ARBEID MAAKT VRIJ II
Uitkijken naar de dag waarop ik weg kan uit deze jungle.
Stapvoets aftellen aan een deel van het leven dat 'over all the years' gelijk staat met het eten, lepel per lepel, van een ton arsenicum.
Uitkijken naar de dag waarop het leven beginnen zal. Want hier, bij het stadje aan de Maas, ben ik vele 'zachte-doden' gestorven.
Het scenario is bekend: huldiging en afscheidsfeest. Ik zie het wel.
Uitnodigingen zullen rondgaan. De tafels zullen prachtig gedekt zijn. Maar zelf zal ik passen.
Aftellen en uitkijken naar de dag waarop ik mij kan terugtrekken aan de zuidkant van mijn eigen Alpen.
Leven wil en zal ik als een monnik. Wonen in een spelonk, ergens halverwege op een berg in Tibet.
Vanaf dat ogenblik zal het stadje aan de Maas ergens ver, héél ver, beneden de evenaar liggen.
Want arbeid
maakt niet vrij.
|