Joannes
KERREMANS ( of bijgenaamd Peter Kerreman)
Wannes, want zo
was hij gekend, werd geboren in januari 1866 te Westrode.
Hij was de
jongste uit een gezin van 9 kinderen. Zijn eerste zus werd geboren in 1849.
Zijn enige broer Luppen (Philippus of Filip) werd geboren in 1852.
Wannes was een
zeer fijnzinnig man, schrander van geest en zeer leergierig. In de toenmalige
bibliotheken van Westrode en Londerzeel had hij spreekwoordelijk bijna alle
boeken gelezen. In de jaren 1885-1900 schreef hij krantenartikels voor de
plaatselijke weekkrant ' De Londerzelenaer'.
Wannes had het in
het ouderlijke huis best naar zijn zin. Als jongste zoon van het gezin werd hij
door zijn zusters in de watten gelegd. De meeste van die zusters waren handige
naaisters, en kleden Wannes tot de best geklede jongen van Westrode. Fier
vertelde hij later dat hij in de streek de eerste pardessus droeg (overjas).
Toen hij zes jaar was in 1870, maakten ze voor hem en soldatenuniform,
gelijkend op het uniform van de Franse soldaten of sansculotten die ons land
bezetten tijdens hun oorlog tegen de Pruisen.
Wannes zijn vader was
timmerman en herbergier. Op de bovenverdieping was er een kleine zaal die
gebruikt werd voor kermisbals en toneel. Hierdoor werd Wannes dan ook een groot
toneelliefhebber en acteur. Zijn moeder , Catherina Van den Bergh uit
Londerzeel, had de handen vol aan de uitbating van de herberg en de verzorging
van de 9 kinderen. Zij bakte bovendien nog brood welke ze verkocht in de
herberg en aan de buren. Haar kleinzoon Frans, en achterkleinkinderen Madeleine,Jan,
Hendrik en Willy zullen haar later opvolgen in het bakkersberoep.
In 1890 op 24-jarige leeftijd deed hij aangifte van het overlijden van zijn
vader Pieter Frans. Zijn grootvader Corneel heeft hij persoonlijk niet gekend,
daar deze 1 jaar voor zijn geboorte overleed.
Wannes bleef lang thuis, waar hij het goed had, tot op 32-jarige leeftijd. Er
was toen bij de buur een trouwlustige dochter, die op de koop toe deboerderij van
thuis kreeg toegewezen. Regina De Hondt was één jaar ouder dan Wannes, en
toen ze trouwden in 1898, had er een spuiter uit de buurt, met krijt het
volgende op de schuurpoort geschreven:
"Kerreman proper, met aa lijf vol koper, met aa gat vol gaad, ge zijt
berrevoets in 't huiseken getraad."
Ze lieten er geen
gras over groeien, want 10 maanden later werd hun eerste zoon Frans geboren.
Wannes schreef naar een vriend in Londerzeel :
" Vroedvrouwe Rosa Van den Broeck heeft ons deze nacht een kloeke jonge
zoon gebracht. Moeder en en kind zijn naar ieders wens ... zo gezond als enen
kwieke mens."
Een jaar nadien
werd zoon Achiel geboren (1900) en opnieuw een jaar later kwan Emiel ter
wereld. Kleinzoon Willy zal deze regelmaat navolgen door ook drie zonen te
produceren, maar dan aan een tempo van één zoon om de zeven jaar.
Doch het geluk
van de familie Kerremans - De Hondt was van korte duur. Op 12 september 1905,
op 41-jarige leeftijd overleed zijn vrouw Regina ... en Wannes was weduwnaar
met 3 zonen, waarvan de oudste amper 6 jaar was geworden.
Doch de tijd
heelt de wonden, en op 27 september 1906 hertrouw Wannes met de 4 jaar oudere
Christina De Bondt uit Londerzeel. Met deze tweede vrouw van 44 jaar, had hij
een goede levensgezellin en werkkracht in huis gehaald. Helaas ook deze tweede
vrouw stierf te jong in 1925, en Wannes was voor de tweede maal weduwnaar.
Tussen 1923 en
1930 huwden Wannes zonen.
Frans huwde Elisa Van Doorselaer. Hij werd bakker en Lisken had de herberg,
winkel en zes kinderen onder haar beheer. Zijn bakkersvaardigheid werd
voortgezet door zijn kinderen en vandaag beklemtoond door kleinzoon Yves.
Achiel huwde Catharina Van Hoorebeeck. Zij bleven op de ouderlijke boerderij en
kweekten kolen, waar vele kinderen uit kropen.
Emiel, bijgenaamd Bernard, huwde Katrien Van Mol, en werd beenhouwer. Uren in
't ronde waren zijn pensen gewaardeerd. Menig uit de kluiten gewassen
boerenvarken is gesneuveld onder zijn scherpe messen. Zijn vakkundigheid wordt
vandaag bevestigd door zijn kleindochter Gisele. Wannes woonde in bij zoon
Achiel op de boerderij. De verstandhouding was er uitstekend. Doch in 1936
sloeg het noodlot opnieuw toe. Schoondochter Katrien overleed na een
kortstondige ziekte. De familie Kerremans was in rouw. Ieder voelde met Achiel
en Wannes mee. Ze bleven achter met zes kinderen, vijf meisjes en een jongen.
In de daarop volgende jaren liet de toen 70-jarige Wannes zich van zijn beste
kanten kennen. Op alle gebied - op 't veld, in de moestuin, in de keuken,
en in alle dagelijkse sleur was hij van onschatbare waarde. De kinderen van
Achiel weten nog te vertellen, dat Wannes zo lekker ajuinsaus met spek kon
klaarmaken. Ook de schoolgaande jeugd kon bij Wannes terecht met hun vragen, en
zelfs veel later, wanneer de meisjes groot waren, wist hij met hen raad te
geven in hun vrijage met het andere geslacht.
Eén zaak had
Wannes gemeen met zijn drie zonen. Het waren alle vier verstokte kaartspelers.
Wannes was bovendien diep gelovig, en hij volgde op de voet de politiek en het
wereldnieuws. Hij schreef foutloze brieven voor de wie het hem vroeg, en bij
feestelijkheden waakte hij op- en jaarschriften. Zijn favoriete schrijvers
waren Streuvels, Timmermans, Conscience en Jules Verne. Hij geloofde in de
landing op de maan en de verovering van het luchtruim. Hij zei ook dat de
mensen van de toekomst groter en sterker zouden worden, maar dat dit spijtig
genoeg gepaard ging gaan met machtsdrang en vechtlust.
Maar wat Wannes,
buiten zijn familie, het 't meest aan 't hart lag was de Vlaamse beweging. Zijn
oudste zoon Frans heeft die microbe overgenomen. De leuze van Wannes was
"Het Vlaams verder te brengen dan den Drijpikkel". Dit was de
benaming van het grensgebied tussen Meise, Wemmel en Grimbergen, want eens daar
voorbij werd er hoofdzakelijk Frans gesproken. Op 1 augustus 1955, op bijna
90-jarige leeftijd, overleed deze kranige grijsaard. Zonder noemenswaardige
ziekte te hebben gekend. In volle tegenwoordigheid van geest, vroeg hij aan
zijn zoon Achiel, om hem zijn beste kostuum aan te trekken ... en hij zei :
" Ik ga vertrekken." (qua kledij heeft Wannes zich steeds tot in de
puntjes verzorgd). Hij vroeg vooral om voor hem niet te wenen, want hij had in
dit leven zijn deel gekregen. Op deze waardige wijze en met deze laatste
wilsbeschikking deed Wannes de stap naar het hiernamaals, diepgelovig en
hierdoor zonder vrees voor de dood.
Opgtekend door
Hendrik Frans Kerremans, ter gelegenheid van een familiefeest op 16 april
1994.
|