We gaan op bezoek bij zijn vader. Klein detail: die woont in Zuid-Spanje. Maar niets kan het trainingsschema in de war brengen! Weken van tevoren wordt er heen en weer gebeld, gesmst en gemaild, waarbij duidelijke instructies worden doorgegeven inzake fietspaspoort, te bekijken routes, en de nodige afmetingen. Op de moment suprême tovert vaderlief trots twee mountainbikes tevoorschijn, zet er zijn eigen stadsfietsen naast en zegt dat we voor de komende drie dagen gezellig met zijn allen wat sight seeing gaan doen met de fiets. Voor de aandachtige lezers: jawel, ook ik ontkom er niet aan. Laat ik één ding meegeven: een fietszadel is geen paardenzadel!
Thuisgekomen beginnen ook de praktische voorbereidingen vorm te krijgen. Moeten wij geen wegenvignet hebben? En langs waar rijden we feitelijk? Heeft iemand het adres van dat huisje nog ergens? En waar moeten we in godsnaam CNG tanken in Frankrijk? Ondertussen begin zijn heup op te spelen. De enige echte die hij nog heeft. Apranax wordt bovengehaald, en een afspraak in de kliniek voor fotos wordt vastgelegd. Om vervolgens weer uit te stellen tot na onze reis. Heup kapot is heup kapot, het zal op die paar weken niet op aan komen.
Op een dag komt er een bericht van de meereizende vriendin binnen. Of we niet nog eens moeten samen komen om te bekijken wat wij moeten meenemen, en wat onze sporters nodig hebben om te eten s avonds? Een lange berichtenreeks volgt. We concluderen dat hij niet kan aanwezig zijn wegens training die avond (zij: Maar enfin! Kunt ge genen anderen avond trainen?!). Maar ik zal hem vertegenwoordigen en krijg een lijstje mee: na de tocht wil hij (al dan niet in deze volgorde) frieten, tomates farcies, ribbekes, hamburgers, steak met pepersaus, pizza, pasta met kaas en truffel en nog enkele aperitiefhapjes vooraf. Er wordt afgesproken bij mij thuis. Ik vraag wat zij zoals eet in haar voorbereidingen. Zij stelt voor om pizza te gaan afhalen.
De avond zelf komt ze aan, beladen met laptop en papieren. Ze heeft alvast enkele zaken voorbereid. En waar is hij nu? Als ik zeg dat hij wel degelijk thuis gebleven is om te trainen, valt haar mond open. Ze dacht dat het maar om te lachen was.
We luisteren naar het reisschema, het uur van vertrek, en we verdelen de benodigdheden die we meenemen van thuis. Over één ding zijn we het eens: iedereen neemt zijn eigen WC-papier mee. We nemen geen risicos! Verder worden de autos geladen met zelfgemaakte spaghettisaus van thuis, granola, koffie en nesquick. Mijn vriendin fluistert me toe dat zij voor ons beiden wel wat flessen cava en wijn zal meesmokkelen.
Schoorvoetend snijdt ze nog een ander thema aan. Ze heeft bij nader onderzoek gemerkt, dat het huisje dat we huren bovenop een berg ligt. Dat betekent dat, na het rijden van het parcours, onze beide fietsers nog eens zeven kilometer extra bergop zullen moeten rijden om thuis te geraken. We besluiten hem dat niet te vertellen. Verder heeft ze nu ook eens het parcours bekeken. Eigenlijk feitelijk is het misschien toch iets zwaarder dan ze zelf dacht. Daarom stelt ze grootmoedig voor, om de dag na aankomst alvast eens diene Stelvio op een rappeke op te rijden, zodat ze kan inschatten hoe zwaar dat nu eigenlijk echt is en of het nog te doen is om daarna nog drie extra cols te beklimmen. Ik bedenk dat anderen net voor die Stelvio naar daar trekken, ipv er als opwarming eens op te rijden, maar zeg niets.