TIJDBOM AUTISME MET NORMALE BEGAAFDHEID
EEN SCHETS
Stel, je
hebt een kind dat volgens jou zo goed als zeker autisme heeft. Je hebt immers reeds geruime tijd over
autisme gelezen en gepraat met mensen gespecialiseerd in de stoornis. Na deze periode van wikken en wegen, van hoop
en wanhoop, besluit je je situatie kenbaar te maken aan je omgeving. Je hebt het sterke vermoeden dat, mits wat
steun van deskundigen en anderen, de weg naar volwassenheid met een minimum aan
problemen kan verlopen. Dit is het
verhaal van Erlinde en haar zoon, Tom, gebaseerd op eigen ervaringen en
conclusies en waarbij allerhande doorlopen consultaties bij deskundigen
buiten beschouwing werden gelaten want dat is stof voor een volgend artikel!
Erlinde is moeder van de 12-jarige Tom. Op het eerste gezicht merk je niets
bijzonders aan haar kind en dat is precies het lastige aan de omgang met wat
men noemt autisme met normale begaafdheid.
Vzw Vermaatschappelijking Zorg en Welzijn laat deze moeder aan het woord
en hoopt hiermee mensen te kunnen steunen die zich in een soortgelijke situatie
bevinden.
Belangrijke
nota:
Het betreft
hier enkel autisme in zijn pure vorm en dus zonder een eventueel samengaan met
andere bijkomende stoornissen zoals ADHD, ADD enz. Er wordt ook niet uitgeweid over de soms zeer
dominante vorm van autisme omdat dit zeker niet altijd het geval is!
Erlinde
gebruikt in haar relaas, omwille van een vlot gespreks- en leesverloop, het
woord autist waar zij in wezen en met alle respect een persoon met autisme
bedoelt.
Zij
spreekt hier en daar ook over haar ondervinding met autisten en dus niet
alleen over haar zoon, Tom. Dit is omdat
zij ook nog andere mensen met autisme persoonlijk kent daar zij het geluk heeft
gehad op haar pad mensen te ontmoeten met eenzelfde (gezins)situatie.
In het
begin, op het moment dat mijn besef van het autisme een feit geworden was, was
het vooral een kwestie van een dikke laag eelt te kweken om niet onder reacties
van de wereld onderdoor te gaan. Het opvoeden en de verzorging van een klein
kind op zich is al niet simpel, dat je dan ook nog niet eens gesteund of
begrepen wordt. Meer nog, je krijgt vaak
heel wat kritiek te verduren.
Reacties die je van buitenstaanders, buiten een
enkeling om, kan verwachten:
1) Men
wuift de mogelijkheid dat er een probleem kan zijn, gewoon weg:
o
Je bent een
overbezorgde ouder.
o
Jij kan de dingen
toch moeilijk maken, hoor!
o
Jij kan nogal
overdrijven.
o
Je bent gewoon
overspannen.
o
Jij kan het
ouderschap niet aan.
o
Je hebt geen
gezag over je kind.
o
Het kind krijgt
veel te veel aandacht.
o
Je hebt hem
gewoon van in het begin verwend.
o
t Is vast een
periode. Het kind groeit er wel uit.
o
Wat kan je nu al
opmerken bij zon jong kind?
o
Kinderen hebben
toch nog geen problemen.
2) Men sluit de mogelijkheid van autisme meteen
uit:
o
Hij is toch
braaf?!
o
Die ene
specialist gaf er een andere beschrijving van, dus
o
Je kind kan toch
goed mee (in de maatschappij). Het is
toch geen Rainman!
o
Men kent iemand
met autisme en die is anders, dus
o
Het kind reageert
in het bijzijn van je gesprekspartner anders dan je al had verteld, dus
o
Iedereen heeft
die eigenschappen die jij net hebt opgenoemd!
3) Men
neemt je situatie af en toe ernstig:
o
Als niemand het
hoort.
o
Men geeft je
gelijk op het moment dat het autisme opvalt.
o
Men vindt het
probleem overroepen, niet beseffende dat je kind en jij 24 op 24 uur dit leven
hebben.
o
Als men in een
gelijkaardige situatie heeft verkeerd of een gelijkaardig geval kent.
Een koppige wereld
Veel volwassenen zijn misnoegd
over de opvoeding die zij kregen en net daarom is het zo tegenstrijdig dat een
groot deel onder hen bij de opvoeding van de eigen kinderen dezelfde oogkleppen
opzet, plots traumatische ervaringen minimaliseert en patronen niet
(h)erkent. Het is ook heel vervelend als
mensen ergens een halsstarrige kijk op hebben zonder er ooit (voldoende) in
aanraking mee gekomen te zijn. Het ego
heeft een eigen visie en aarzelt niet die kenbaar te maken, welke de context
ook moge zijn!
Vandaag
zoekt men meer dan ooit naar een houvast.
Men klampt zich vast aan één of andere overtuiging en weer buiten die
enkeling om blijkt een bredere kijk net iets te altruïstisch of toegeeflijk. Ook verwacht men een uitleg op enkele minuten
tijd over iets dat zo gecompliceerd is als een mens. Een stuk uit een boek lezen geeft toch ook
geen volledig beeld? Onterecht zorgen
intelligentie, beroepskeuze en succes bij velen voor uitsluitsel van een
stoornis. Er wordt ook vaak te lang
gewacht met het aanvoelen van hoe iemands aard is of zou kunnen zijn. Uiteraard is behalve de (mogelijke)
beperking ook de persoonlijkheid van het individu een minstens even
belangrijke factor als het autisme (voor de aard van een eventuele
behandeling).
Elke persoon met autisme is anders
De moeilijkheid met betrekking
tot het gedrag is: Wat is te wijten aan het autisme en wat aan de
persoonlijkheid of het karakter? Meer
bepaald: Kon hij ergens aan doen of niet?
Het autisme kan het in elk geval niet helpen. Een niet fysiek zichtbare stoornis wordt nog
steeds onderschat of weg-gewuifd.
Anderzijds kan het opblazen van een probleem evengoed voor negativiteit
zorgen.
Er moet rekening gehouden worden
met factoren als stress, vermoeidheid, omgeving en activiteit. Jammer dat de media vaak verwarring
scheppen. Ze ondermijnen autisme met
normale begaafdheid door autisme met verstandelijke handicap naar voren te
schuiven. Wel is het zo dat autisten met
normale begaafdheid in een voor hen stresssituatie kunnen reageren op een manier
die autisten met verstandelijke handicap heel vaak vertonen maar intensiteit en
frequentie van frustratiemomenten en -uitingen zijn verschillend van persoon
tot persoon.
Wat ze
echter gemeenschappelijk hebben is een soort tunnelzicht, alsof ze zich door
een doolhof banen en zich terwijl in vogelvlucht naar hun doel begeven. Ik vind ook dat er al een vermoeden van
autisme kan zijn vanwege de wat glazige blik.
Die is eerder waarnemend dan interactief.
Bewaakte en onbewaakte momenten
Autisme is veeleer gekend om
zijn uiting op het thuisfront of in zijn comfortzone. Het bedrieglijke is dat het soms lijkt alsof
de gewone persoon controle heeft over de persoon met autisme. Deze laatste heeft echter tijdens het
opgroeien veel ingescand en zichzelf geleerd zo goed mogelijk te reageren
zoals dat van hem verwacht wordt. Dit is
gewoonlijk op bewaakte momenten het geval, dus als hij inschat dat men hem in
het vizier kan hebben.
Als hij denkt niet in het vizier
te zijn, met name op onbewaakte momenten, gaan de tics, de beweginkjes, de
geluidjes, het doorbomen, het zich afsluiten, het obsessief focussen hun
gangetje en het is dan alsof het deugd doet dat het eindelijk weer kan. Het is belangrijk hem regelmatig die tijd en
(adem)ruimte te gunnen.
In de omgang met Tom kunnen zich de volgende
scenarios voordoen:
o Motivatie of iets nuttig vinden zullen bepalen of Tom
zal meewerken. Bv. Het licht aandoen
is nuttig. Het terug uitdoen is op dat
moment niet nodig. Dat moet wachten tot
hij niet kan slapen omdat het te licht is.
Als er koekjes op tafel staan zal hij er nemen. Waarom eerst vragen of dat ok is? Ze staan er toch voor! En daar heeft hij dan wel weer gelijk in. Soms
is het ook grappig: bv. de autist presenteert zijn gast een schotel koekjes,
vraagt welk koekje die wenst en zegt zelf dan meteen: Ik wil zelf die. En ook dat is helemaal niet onlogisch.
o Als een situatie onduidelijk wordt voorgesteld,
ontstaat er een soort kortsluiting met als gevolg stress-gedrag of zich (nog
meer) afsluiten. Het moeilijke is dat je
nooit echt weet of hij gehoord heeft wat je zei en zelfs als hij het kán
herhalen, weet je nooit of het werd opgenomen of zal blijven hangen.
o Probeer te begrijpen wát, wannéer en waaróm er wel of
niet iets lukt. Vaak is het zo dat hij
zich een definitie van dingen heeft aangemeten.
Het is belangrijk hem daarin serieus te nemen, ernaar te luisteren en
dan ofwel even te bevestigen, ofwel rustig te bespreken als het niet helemaal
klopt, bv. in vraagvorm: En hoe zit het dan met
? of Ik dacht dat vroeger
ook tot ik eens in een situatie kwam dat
of
dat iemand het mij anders
uitlegde.
Om autisme beter te begrijpen, zou je het je
kunnen voorstellen als:
o Moeten overleven in een vreemde cultuur waar een
moeilijke vreemde taal wordt gesproken.
o
Als een
(radio)zender waarop er tussendoor geruis is, dus waar alles dus niet in zijn geheel doorkomt.
o
Eigenschappen die
de gewone mens ook wel heeft maar dan maal tien in intensiteit.
o
Ook gewone
mensen hebben dwangneurosen en gedachten, maar zij kunnen er excuses voor
bedenken, waar een autist veel te eerlijk en zichzelf voor is.
o
Een in
gedachten fysieke handicap
Een blinde
kan nu eenmaal niet zien en een manke
niet sprinten.
Aanwijzingen die kunnen wijzen op een afwijking in
het autistisch spectrum of Asperger:
o Een persoon of omgeving wordt gescand zonder zijn
blik (erg) te verroeren. Het lijkt alsof
hij vanuit zijn ooghoeken kan kijken en zelfs terwijl hij iets anders aan het
doen is. Dit gaat ook zo met horen. Evengoed kan het lijken alsof ze iets
opnemen maar dat niet doen.
o
Een reactie komt
zeer snel of niet. De snelle reactie
komt volgens Erlinde uit zijn woordenboekgeheugen, zoals zij dat noemt. Het lijkt alsof hij meteen op een pagina komt
en zonder nadenken antwoord geeft, vaak met een pijlsnelle associatie met iets
wat hij in het verleden zag of meemaakte.
o
Iemands stem
wordt feilloos nagedaan, handelingen uitgelegd, (uit)zichten neergetekend,
gewone dingen gekoppeld aan niet voor de hand liggende dingen.
o
Na een schijnbaar
gewoon interactief gesprek of het blijkbaar luisteren naar wat je zegt, zegt Tom
gewoon weer zijn beginzin of stelt hij de vraag nog eens.
o
Als het
stemvolume buitenmatig stil of luid is.
o
Als het lichaam
zich wat houterig (voort)beweegt, maar wat frappant is is dat ze desondanks
met grote precisie vlak langs een voorwerp kunnen gaan.
Probleemstellingen opvangen
Eigenlijk zouden alle soorten
opvoeders minstens één lezing moeten bijwonen of er minstens een goed boek over
lezen en laten we niet vergeten dat broers en zussen van een persoon met
autisme eveneens onderhevig zijn aan de situatie thuis. Ook zij leven in die twee verschillende
culturen en mogen als 100% betrokkenen niet worden verwaarloosd. Om de tijdbom die autisme heet tijdig en
voorzichtig te kunnen ontmantelen is het hoogdringend dat het onderwerp
verplichte materie wordt in alle pedagogische studierichtingen.
Het ene kind is het andere niet maar
als dat dan autistisch is, dan staan je voelsprieten als ouder(s) nog meer
rechtop. Je radar staat steeds op scherp
omdat autisme om snelle reacties vraagt.
Het gaat hier voornamelijk over twee zaken. Enerzijds neemt Tom aan dat jij onmiddellijk
begrijpt wat hij bedoelt maar anderzijds dien jij wel soms lange tijd dingen
uit te leggen en te herhalen. Om de druk
voor iedereen draaglijk te houden is het wenselijk dat één van de ouders er
fulltime voor het kind kan zijn, in combinatie met het huishouden én wat rust
voor zichzelf tussendoor.
Als men spreekt van een autist
gaat dit meestal over een bepaalde eigenschap, een bepaald ritueel dat hij of
zij heeft. Er wordt te weinig beseft dat
een autist boordevol zit met dergelijke ritueeltjes en gewoontes die hij na een
tijdje zelf weer verandert. Denk eraan:
Als je enkele malen na elkaar iets op een bepaalde manier doet, gaat hij dat
als een maatstaf zien, waarbij je het waarschijnlijk zal moeten uitleggen als
je het weer anders gaat doen.
Autisten met normale begaafdheid
kunnen ook vaak hun studierichting niet afmaken doordat ze een bepaald vak (dat
gewoonlijk niet echt iets met de beroepskeuze te maken heeft) niet onder de
knie krijgen. Ze blinken uit in de richting
die ze gekozen hebben maar falen door dat ene vak. Het maakt het klassieke onderwijs niets uit
welke drastische gevolgen dat voor iemands leven kan hebben (sommige
leerkrachten echter wel maar die moeten het onderwijsplan ook maar volgen).
Ermee omgaan
Vertrouwen scheppen is een
absolute noodzaak. Tom heeft een soort
naïeve spontaniteit die, in geval van misbruik van vertrouwen (áls hij het kan
zien) een behoorlijke deuk op emotioneel en sociaal gebied kan krijgen, wat op
zijn beurt weer voor nieuwe, voor iedereen frustrerende patronen zal
zorgen. In elk geval is hij heel
afhankelijk van zijn omgeving en in vele gevallen zelfs heel aan-hankelijk. Wees gewoon in de buurt en stand-by voor een
gesprekje of een knuffel, als hij/zij dat wenst en zeg ook een keertje
tussendoor dat je van hem/haar houdt of iets anders liefs.
Sommige ouders, partners of
opvoeders erkennen het speciale gedrag maar wijten het niet aan een beperking
doch onterecht aan de persoonlijkheid.
Je vraagt toch ook niet aan een persoon met één been om twee stappen te
zetten maar waarschijnlijk kan hij of zij veel beter hinkstappen dan mensen met
twee benen. Moeilijk is wel dat een
autist denkt dat anderen dat even goed kunnen of hetzelfde als hij zien of
weten. Zeg hem dat ook hij uitleg moet
geven of frustraties met woorden moet omschrijven. En ach ja, eens misnoegd of boos, dat mogen
we allemaal wel eens zijn (dus ook hij) maar als de situatie al te erg is/wordt
kan je toch maar beter hulp inroepen of dingen gaan bespreken met een goede
autismedeskundige die je best via via
kent. Daarna kan je nog steeds eender
wat zelf beslissen.
Waarschijnlijk ligt het grootste
onbegrip of verwarring bij het willen doortrekken of levellen van niveaus van
bekwaamheid. Mij lijkt het dat, hoe
groter zijn talenten of gaven zijn, hoe minder hij meekan in onze kunstmatige
wereld want het is toch wel een feit dat onze wereld zich meer bezighoudt met
(gedrags)regeltjes en dingen overbodig ingewikkeld maken dan met de essentie ervan.
Daarbij is het niet omdat een autist met 100 blokken een supersonisch bouwstuk
kan maken, dat hij weet hoe hij een trui moet opvouwen. Dit wordt dan weer eerder bepaald door diens
persoonlijkheid met interessegebieden en motivaties. Het voorbeeld blijven geven is de boodschap
maar probeer het wel bij belangrijke (nuttige) dingen te houden.
Weetjes/tips die misschien kunnen helpen:
o Het juiste taalgebruik is belangrijk. Consequent zijn (dus niet onnodig veranderen
van doen en laten) en eenvoudige taal hanteren zonder dubbele bodems. Laat alles verlopen in een goede sfeer. Zelfs duidelijk of kordaat zijn kan ook in
een gemoedelijke sfeer.
o
Oefen je gezag
uit met ingebouwde speling. Ideaal is
het niet maar wat is dat wel? Bv.: Je
kind mag twee snoepjes. Er zijn drie
kleuren. Hij krijgt de derde kleur
ook. De autist ondervindt gezag dát
rekening houdt met zijn argumenten!
o
Meestal weet hij
heel goed wat hij wil maar als dat dan iets is wat te eenzijdig is, bv. steeds
dezelfde dingen willen eten die beperkt zijn in voedingsstoffen, dan kan je er
de voedselpiramide of voedselzandloper bijnemen en hem toch minstens één ding
uit elk vakje laten kiezen. Hij heeft
graag van die concrete voorstellen.
o
Ook met kleding
moet het gewoonlijk heel specifiek zijn: het moet goed zitten, in die bepaalde
stof, met dat colletje, die schoenen (voor die activiteit), enz.
o
Niet bang zijn
voor herhaling, ook al vind jij er niets aan om voor de tiende keer hetzelfde
filmpje op te zetten of nog eens hetzelfde antwoord te moeten geven. Andersom is het soms wel nodig om, als je
ergens een antwoord op wil krijgen, je er nog even Antwoord graag! moet bij
zeggen.
o
Concentratiestoornissen
of net overgeconcentreerd? Bij autisme
is het veeleer dat laatste. Toch is het
eenvoudig om de aandacht van een autist te krijgen, je moet alleen weten
hoe. Leer elkaar kennen, zelfs al woon
je op hetzelfde adres of zie je elkaar heel vaak. Voel aan, sla op en pas desnoods aan.
o
Hetzelfde met
oorzaak en gevolg. Leer tussen de regels
lezen (dit echter niet van de autist verwachten!). Bv.: Hij of zij wordt zomaar heel lastig en
zegt niet waarom. Ga in gedachten terug,
zie waar de kink in de kabel zit en sla op in je geheugen voor een volgende
keer. Het is echt vaak helemaal niet
moeilijk!
o
Bestudeer de
logica van de autist. Typisch is dat hij
zijn omgeving scant. Het lijkt alsof
hij rechtdoor kijkt (met wat wazige/glazige blik) maar neemt allerlei in een
mum van tijd op. Verschillend met onze
waarneming kan het wel zijn dat hij eerst de poten van de tafel ziet en dan pas
het tafelblad, terwijl wij de tafel in haar geheel zien staan. Eigenlijk kan je dit doortrekken naar het
(beperkt of net bijzonder) vermogen dat hij de dingen zeer gedetailleerd ziet.
o
Vergis je niet,
een autist heeft een veel uitgebreidere creatieve geest (met de juiste tools)
dan wij. Het moet alleen iets zijn waar
hij interesse in heeft of gemotiveerd voor is.
En anders
veel succes! Let op:
Een autist kan zeker wel altruïstisch zijn en mededogen voelen, maar ernaar
handelen doet hij niet altijd.
o
Gedragscodes zijn
hem vreemd, in die zin dat hij er de logica niet van inziet dat bijvoorbeeld
leerlingen moeten rechtstaan als de directeur binnenkomt maar dat dat in het
omgekeerde geval niet hoeft. En wie
heeft er weer gelijk? Inderdaad! Er zijn heel wat andere spontane manieren om
appreciatie te tonen voor mensen die dat (extra) zouden verdienen en
desgevallend zal een autist zijn respect, bewondering of genegenheid ook tonen,
subtiel of niet subtiel.
o
Je kan beter niet
te veel klagen waar hij bij is. Het
lijkt vaak alsof ze met hun gedachten ergens anders zijn maar vangen meer op
dan dat je zou denken. Andersom is ook
mogelijk, dat je denkt dat hij luistert maar dat niet doet. Vraag hem om even te herhalen of het kort op
een notablaadje te schrijven, zodat hij het later nog kan bekijken. Waarschijnlijk zal je hem ook daar nog even
moeten aan herinneren, maar evengoed van niet want ze zijn er in alle maten en
soorten!
o
Wees in de omgang
noch kleinerend, noch verafgodend.
Behandel hem zeker niet alsof hij een sukkeltje is (want dat is hij
niet!) maar doe gewoon. De meesten zijn
échte lieverds, gewoon met hopeloos vervelende kantjes en net zoals bij
niet-autisten (die ook kronkels hebben want iedereen heeft er!) moeten mensen
alleen aan elkaar gewoon worden, oplossingen bedenken en afspraken maken (dit
alles op een verantwoorde en positieve manier, natuurlijk!).
o
Wees blij met
elke vooruitgang en aanvaard de terugvallen van tussendoor. Blijf jouw opvoeding aanbieden en je zal
zien dat het kind deze op zijn tijd zal oppikken. Hij of zij verwacht dan wel dat ook jij je
houdt aan je eigen regels.
o
Stippel voor
jezelf momenten van ontspanning uit, ga eens verzuchten bij een psycholoog of
hulplijn, creëer momenten die je samen doorbrengt maar dat ieder zijn ding
doet, enz.
o
Minimaliseer niet
wat hem interesseert of waar hij mee bezig is.
Het is absoluut evenwaardig met jouw interesses of bezigheden. Vergeet niet dat de autist een ander (soort)
sociaal leven heeft, dat evengoed kan bestaan uit gamefiguurtjes waar wij
misschien eerder plezier vinden bij vrienden van vlees en bloed.
o Leer hem in niet-stress-periodes zich uit te drukken
met woorden en als je beeldspraak gebruikt (gezegdes, spreuken,
), leg die dan
meteen erna uit met gewone woorden, dus zeggen wat je bedoelt en hoe je dat
bedoelt. Wees duidelijk en gedetailleerd
maar maak je zinnen niet te lang.
o Hoewel gelaatsuitdrukkingen moeilijk of niet te lezen
vallen door een autist, kan hij toch informatie uit je lichaamstaal halen,
t.t.z. hij kan op een intuïtieve of
instinctieve manier zowel vrolijkheid als onrust aanvoelen, misschien wel meer
dan dat wij dat kunnen. Gelukkig zijn er
onder autisten heel wat vragenstellers zodat je kan weten wat hen bezighoudt of
waar ze mee zitten. In de andere
richting blijft het moeilijker om door te dringen, hoewel, op sommige momenten
of met bepaalde dingen hebben zij iets al begrepen vanaf het eerste woord.
o
Hoe
berispen? Men zegt dat boos worden niet
helpt en zelfs meer kwaad dan goed kan doen.
Toch is (neutrale) kordaatheid een goede uiting, als het ware een manier
om duidelijk te zijn en de situatie te programmeren (desnoods ook met
herhaling). Je zegt dan gewoon: Dit of
dat doe je áltijd of nóoit in dit of dat geval. Het is belangrijk dat een concrete berisping
(of compli-mentje) bij een bepaalde concrete situatie behoort. Ben je toch te ver uit je krammen geschoten,
maak het zo snel mogelijk goed en bedenk een oplossing die voor beiden goed is,
voor als de situatie zich nog eens voordoet.
o
Eén spoor
verleggen kan de hele verdere dag bepalen.
Enkele voorbeelden:
o
Bij het afscheid
aan de schoolpoort een bepaald aantal kusjes geven of bepaalde zinnetjes
uitwisselen.
o
Pas drinken als
de fles tot de bovenste opdruk gevuld is of uit een bepaald bord eten en op een
bepaalde stoel zitten.
o
Uit een hele
reeks van schijnbaar dezelfde speelgoedjes er één bepaald willen hebben. Hij ziet de verschillen! (vergelijkbaar met een kleurenblinde ; die
ziet ook beter een groene vogel in een groene boom)
Ook ontzettend leuke en sympathieke kanten!
Tom en ik amuseren ons ook heel
erg met elkaar, gewoon met of door futiliteiten. Net doordat onze omgang gebaseerd is op
eenvoudige (lees: duidelijke) communicatie is het vaak zelfs simpeler dan met
andere mense
|