. We hebben in onze drie weken hier weinig Belgen ontmoet. Dit zijn de eerste Vlamingen. En ja, voor ons loopt de vakantie nu echt wel op zijn eind. Nog een volle dag Toronto morgen en zaterdag naar huis. Toronto: als we toekomen is het donker en valt het ons weer extra op hoe anders dan de rest van Canada Toronto is: echt een Amerikaanse stad. Alles bijna in Engels, zeer veel wolkenkrabbers en lichtreclames, overal lichtjes-lichtjes-lichtjes, winkels die 24 u per dag open zijn, 2,6 miljoen inwoners, druk verkeer, duizenden restaurantjes, een mierennest op de grond en bijenkorven van appartementsgebouwen. Mensjes zijn inderdaad klein en nietig en met zo veel op de wereld. Zou ik in zo'n grootstad willen wonen? Misschien als je jong bent, er is altijd wel wat te doen veronderstel ik. De stad is ook doorspekt met university-gebouwen en duizenden studenten. Maar nu? Ik weet niet, lijkt mij toch wat druk. Ottawa is dan veel leefbaarder. Ook veel kleiner en absoluut Canadees. Toronto ligt vlak bij de USA en die invloed is maar al te duidelijk. Maar al bij al is het de moeite waard om hier te eindigen, met al die eindeloze en lege landschappen van New Brunswick en Nova Scotia nu alle drukte in deze city that never sleeps à la New York. Morgen gaan we zeker de Toronto-tower bezoeken (ja, op nine-eleven zoeken we het gevaar op) en voor de rest zien we nog. Mijn voeten doen pijn van het vele wandelen de laatste dagen, dus nu ga ik mij op mijn bed smijten. Mijn laatste blog deze vakantie. Morgen aan Jari en dan: België here we come.
Het is hier nog heel stil op de kamer. Jari slaapt nog, Sonja is net wakker, het is half acht 's ochtends. Ik ben er gisteravond niet meer aan toegekomen om te gaan bloggen, dus ik ga het nu even doen. De dag van gisteren heeft wat kunnen bezinken, misschien ben ik wat details vergeten, maar dat is nu ook weer geen ramp.
Gisteren was het onze laatste grote rit hier in Canada, van Ottawa naar Toronto. Ottawa heeft ons heel erg gecharmeerd, een heel propere, overzichtelijke stad, met mooie historische gebouwen en een paar leuke musea, en alles 'bewandelbaar'. Dan is Toronto iets heel anders. Wat een stad ! Hier wonen meer dan 2 miljoen mensen, en dat merk je. Maar straks meer daarover, want we hadden een tussenstop. Gelukkig dat Sonja het nakeek vooraf, want anders hadden we dit misschien niet gedaan. Bij ons pakket hoorde ook een rondvaart tussen de 'Thousand Islands'. We hadden gedacht 'we trekken daar wel naartoe vanuit Toronto'. Blijkt nu dat Rockport, van waaruit de cruise vertrekt dichter bij Ottawa (150 km) ligt dan bij Toronto (300 km). De rondvaart was wel leuk, maar eigenlijk een 'toeristenval' als ik het zo mag noemen. Je wordt in kuddes op een boot geduwd, met (waar wij zaten) plastic tuinstoelen om op te zitten, en ze gaan een uurtje met je gaan rondvaren, spelen ondertussen een bandje af met uitleg in het Engels, Frans, Chinees en Spaans. Echt serie-werk. Maar het is wel eens interessant te zien hoe mensen die eilandjes stuk voor stuk ingenomen hebben, en er een huisje (of 'iets groters') op gebouwd hebben. Er was er zelfs één die er een heel kasteel op laten zetten heeft. Als je dit vergelijkt met de eilandjes die we op onze walvistocht gezien hebben... Dit is een enorm contrast met het respect voor de natuur, de open ruimte, de wildernis in het Noorden. Komt het doordat de grens met de Verenigde Staten heel erg dichtbij was? Of is dat wat kort door de boch? Ik weet het niet, maar het is zeker een hele verandering in vergelijking met wat we de vorige weken zagen. Toen we aan boord kwamen begon het heel erg te regenen (gelukkig dat ik toen niet moest rijden, eerlijk gezegd). Nadat we nog iets gedronken hebben (heerlijk: ze hadden Samuel Adams, het bier dat ik in de States altijd dronk), zijn we verder gereden naar Toronto, gelukkig was de regen opgehouden en kwam de zon er weer door. Hoe dichter we bij de stad kwamen, hoe drukker het werd (ok, het was ondertussen ook al na vieren dus het woon-werk verkeer was ook al op gang gekomen). En dan kwam Toronto letterlijk al vanop 25 kilometer in zicht. Ja, je ziet al vanop die afstand de hoogbouw. Wat een stad... wat een drukte ook. Een hele drukke ringweg, die je zonder GPS volgens mij niet kan afleggen, oprit, afrit, auto's die tussendoor weven op een manier die we allang niet meer gewoon zijn, dit is duidelijk een vibrerende grootstad. Ons hotel ligt middenin de stad, we zijn gisteren nog even op stap geweest om iets te eten te vinden, langs winkels, tattoo-shops, fastfoodrestaurants, klassieke pubs, hotels, en ook de universiteit. Alles in één straat, op een afstand van nog geen vijfhonderd meter. En toch zie je hier in de zijstraten nog veel groen. Een voetbalveldje dat bij een school hoort, bomen, een park, alleenstaande kleine houten huisjes tussen mastodonten van flatgebouwen (ik schat dat het gebouw waar ik nu op kijk vanuit onze kamer een verdieping of veertig heeft). Wat een stad.... dit duurt nog wel even eer we hier onze weg kennen denk ik... In één zijstraat zijn we toevallig op een Portugees restaurant gestoten. En we hebben er verdomd lekker gegeten. De cataplan van Sonja was volgens haar zelfs beter dan wat ze in Portugal zelf al kreeg, en mijn gegrilde octopus was heerlijk. Achteraf blijkt dat dit restaurant op plaats 46 van de duizenden restaurants in Toronto geklasseerd is door Tripadvisor.
Straks gaan we op daguitstap naar de Niagara Falls. Om half tien worden we opgepikt. En nu gaan ik me rustig wassen en aankleden. Sonja mag bloggen over de uitstap.
Vandaag is het opnieuw aan mij, Jari, om jullie wat bij te brengen over onze reis. Vandaag hebben we een hele dag doorgebracht in Ottawa (en ook Gatineau; daar is ons hotel waar we momenteel in verblijven).
Deze morgen zijn we op het gemakje opgestaan, rond ongeveer 9 uur. Eerst hebben we nog een goeie, verkwikkende douche genomen. Daarna hebben we eens bekeken wat we vandaag zowat konden doen. Het merendeel van onze activiteiten mocht met dit zwoele weer wel binnenin de te bezoeken gebouwen plaatsvinden; dan hadden we tenminste nog een beetje de koele lucht van de airco... Bon, rond 10 uur zijn we dan de straat opgetrokken en de grote brug richting Ottawa overgestoken. Het kan er op die brug enorm lawaaierig aan toe gaan wanneer er auto's passeren. Je hoort dan voortdurend het gedaver van ijzeren roosters die onder het asfalt liggen. Eens we in het centrum waren, viel ons al meteen op dat op ieder min of meer verkeersvrij kruispunt een hele bende jongeren stonden opgesteld om een liefdadigheidsactie ten voordele van één of andere ziekte te promoten. Hun over-en-weergeroep kwam ook wel behoorlijk lawaaierig over. Wij hadden niet meteen oog voor hun actie en zijn doorgestapt naar een soort van food court om een ontbijtje te nuttigen. Uiteindelijk kochten we aan één van de tientallen kraampjes een paar zoete koeken (chocolate en cinnamon roll) en ook wat belegde bagels. Na ons ontbijt trokken we dan verder de stad in, maar het werd al snel duidelijk dat het weer ontzettend warm was vandaag. We zijn naar het parlementsgebouw getrokken, waar we eerst in een toeristenpunt tickets kochten voor de eerstvolgende Franstalige rondleiding in dat gebouw. We kozen voor Franstalig omdat we dan slechts een halfuurtje moesten wachten om binnen te mogen. De rondleiding op zich was wel leuk, iets anders dan in Québec, met een impressionante bibliotheek, een eerste kamer die nog volop in renovatie was wegens uitbreiding van het aantal volksvertegenwoordigers, en last but not least een vuurrode senaatskamer. Voor onze gids was het overigens de allereerste dag dat ze ons mocht begeleiden. Het laatste deeltje van het parlementsgebouw dat we bekeken hebben, was de Vredestoren met een mooi uitzicht over Ottawa.
Omdat het buiten nog altijd zo heet was, besloten we nog even onze dorst te lessen in een pub, alvorens we om 3 uur afzakten richting het Kunstmuseum. We konden ook naar het museum van de Canadese beschaving, maar eer we daar zouden aangekomen zijn, zou het al bijna sluitingstijd zijn geweest (de musea sluiten hier allemaal al om 5 uur!) en we hadden geen zin om vlugvlug door zo'n mooi museum te gaan. Dus werd het eerstgenoemd museum, en het moet gezegd dat er best wel een aantal impressionante werken te bewonderen waren. Zo was er onder andere een gigantische 'wall', gevormd door tienduizenden soms minuscule prentjes of figuurtjes die de kunstenaar uit honderdtallen magazines had gesneden. Ook was er een expositie van kunst door de Inuïtbevolking gemaakt, en tal van andere schilderijen. Na ons museumbezoek zijn we naar ons hotel teruggekeerd, waar we even op de kamer konden bekomen alvorens mama en papa zichzelf hun eerste welverdiende zwemmeke gunden. Voor mij was het, na Québec, al mijn tweede keer, en mogelijk krijgen we er ook in onze laatste tussenstop op deze reis, Toronto, nog de kans toe. Vanavond zijn we bovendien nog eens lekker buitenlands gaan eten. Via TripAdvisor hadden we immers in Gatineau een Marokkaans restaurantje ontdekt, waar we een lekker buffet hebben gegeten. Een goeie mix tussen groentjes (koud en warm), rijst, couscous, vis en zoete vleesschotels. Een aanrader.
Ik ga het hierbij laten, we zitten nu rustig op de kamer, klaar om in slaap te vallen. Een goeie dosis slaap zal goed van pas komen, mits we morgen voor een laatste, zeer lange tocht staan richting Toronto. Dat wil zeggen dat we vroeg uit de veren moeten.
Tot de volgende keer, dan mag ik van onze laatste volledige dagje Canada verslag uitbrengen, want de dag erop zal een zeer lange worden, met veel gesleur met valiezen en ook wel 7 uur vliegen.
Joehoe, vandaag terug valiezenkoers. Deze morgen verlaten we op Labour Day (feestdag hier in Canada) Québec en rijden 450 km naar Ottawa. We vertrekken in een deftig weer, warm buiten maar nog geen direct zonlicht en de auto staat relatief fris. Vlug nog iets gezocht om een koffie en een ontbijtje te scoren. Niet eenvoudig want heel veel zaken gesloten vandaag wegens feestdag. Uiteindelijk een paar muffins en koeken gekocht in een Tim Hortons. Dit is een zeer wijdverspreid keten van zaken gespecialiseerd in koffie en vooral zoete ontbijtkoeken zoals muffins, donuts en cinnamon rolls. Je vindt Tim Hortons in de kleinste dorpjes en de meest onwaarschijnlijke plaatsen. Bon, geen topontbijt qua gezondheid maar we zullen wel yoghurt eten als we thuis zijn. Dan beginnen we aan onze lange rit weg van Québec. We troffen Québec in een superdruk weekend, denk ik, of anders is het altijd zo druk en toeristisch, ik weet niet. Beetje gemengde gevoelens: er zijn heel wat mooie plekjes in Québec en het bezoek aan het parlement en de aflossing van de wacht in de Citadel was interessant, maar voor de rest zeer toeristisch met veel paardenkoetsen en soevenirwinkeltjes. Het hotel was ook druk-druk-druk. Eén van de minste van onze reis en ver weg van het centrum. Maar we zijn vandaag inderdaad alweer weg. Rond een uur of 1 wordt het warm in de auto, ondanks de airco, en we stoppen voor een verfrissing en mijn mannen krijgen een hongertje dus eten nog wat. Vlak bij Montréal. Het is er druk op de autosnelweg, dat zijn we niet gewend in Canada!! Veel caravans en mobilhomes, auto's met kajaks en/of fietsen: we veronderstellen dat heel veel Canadezen van het lange en zonnige weekend gebruik maken om nog een uitstapje te maken. Het laatste stukje vanaf Montréal tot Ottawa is het een beetje minder druk, maar nog altijd warm-warm. Hier worden ondertussen vrolijk hitterecords bereikt: vlotjes over de 30 graden. Kom ons nog eens vertellen dat Canada een koud land is pfff. We hebben onze jassen nog niet gemist. Hotel vlot gevonden, een Best Western plus in Gatineau, dat ligt eigenlijk net over de brug naar Ottawa (en dus eigenlijk nog in Québec en niet in Ontario zoals Ottawa ). Het hotel valt ons al direct veel meer mee. Alles ligt hier ook op wandelafstand: de brug over en je zit midden in het centrum van Ottawa. We hebben vanuit onze kamer een spectaculair zicht op de rivier en Ottawa aan de overkant (parlementsgebouwen, National Gallery van Canada,... Na ff in de airco op temperatuur gekomen, gaan we te voet op verkenning in Ottawa. Aangename stad, niet overdreven groot, eerder Gent dan Brussel. Mooie gebouwen, zeer toffe walkway langs het Rideau kanaal. We doen onze kilometers en ontdekken dat om 9 u een lichtspektakel doorgaat aan het parlement. Dat spreekt ons aan en we besluiten in Ottawa iets te zoeken om te eten. We vinden in een buurt met veel locals een lekker restaurantje waar ze Thai en Vietnamees serveren. Zeer lekker en verzorgd en bovendien gunstig geprijsd. Zelfs Jari vindt iets op het menu dat niet pikant is. Ook mijn Vietnamees gerechtje met gele curry is niet pikant, wel lekker spicy. Luc heeft wel iets pikant gevraagd. Maar het valt nog mee blijkbaar en wordt opgediend met een slaatje met mango enzo. OK na het eten nog tijd voor een verder stapje in de wereld aka Ottawa. Zoals we al meer zagen: heel veel groen in de stad, veel parken. Hier in Ottawa ook veel standbeelden, kunst op straat. Nog niet gekeken of de parken hier ook groenten- en kruidenperkjes hebben zoals in Montréal, Québec en de andere steden. Waarschijnlijk wel. Veel drukgebruikte picknickplekjes, banken,... wel in elk geval. We arriveren goed op tijd aan het grasveld voor de parlementsgebouwen waar een 'vuurwerksfeertje' heerst: veel gezinnetjes gemengd met wat toeristen en terug veel jonge mensen genieten van het aangename weer (eindelijk draaglijk). Tot ineens een kleine stortvloed uitbarst - joehoe, iedereen in zeven haasten naar een schuilplek. Het stopt met regenen, iedereen terug naar de overkant van de straat, dan begint het terug te druppelen. Het stopt net terug met regenen als men aankondigt dat het lichtspektakel niet doorgaat door het slechte weer. Slecht weer? En wij die dachten dat de Canadezen wel wat meer gewend waren dan een afkoelend zomerbuitje. We zijn dan maar te voet teruggekeerd naar ons hotel en wat raad je? Geen regen meer gehad, hoor. Morgenavond is het terug lichtfestival, dus we hopen maar dat het dan niet terug regent (de kans is groot als we het weerbericht bekijken...). Het is wat afgekoeld door de regen, maar nog steeds lekker weer. Morgen zou het terug tropisch warm worden, de laatste hete dag blijkbaar. We zien wel. Laat ons hopen dat de regen uitblijft tot na 9 u dan. We hebben al veel plannen voor morgen: zo veel interessants te zien en te doen. Je hoort het van Jari wat het geworden is.
(Niet veel iphone-foto's vandaag - gewone foto's met fototoestel kunnen we niet toevoegen aan de blog momenteel).
Quebec... Alles in't Frans, zelfs het engels ook een beetje
Hey allemaal
Vandaag was het onze tweede dag in Quebec, en we waren er al vroeg bij, vanmorgen. Aangezien er hier in de Citadel een dagelijkse (nu ja, dagelijks, ze wordt enkel in de zomermaanden en als het niet regent uitgevoerd) ceremonie was , het wisselen van de wacht, wouden we dit absoluut zien.
De Citadel is een echte oude vesting, nog gebouwd in de Engelse periode (al hadden de Fransen daar ook al een aantal gebouwen gezet), en nog steeds gebruikt door het leger. De Gouverneur-Generaal, de vertegenwoordiger van de Britse Queen in Canada, heeft er één van zijn residenties, middenin de vesting, en moet er wettelijk minstens één dag per jaar blijven slapen. De citadel is de thuisbasis van het enige volledig franstalige (en katholieke) regiment van het Canadese leger, iets waar ze hier veel belang aan hechten, in Québec. Ze kennen meestal wel allemaal Engels, maar hun moedertaal is wel degelijk Frans. En hun Engels is dan ook meestal van dat schattige 'Frengels'. Engels met een duidelijke Franse 'twist'. Nu ja, hun Frans klinkt ook vrij raar. Als je goed luistert (en zij doen een beetje hun best om 'mooi' frans te praten), dan versta je het heel goed, maar het blijft wat raar klinken.
De ceremonie van het wisselen van de wacht, dus. Voor de citadel staan twee van die wachtposten. En ja, het is zoals je je dit clichématig zou voorstellen: aan weerszijden van de ingangspoort staat een wachthuisje, met daarvoor een soldaat, met geweer en bajonet, in een rood gala-uniform, EN een grote beremuts, die ze bijna over hun ogen trekken. Heerlijk moet dat zijn met het weer dat we vandaag hadden (net geen dertig graden Celcius), die kerels bewegen niet (of toch bijna niet), en worden constant omringd door foto's makende toeristen.
En elke dag de ceremonie van het wisselen van de wacht. Een trompetter die verzamelen blaast, een peleton 'opkomende wacht' die het exercitieplein komt opmarcheren, een brullende onderofficier, een harder brullende sergeant-majoor, en een officier. Daarbij de regimentsmascotte, Batisse (de elfde), een echte bok met goudgeverfde hoorns, een rechtstreekse afstammeling van de Batisse die het regiment ooit van Queen Elisabeth gekregen heeft wegens vertoonde moed. Een bok 'met een geurtje'... Maar ja, ik ben daar nu eenmaal gevoelig voor. En ik word er dan ook voor uitgelachen door Jari en Sonja.
Na een tijdje met drill-oefeningen van de 'opkomende wacht', kwam er een hele militaire fanfare op het terrein gemarcheerd, met de nodige show (echt mooi, zowel hun muziek als hun drill), waarna een hele ceremonie werd afgewerkt, met inspectie van de wacht, selectie van twee soldaten die wegmarcheerden naar de poort (iemand moet de post bemannen als de groep soldaten die afgelost worden na 24 uur dienst, naar het exercitieterrein komen marcheren)
Dus het terrein vulde zich nog meer, met de afgelosten, en elke groep deed zijn drill, al bij al duurde heel de ceremonie een half uur.
Na de ceremonie kon, wie wou, een rondleiding krijgen over de citadel. Aangezien het nog steeds een actieve legerbasis is, mag je er niet individueel rondlopen, dus we zijn dan maar meegegaan met een groep die de rondleiding in het Engels kreeg. In het 'Frengels', dus, het meisje gaf zelf toe dat ze het niet wat moeilijk had met de taal omdat ze eigenlijk franstalig is, en soms wat moet zoeken naar bepaalde woorden. Best wel schattig .
Na een uur lang rondleiden (echt interessant), zijn we nog even het museum binnengegaan, al moesten we dringend wat te drinken kopen. Ik had enkel nog maar een koffie gehad op de kamer, iets dat noch Sonja, noch Jari genomen hadden, en het was al verdomd warm daar in de citadel. In het museum, dat echt wel mooi ingericht was, zagen we veel foto's, wat filmpjes en wapens, uniformen en gebruiksvoorwerpen van het regiment. Deze eenheid was zowel tijdens de WO 1, WO 2, als in Afghanistan actief.
Na een tijd won de honger en zijn we op zoek gegaan naar wat te eten, niet evident in die buurt, doch we vonden een Subway. Een broodjeszaak die we in België bijna niet hebben, maar die je hier (en in de States) overal ziet. Ik sta altijd te sukkelen bij mijn bestelling (niet evident als je constant van het Frans naar het Engels en omgekeerd overgaat), doch na een tijdje hadden we eindelijk een broodje. Het werd tijd, want een ontbijt om kwart na één is niet echt iets dat wij gewoon zijn.
Daarna zijn we weer op stap gegaan, en aan het parlement aangekomen ontdekten we dat hier ook een rondleiding gegeven werd, waar we dan maar tickets voor namen (gratis, maar wel een uur wachten voor we mee konden). We zijn dan maar in de buurt gebleven, wat geen straf was, we vonden een lekker plekje uit de zon, er was meer dan genoeg te zien. Een Gay Pride demonstratie (ja hier blijkt dat ook nog nodig te zijn), en aan de overkant van de boulevard op een grasplein een grote manifestatie van de plaatselijke TaiChi-groep. Stel je een honderdtal mensen voor, allemaal in zwarte broek en geeloranje t-shirt, die ofwel in groep van die 'trage karate' doen, ofwel met zo'n draak rondlopen (in een rijtje met stokken een papieren (of stoffen) draak in de lucht houden, allerlei figuren uitvoeren op het ritme van een groepje trommels)
Voor we binnengingen zijn we nog even de groententuin voor het parlement doorgewandeld. Ja, echt een groententuin, een 'lochting' zoals we dat noemen. Met boontjes, snijbiet, kruiden, ... en van sommige stukken mag wie dat wil oogsten, terwijl andere stukken voor de keuken van het parlement gereserveerd zijn. Dit is een heel leuk fenomeen, trouwens. Je vindt hier overal bloembakken, waar soms geen bloemen maar kruiden instaan. En eigenlijk is dat geen slecht idee. Tuinkruiden zijn ook mooi, plus je kan ze oogsten !
De rondleiding zelf was leuk, interessant, en weer door een Franstalige die Engels sprak (al kon deze het beter). Eerst een paar controles (paspoorten, door de scanner om te zien dat we geen wapens meehadden), en een paar routinevraagjes bij binnenkomst.
We kregen een hele uitleg over het politieke systeem in Canada, en mochten zelf ook vragen stellen. Echt interessant.
Na het bezoek aan het Parlement zijn we nog eens de 'oude stad' ingegaan, waar we weer dezelfde drukte als gisteren zagen, typische toeristenrestaurantjes, souvenirwinkels, 'artiesten' (je kan hier ook een portret of een karikatuur van jezelf laten tekenen),... echt typisch een toeristische stad, zoals je er zoveel hebt. Al heb ik de indruk dat de Canadese steden iets meer groen hebben, iets meer parkjes, bloembakken, ...
Toen zelfs even binnenspringen in de (heel koele) 'kerstmis-winkel' niet meer hielp om ons op temperatuur te brengen zijn we rustig naar het hotel gereden, om even op de kamer te gaan rusten. Een pizza in de Boston Pizza die hier min of meer deel uitmaakt van het hotel, en dan na wat verder rusten op de kamer, nog even naar het zwembad. Wat een drukte zeg. Maar Jari heeft zijn eerste zwemmetje van deze reis kunnen doen.
Zo, morgen naar Ottawa. Terug een heel eind rijden, 450 kilometer, via Montréal verder door naar het Zuidwesten.
Voor wie niet helemaal de titel begrijpt: hier in Canada bestaan er echt duizenden manieren om 'Québec' uit te spreken. In dat opzicht valt het vooral zeer hard op dat de Franstalige Canadezen absoluut niet het ons zo welbekende Frans spreken, maar eerder een bij momenten serieus krom Frans dialect, hier en daar zelfs met Engelse klanken tussen. Ik denk dat je dit volkje enkel goed kunt verstaan als je al voldoende kennis hebt van het Frans. Daarentegen is hun Engels wel perfect...
Bon, laat ons overgaan op de orde van de dag: rond 8 uur zijn we opgestaan in ons hotel in Rivière-du-Loup, waarna we in plaats van naar het dorpsbakkertje te rijden (zoals de vorige keer) gewoon in het hotel zijn gebleven om te ontbijten, véél chiquer weliswaar dan in alle andere hotels waarin we tot nu toe verbleven. Van ons drietjes bestelde iedereen een ontbijtschotel waarin één of meerdere eitjes verwerkt zaten. Je kon er ook wafels, pannenkoeken of yoghurt met vers fruit bestellen. De prijs was wel behoorlijk hoog, maar dat was niet verwonderlijk gezien de kwaliteit van ons hotel, zonder twijfel het chicste waar we tot nu toe in verbleven.
Rond een uur of 10 laadden we dan alle valiezen en dergelijke in en vertrokken we voor een ritje richting de Saint-Laurentrivier richting Québec. De eerste 10 à 20 kilometer konden we vooral genieten van een prachtig uitzicht over de rivier en het landschap aan de overkant ervan. Daarna reden we een hele tijd door een streek waar ze wel zéér intensief aan landbouw deden (nodig met al die strenge winters, geloof ik). Je had zo'n mélange van oudere en moderne boerderijen ( vooral merkbaar aan de roestige staat van sommige gebouwen en de vorm van de silo's). Verder waren er ook her en der mensen die in hun garage een mini-rommelmarktje hadden opgesteld. En er waren ook een paar uitkijkposten of 'kijkjes', dixit mama. Omdat we niet veel te vroeg in Québec wilden toestuiken, besloten we onze auto even op een parking langs de weg te stallen, in het plaatsje Montmagny (qua sfeer en omvang wat gelijkend op pakweg Ertvelde). Daar was er een picknickplekje, alsook een mooi wandelpaadje langs het water, tot aan een infopunt. Daar kwamen we te weten dat er accordeonfeesten gaande waren in het dorpje. Dus besloten we maar eens daarheen te trekken. De sfeer was echt geweldig amusant, enorm folkloristisch ook. Op ieder straathoekje kon je een groep muzikanten zien en horen spelen - de muziek was zeker en vast sfeervol. Aan de andere straatkant was er dan weer een marktje opgericht. Dit alles gaf je zo echt een gevoel dat je op de plaatselijke jaarmarkt rondliep. Op de terugweg naar de auto passeerden we zelfs een heus accordeonmuseum, met alles erop en eraan. Na deze leuke tussenstop stapten we terug in de auto, om het laatste deel van de tocht naar Québec aan te vatten. Vlak voor het inslaan van de straat van ons hotel stopten we nog even in de IGA (plaatselijke winkelketen) om wat water mee te nemen, aangezien we dat maandag niet kunnen doen (Labour Day). Toen kwamen we in ons hotel aan. Meteen viel ons de nabijheid van het zwembad op, zowel qua kleding van sommigen die er vandaan kwamen, als de geur, die de lift helemaal vulde. Vanop het verdiep waarop wij slapen, heb je trouwens een mooi uitzicht over het zwembad. Maar bon, toen we op de kamer kwamen begon de miserie: alles was aanwezig, behalve een koelkast om het drinken koel te houden en... WiFi. Eigenlijk zou dat niet erg moeten zijn, maar voor mij is dat de HEL... Dan maar eens terug naar de receptie om te vragen hoe het daarmee zat, daar zeiden ze 'Probeer het eens uit in de lobby, het moet hier zeker werken!'. Ja hallo, dat werkte daar al evenmin... Dan trokken we maar de straat op, richting het oude stadscentrum, met de oude stadsmuren (best wel lang en vooral steil bergop) en de citadel, waar mama morgenvoormiddag 10 uur absolúút de wissel van de wacht wil meemaken. Dus gaan we dat doen om onze dag te beginnen, daarna zien we wel.
Van al dat rondwandelen kreeg ik wel enorm veel honger, en ook wel wat pijnlijke voetjes... Dus zakten we geleidelijkaan terug af richting de parking waar onze auto stond opgesteld, om er in de buurt iets te gaan eten. Onderweg nam mama zowaar even de tijd om zowaar een selfie te maken met mij op de achtergrond! We worden allemaal modern, precies! Na een tijdje gezocht te hebben, kwamen we uit bij een Provençaals restaurantje, waar we echt hartelijk en vooral snel bediend werden door het zaalpersoneel (de zaakvoerder en zijn zoon, beide uit de Provence afkomstig). We hebben er een lekker, licht menu gegeten, gaande van een voorgerecht (escargots voor mijn ouders, zalm voor mij) over een soepje of salade tot een hoofdgerecht (vis voor mijn ouders, eendenravioli's voor mezelf) en een dessertje (crême brûlée van pastis voor mijn ouders, chocomoussetaartje voor mij). Het was echt de moeite waard om er eens binnen te springen, en bovendien hadden we geluk, gezien de gezellige drukte die er heerste.
Toen we nadien terug in het hotel en op onze kamer waren, gebeurde er plots (misschien wat overdreven) een klein mirakel: door even met de iPhone/iPad op de gang te gaan staan om een netwerk te activeren, wist dat netwerk nu eindelijk WEL stand te houden. Dus nu kan ik op mijn gemak bloggen, facebooken, surfen... De kwaliteit is weer perfect!
Groetjes en tot de volgende (zal wellicht in Ottawa zijn), Jari
Letterlijk vooral. Ik zet de dag al direct goed in met een ferme 'down' door bij de aanzet van de valiezenkoers in Jari's valies te duiken. Lap, hele stukken vel van mijn been en een half blauw hand (allez, het is al bij al nog zo erg niet hoor) en Jari die bezorgd was dat ik iets gebroken had en ook dat zijn valies kapot ging zijn. Nee dus, alle twee niet. Toch een beetje up. Nu wel een mooi versierd been met twee pleisters. We hadden vannacht heel goed geslapen in de Amsterdam Inn: heel goede bedden, groot en stevige matrassen. Ontbijt inbegrepen, dus we aten in het hotel. Deze keer niet met pannenkoekenmachine, maar met wafelmachine. Leverde reuzegrote wafels af. Na het ontbijt de echte valiezenkoers naar de auto (zonder vallen dit keer) en een uitstapje naar de mall in de buurt. Shoppen! Maar wat blijkt na ons bezoek daar? Wie heeft geshopt: primo: Jari De Witte (vest ter vervanging van zijn Charlottetown-vest) en Luc De Witte (T-shirt). Mama? helemaal niets. Vlug nog wat water en drank gehaald en op pad voor een ritje naar Rivière-du-Loup via Edmunston. Een goede 300-350 km, maar wel goede baan, lost highway, ook met veel op-en neer: vaak ontdubbelde snelweg (2x2 baanvakken) met een aantal auto's en vrachtwagens in beide richtingen - nooit veel verkeer. Aan de zijkanten van de weg: vooral veel bossen, habitat van de moose (eland) met geregeld waarschuwingsbordjes dat je 's avonds moet uitkijken voor die beesten - die blijkbaar graag midden op de weg gaan staan. Ik probeer vanuit de rijdende auto die bordjes op foto te vatten, maar dat lukt niet echt goed. Eén poging lukt een beetje (zie foto's: gele waarschuwingsborden met zwarte moose erop). We passeren ook streken met veel landbouwgronden (nooit plat, altijd up and down) en een REUZE-zagerij. Waar ze vacatures hebben (voor mensen die goed kunnen zagen, veronderstellen we). Het is mijn dagje vandaag: bij het opendoen van een fles water in de auto krijg ik nog een douche van water met citroengeur over mij, olé. Gelukkig maar water en het droogt vlug. We kopen een picknick in Edmundston en gaan eten op ons plekje dat we ontdekten tijdens de heenreis. Dan nog een laatste aantal (100) kilometers New Brunswick en we duiken een andere tijdzone en andere provincie in. Vanaf nu is het terug 6 uur tijdsverschil met België ipv 5. We passeren onderweg - al heel de reis - de meest bizarre plaatsnamen. Vandaag gaan we worldwide: New Denmark, Perth, Norwich, Notre-Dame-de-Lourdes. Of het wordt komisch: St Louis-du-Ha!Ha! (uitroepingstekens inclusief). Maar het aller-, allermooiste bordje naast de weg zag ik toch enkele dagen geleden in Nova Scotia, op weg van Halifax naar Digby: Exit: Paradise Right here (met pijltje) Mooie plaatsnaam. En ik natuurlijk te laat om een foto te nemen van dat bordje (had ik een foto gemaakt, er had ongetwijfeld een stuk dashboard bij gestaan) - maar het groene bord met witte letters en witte pijl staat wel geregistreerd in mijn geheugen. Mocht ik ooit nog eens emigreren de keuze zou kunnen gaan tussen Paradise en St Louis-du-Ha!Ha! Maar alleen als ik een sneeuwscooter krijg voor in de winter. Vanavond terug in ons hotel van vorige keer in Rivière-du-Loup (Best Western Plus) - helemaal niet erg, want een mooi hotel. We gaan eten in een klein bistrootje met bioprodukten. Lekker, eerst delen we een schoteltje nacho's met kaas en pulled pork, dan eet ik een lauwe salade met pulled lamb (zeer zacht lamsvlees dat in draadjes uiteenvalt) en veel groentjes en salade, mijn mannen eten een crêpe (ja we zijn weer in Franstalig gebied), Luc met lamsvlees, Jari met zalm en feta. We maken een détour langs het mooie stadspark van Rivière-du-Loup, waar er leuke turntoestellen staan, een uitleenbib, schommels voor kinderen en volwassenen, leuke lichtjes die veranderen van kleur. Er wordt ook petanque gespeeld door een hele bende enthousiaste R-d-L-inwoners. Franse invloed hé. Dat Canadees-Frans is soms echt moeilijk te verstaan (djis ipv dix bv). Daarna zien we vanuit de auto de ondergaande zon in de grote St Lawrence-river (St Laurent dus) en ik stap uit om een foto te nemen. We vinden dat zo mooi dat we nog een ommetje maken naar een punt waar je de ferry kan nemen naar de overkant van de St Laurent en er een pier ligt die tot ver in de rivier loopt. Een mastodont van een rivier, de St Laurent, magnifiek en overweldigend. Ook hier kan je trouwens gaan 'whalen'. De rivier is groot genoeg om onze vrienden de walvissen te ontvangen. Straks ga ik me proberen zonder ongelukken in bed te begeven. Morgen wacht terug een lange rit naar Québec, waar we dan 2 nachten blijven. Benieuwd: deze laatste week citytrippen we. Dus weg van de bossen, moose, zeevruchten (o hoe jammer!!!), stressloze autoritten over semi-verlaten baantjes. Je hoort er nog van. Deze reis lijkt ons al zo lang te duren, wij hebben tot nu toe al zoveel gezien en meegemaakt en houden absoluut van Canada.
Tot volgende keer - mijn volgende blog zal vanuit Ottawa zijn, tenzij ik weer ergens in-, op- of afduik. Liefst niet in de St Laurent, want die is nogal groot om over te zwemmen.
Hey, goeienavond, allemaal (of is het nacht? hier is het bijna elf dus in België en Nederland is het nu vier uur). We zitten op dit moment in een 'stukje' Nederland.... Het hotel is er eentje van de keten 'Amsterdam Inn', dus bij het binnenrijden stond er een zelfs een molentje, en op de desk van de receptie een paar klompen. Ja, van de clichés hebben ze hier wel al gehoord ! Dit is trouwens een heel mooi hotel, niet supergroot, en duidelijk een hotel van een keten (volgens mij lijken alle hotels op elkaar van deze keten), maar je hebt hier een heel grote tv aan de muur, een ruime koelkast, een koffiezet, een heel propere badkamer, en vrij veel ruimte in de kamer zelf. Je vindt hier in elk hotel trouwens een koffiezet op de kamer en een koelkast. Echt wel handig, zoiets.
Onze kamer in Saint John was ook ruime kamer, met een slaapkamer en een zitkamer. Dat hadden we nog niet eerder, zoiets. Lekker veel ruimte. Het hotel zelf (Travelodge), was maar gewoontjes, het ontbijt was vrij basic (ok, het was gratis, dus wie klaagt?), op papieren borden, plastic bestek, kartonnen bekertjes voor de koffie, plastic bekertjes voor het sinaasappelsap... maar er WAS een pannenkoekmachine. Je drukt op de knop en een paar minuten daarna valt er een versgebakken (redelijk) lekkere pannenkoek op je bord. Jari vindt dit super (wij ook, maar het is makkelijker om te zeggen dat hij het leuk vindt )
Na het ontbijt was het weer tijd voor de klassieke valiezenkoers. Alles dubbel nakijken (hebben we niets achtergelaten?), en dan stapelen in de wagen. Daar zijn we nu meester in geworden, in het inladen van de valiezen in de koffer. Een hondertal kilometer verder, en we kwamen in Saint Andrews aan. Een kustplaatsje, aan de Fundy Baai, vanwaar allerlei 'whaling trips' vertrekken. We kozen er ééntje uit, en gingen dan nog even rondwandelen in het dorpje. Wat een warmte vandaag, een 27 graden, dus na een bezoek aan de lokale boerenmarkt, zijn we een fris ijsje gaan kopen. Alhoewel, 'ijsje' ? De porties zijn hier echt op zijn Amerikaans. Ik kan me niet voorstellen hoe groot een 'big portion' is. Mijn klein ijsje viel al bijna van het hoorntje.... We hebben nog even gebabbeld met de mevrouw achter de toonbank, over hoe erg de winters hier wel zijn. Naar verluidt lag er in Saint Andrews deze winter twaalf voet sneeuw. Dat is dus vier meter. Stel je voor zeg, sneeuw tot aan de vensterbank van de eerste verdieping.....
Ok, whaling... we gingen dus whalen. Drie uur rondvaren op een bootje, met een kleine dertig passagiers, echt wel interessant, je ziet heel erg veel, je krijgt veel uitleg (ja, echt, als je ze verstaat boven het geronk van de motor, leggen de gidsen op de boot echt wel veel uit). Alleen, er was een tv-crew op de boot. Die vonden zichzelf zo belangrijk (en blijkbaar vonden de gidsen dat ook), dat ze gewoon heel de tijd de beste plekjes op de boot innamen. Het bovendek bood maar plaats voor veertien personen, dus er moest geroteerd worden. Alle passagiers deden dat heel braaf, behalve de filmcrew (ok die twee mensen met een camera, tot daar, maar die juffrouwen die erbij waren, MOESTEN die echt heel de tijd op de eerste rij 'mooi staan zijn' ?)
Maar kom, we kwamen walvissen bekijken, en die hebben we echt wel gezien. Dwergvinvissen zelfs (Minke whales zoals ze ze hier noemen), die worden een meter of zeven lang. En ook wat dolfijnen, zeehonden en zelfs een 'bald eagle' (Sam The Eagle, het symbool van de Verenigde Staten). Dit was echt wel een heel leuke uitstap, zijn geld zeker waard.
Eénmaal we terug aan wal waren, hebben we snel wat frisse drank gekocht (onze wagen stond een paar uur in de zon, dus onze drankjes in de wagen waren iets te warm geworden....), en dan onderweg naar Fredericton. Het grootste deel over een 'kleine highway' (dus een normale tweevaksbaan zoals bij ons), aan 80 of 90 km/u. Over een heuvelachtig parcours, met bossen rondom, af en toe dorpjes (houthakkersdorpjes? ), bijna twee uur gedaan over 150 kilometer, maar wel heel leuk rijden.
Vanavond zijn we op aanraden van de receptioniste gaan eten in het centrum van Fredericton, in Issac's Way, een heel leuk restaurantje. Zoals al vaker kent de persoon die ons bedient heel veel van bier. Ik proefde een paar lokale biertjes van de tap die echt lekker waren, en Sonja had weer een bosbessenbiertje. Helemaal niet zoet, echt lekker, met wat verse besjes in het glas. Verrassend lekker ! De maaltijd was gewoon super. Jari had een eendenbout in de wijnsaus, Sonja Sint-Jacobsvruchten met cocosrijst, en ik had lamsvlees. Echt heerlijk. Jari was eerst wat teleurgesteld in onze keuze van restaurant, maar hij was zo blij met wat hij voor zijn neus kreeg....
Achteraf (na wat problemen met onze creditcards, gelukkig hadden we cash op zak), rustig naar de wagen gestapt, en nog een 'flesje bier' gekocht. Wat een uitvinding hier. Je koopt een fles die gevuld wordt van de tap. Lekker bier, in een grote fles (bijna twee liter deze keer). Ik proef ervan terwijl ik dit schrijf
Morgen wordt het een reisdag. Via Edmondston (waar we al gestopt zijn voor een picknick) naar Rivière Du Loup (waar we al eens een nacht geslapen hebben). Ik kijk al uit naar het hotel, het mooiste dat we tot nu toe gehad hebben.
Halifax - Saint John: van de ene naar de andere kuststad
Dag beste blogvolgers,
Vandaag is het opnieuw aan mij, Jari, om verslag uit te brengen van onze reisdag. Ik schat dat we nu zo goed als halverwege onze reis gekomen zijn, een reis die ons tot nu toe, ondanks de vele, soms vrij lange etappes die we al afgelegd hebben, zeker heeft kunnen bekoren. Op die ene avond in het doodse Bathurst (of was het Bratwurst?) na, hebben we telkens weer kunnen genieten van prachtige landschappen, pittoreske steden, mooi ingerichte hotels en vooral de gastvrijheid van de Canadezen. Omdat we deze voormiddag al vrij vroeg onze overzetboot richting Saint John moesten halen, waren we met z'n allen iets vroeger opgestaan, rond 7 uur ongeveer (bij mij moet het zowat kwart na 7 zijn geweest). Dan hebben we onze valiezen weer ingepakt, voor zover het nodig was, en zijn we op een vrij deftig uur (lees: iets na 8 uur) naar de auto vertrokken en hebben we uitgecheckt. Om half 9 hebben we dan aangezet voor onze trip richting ferry in Digby, ook wel 'the home of the scallops (Sint-Jakobsschelpen)' genoemd. Niets te vroeg, zo blijkt, want onderweg werden we onder andere even omgeleid omwille van een ongeval, en er waren ook een aantal 'constructions' aan de gang, met de ons ondertussen al vrij bekende 'stopbordmannetjes', die dus gewoon de godganse dag langs de weg moeten staan met een stopbord in de hand, en chauffeurs moeten sommeren om te stoppen en door te rijden. Don't know if they like it, maar volgens mij is dat toch echt één van de saaiste beroepen ter wereld. Betaald worden om de hele dag een bord vast te houden. Pfff... Saai.
We kwamen net op tijd aan bij de ferry, iets voor 11 uur. Toen hebben we onze auto op één van de parkings op de boot geparkeerd en zijn we naar boven getrokken, richting de grote en mooi ingerichte ontspanningsruimte, waar we zo'n 2 uur in alle rust konden vertoeven. Dat houdt dan in: boekje lezen, tussendoortje eten, op de iPad tokkelen, Facebooken (toch handig dat je tegenwoordig zo goed als overal WiFi hebt, dé uitvinding van de eeuw)... Rond 1 uur meerden we dan aan in de baai van Saint John, vanwaar het nog slechts een goeie 4 kilometer rijden was tot aan het hotel, waar we om half 2 aankwamen, véél te vroeg om in te checken, en dus zijn we dan maar de stad gaan verkennen, die echt heel wat weg had van Halifax. Het ging in ieder geval al even steil bergaf (en dus ook bergop...), er was een mooie dijk tsjokvol restaurantjes, en jawel, ook shoppingcentra waren er bij de vleet. Handig als je net iets van kledij bent kwijtgeraakt (ik had al eens subtiel aangekaart hetwelke dat was), en ook handig voor onze papa, die een beetje last ondervond van een tegenpruttelend teentje... Maar bon, het viel al bij al nog mee, en dus zijn we flink doorgestapt tot een Moose-standbeeld, waar mama EINDELIJK een Moose in een meer realistisch formaat zag. Daar rechtover was er een café/restaurant met een gezellig terras, met uiterst vriendelijke obers. Toen we voor de zoveelste keer deze reis zeiden dat we uit België kwamen, dook er op het terras plots de ene na de andere link op, gaande van een Nederlandstalige Canadees tot een ober met een Nederlandse vriendin en een andere man wiens ouders in Vorst (nabij Brussel) woonden. Best wel grappig, toch. Dan vertrokken we terug naar ons hotel om er in te checken en onze bagage uit te laden. We kregen een kamer toegewezen die zowat de grootste moet zijn van onze hele reis, ééntje die bestaat uit 3 ruimtes: badkamer, salon en slaapkamer. Nadat we een halfuurtje tot rust konden komen, trokken we andermaal richting centrum om een goed restaurantje te vinden voor ons avondeten. Na een hoop wikken en wegen, met het nodige getwijfel, kozen ik en papa er uiteindelijk voor om terug te keren naar de plaats waar we even voordien nog iets gaan drinken waren. Oorspronkelijk zaten we opnieuw buiten op het terras, maar ik kreeg het al vrij snel een beetje koud, zo zonder vestje. We vroegen en kregen dan ook een plaatsje binnen in het restaurant, waar we dan ons avondeten verorberd hadden. Als starter een bord taco-chips voor mama en papa, en een 'pannetje' Sint-Jakobsvruchten (wellicht uit Digby) met spek in een zoetzuur sausje voor mij. Nadien kwamen onze hoofdgerechten véél sneller eraan dan gisteren, ik denk dat we nauwelijks een tiental minuten moesten wachten vandaag. Voor mama een soort tacobroodje met Jalapeñopepers en wat frietjes, voor papa een lekker grote steak met frietjes en een slaatje, en voor mij een variant van fish 'n chips, een vrij reusachtig stuk vis (pas op: HELEMAAL opgekregen!) met een koolslaatje en... frietjes. Het avondeten was vandaag voor ons drietjes een enorme meevaller.
Daarna hebben we terug koers gezet naar ons hotel, waar we nu nog wat zitten te bekomen van ons andermaal leuke dagje. De ene (papa) zit naar TV te kijken en controleert af en toe zijn 'soldaatjes' op Travian (wordt stilaan een krak op dat vlak, die papa van mij, iedere dag is hij wel ermee bezig...). Mama zit dan weer wat te Facebooken en dergelijke op haar iPad, net als mij trouwens. En straks gaan we genieten van een goeie nachtrust in onze ruime hotelkamer. Morgen vervolgen we onze reis, dan gaat het richting Fredericton, en gaan we misschien onderweg wel eens aan 'whale watching' doen (blijkbaar zijn dat van die beesten die niet zo klein zijn, walvissen welteverstaan), nu we daar nog de kans toe hebben.
Dit was het voor nu, Nog veel plezier daar in België, en zij die naar school gaan, nog veel succes gewenst dit schooljaar!!!