Ik heb vannacht gedronken en gezien
Hoe geen vrouw ooit krijgt wat ze verdient
Het zien duurt een seconde, de gedachte blijft voor altijd
Ik heb vannacht gedronken en gezien
Ik heb vannacht gedronken en beleefd
Hoe geen vrouw ooit terugkrijgt wat ze geeft
Er is geen macht ter wereld die niet vroeg of laat opzijtrapt
Ik heb vannacht gekeken en beleefd en
Blauw, blauw, blauw
Keer ik terug naar jou
Blauw, blauw, blauw
Yeah, blauw
Ik heb zojuist gedronken en gezien
Hoe jij van mij nooit krijgt wat je verdient
Als weer een die altijd vooruit en daarom nooit opzijkijkt
Ik heb vannacht gekeken en gezien
En het zien duurt een seconde
De gedachte blijft voor altijd
Blauw
Dus hier kom ik aan hier ben ik
Lief ik geef mezelf aan jou
Blauw
O Captain my Captain! our fearful trip is done, The ship has weathered every rack, the prize we sought is won, The port is near, the bells I hear, the people all exulting, While follow eyes the steady keel, the vessel grim and daring; But O heart! heart! heart! O the bleeding drops of red, Where on the deck my Captain lies, Fallen cold and dead.
O Captain! my Captain! rise up and hear the bells; Rise up--for you the flag is flung for you the bugle trills, For you bouquets and ribboned wreaths for you the shores a-crowding, For you they call, the swaying mass, their eager faces turning; Here Captain! dear father! This arm beneath your head! It is some dream that on the deck, You've fallen cold and dead.
My Captain does not answer, his lips are pale and still; My father does not feel my arm, he has no pulse nor will; The ship is anchored safe and sound, its voyage closed and done; From fearful trip the victor ship comes in with object won; Exult O shores, and ring O bells! But I, with mournful tread, Walk the deck my Captain lies, Fallen cold and dead.
Als ik kijk naar de kristalmaan, de rode tak van trage herfst bij mijn raam, als ik, bij het vuur gezeten, de ongrijpbare as neem of rimpelig lijf van brandhout, weet je, dat alles mij tot jou voert, alsof alles wat bestaat, geuren, licht, metalen, scheepjes zijn die varen naar jouw eilanden die me verwachten.
Welnu dan, als beetje bij beetje jouw liefde voor mij minder wordt, zal beetje bij beetje mijn liefde voor jou minder worden.
Als je me plotseling vergeet, zoek me niet, want ik zal je reeds vergeten zijn.
Als je de wind van vlaggen die door mijn leven waait waanzinnig en lang vindt, en je besluit me aan de oever te laten van het hart waarin ik wortel bedenk dat op die dag, op dat uur, ik mijn armen op zal heffen, dat mijn wortels naar buiten komen om andere grond te zoeken.
Maar als je dag na dag, uur na uur, voelt - onverzoenlijk lief - dat je voor mij bestemd bent, als, dag na dag, een bloem aan je lippen ontstijgt om mij te zoeken, ach dan, allerliefste, komt dat vuur weer in mij op, in mij blust niets of wordt vergeten, mijn liefde voedt zich aan jouw liefde:
zolang je leeft zal mijn liefde in jouw armen zijn zonder mijn armen te verlaten.
Ode aan de tomaat - Pablo Neruda was communist en schreef gedichten over zeer gewone dingen zoals tomaten en ajuinen
Twintig jaar geleden was deze tekst mijn examen voor Voordracht en ik heb er altijd evenveel plezier aan beleefd
Ode aan de tomaat - Pablo Neruda
Middag en zomer, de straat verdrinkt in tomaten, het licht deelt zich in twee tomatenhelften en het sap stroomt door de straten.
In december breekt de tomaat z'n ketenen en dringt de keukens binnen, komt aan voor de lunch, gaat kalm zitten in de dressoirs tussen de vazen en botervlootjes en de blauwe zoutvaatjes. De tomaat heeft een eigen licht en een goedaardige grootheid. Maar helaas we moeten hem vermoorden, het mes zinkt diep in zijn levend vlees, de rode ingewanden, een nieuwe zon, diep en onuitputtelijk.