zei zij ,
ìk ben de aangever
ik ben een dicipel
( ik heb het opgezocht in een woordenboek -dicipel - leerling
een apostel,
(apostel- verkondiger v.h. geloof inzake het christendom
apostel - leerlingen van Jezus!
en niet zomaar een,
!een belangrijke,, ......ik (R)
ik ben een Petrus,
en ik zei haar, dat Petrus Jezus
drie keer had verloochend
zegt zij (R)
dàt
zou ìk nòòit doen
wat ik beloof daar houd ik me aan
en ik zeg,
dat,
wist Jezus, Hij wist al,
dat in de beproeving, wanneer het er echt op aan kwam
dat, Petrus , Hem, zou verloochenen
ik zei haar, ieder mens heeft zijn eigen zwakheden en sterke, kanten
ieder heeft zijn eigen talenten en gaven
Als je dàt bedenkt, en je weet hoeveel mensen, dìe elkaar aanvullen,
elkaars tekorten, en vèrvolmaken.
Er is gèèn enkele mens, apostel of disipel die belamgrijker is,
hoger, of de eerste,
Ieder doet zijn deeltje,
van dat kleine deeltje dat ieder op zijn eigen manier geeft
zal God
wanneer het samengaat, ìets, groots maken
en, dat Petrus, als
hoofd van de Kerk ,
is aangewezen