 |
|
10-12-2012 |
dialoog 'Bij de oogarts' |
Oogarts
|
Goedemorgen.
Kom maar binnen. Gaat u zitten.
|
Patiënt
|
Dank u wel.
|
Oogarts
|
Waarmee kan
ik u helpen?
|
Patiënt
|
Ik draag een bril,
maar ik zie niet meer genoeg met mijn bril. Ik denk dat ik sterkere glazen
nodig heb.
|
Oogarts
|
Hoeveel heeft
u nu van sterkte?
|
Patiënt
|
Mijn
linkeroog -2,25 en mijn rechteroog -3,50.
|
Oogarts
|
U mag in de
stoel gaan zitten en de bril opzetten.
Kan u de bovenste rij letters lezen?
|
Patiënt
|
Ja, E G K M
P.
|
Oogarts
|
En de onderste
rij?
|
Patiënt
|
Die kan ik
niet meer lezen.
|
Oogarts
|
Goed, ik maak
de bril sterker.
Kan je de
laatste rij nu lezen?
|
Patiënt
|
Ja, B T D S P
O L V.
|
Oogarts
|
| | |