Het is stormweer. Windstoten van 80km/h en meer, en het giet water. En uitgerekend in dat weer wil mijn lieveling gaan fietsen. Ik verklaar hem zot. Frank Deboosere ook. Maar het trainingsschema is gezet, en niets zal hem ervan weerhouden zijn doel te bereiken. Natuurkrachten? Daar lachen wij mee!
Greg Van Avermaet is gisteren nog de Bosberg naar boven gekomen aan een gezapige 23km/u. Zij deelt mee dat ze dat aan 19,3 doet. Maar met dit weer de fiets op gaan? Nee, dat is gekkenwerk. Beter wachten tot de namiddag, dan geven ze droger. En passant leert ze ons dat het ook nog veel te vroeg op het seizoen is om al zon zware ritten te doen. Daarvoor moet je al een doorwinterde sporter zijn. Ze is duidelijk: bij thuiskomst vind ik een lijk voor mijn voordeur.
Een uur of twee later volgt een eerste bericht. Hij is aan de helft, en het is loodzwaar. De wind beukt in alle richtingen, en de kasseien liggen er spekglad bij. En dan moeten de zwaarste hellingen nog komen. Zij is formeel: in dit weer en zo vroeg op het seizoen? Die is gans naar de kl*ten straks! Anderhalf uur later: hij heeft de tocht uitgereden en vertrekt nu vanaf de finish nog met de fiets huiswaarts. Die laatste kilometers blijken echter de spreekwoordelijke loodjes te zijn. Maar goed, 97 km achter de kiezen, een gemiddelde van 22km/u met een uitschieter van 53 en bijna 4000 calorieën verbrand. Dat verdient een trappistje!
Wonder boven wonder staat hij de volgende dag fluitend op. Geen spierpijn, geen dikke knieën, geen zere schouders, niets. Het is duidelijk: al die uren op de Wazou werpen hun vruchten af! Hij zal ze iets laten zien, ginder in Italië! Gemotiveerd neemt hij zich voor om naast de fietstrainingen, vanaf nu ook drie keer per week buik- en rugspieroefeningen te doen. Enkele dagen later vind ik in mijn mailbox een bericht, dat ik mag beginnen zoeken naar een B&B voor in 2020, want dat hij dan La Cannibale wil meerijden. De bijhorende link leert mij dat dit een rit is voor gevorderde fietsers, van 173km, bijna 5000 hoogtemeters, met zes cols waarvan twee keer de Mont Ventoux. Wanneer ik voorzichtig suggereer, dat hij misschien best eerst deze tocht probeert tot een goed einde te brengen, lacht hij mijn bezorgdheid weg. Hij meldt haar dat hij misschien toch overweegt zich ook aan te sluiten bij haar wielerclub. Zij moedigt hem enthousiast aan: Ja, zeker doen! Met de Bs kan je waarschijnlijk wel meerijden, die komen net uit hun winterslaap!
|