Evangelie: Mt. 15,21-28
Vandaag in het evangelie hoort een Kananese vrouw,
dus een niet joodse, van Jezus.
Wat Hij allemaal doet, ja hoe goed Hij is voor de mensen.
Zij gaat daarom naar Hem toe om iets te vragen.
Niet voor zichzelf, maar voor haar dochter.
Hoe pijnlijk moet het voor haar niet geweest zijn,
te moeten merken dat Jezus net doet of zij er niet is.
Jezus negeert haar,
geeft haar in het geheel geen antwoord.
Wat is er pijnlijker dan dat?
Mensen kunnen je zeggen dat ze geen tijd voor je hebben,
of dat ze jouw aanwezigheid niet op prijs stellen.
Dat is natuurlijk pijnlijk,maar dan weet je waar het op staat.
Jezus zegt niets.
Het lijkt of zij lucht voor Hem is.
De vrouw laat zich echter niet zo gemakkelijk uit het veld slaan.
Zij blijft aandringen.
Dat is duidelijk te merken aan de reactie van de leerlingen.
Die willen dat Jezus iets zegt: stuur die vrouw toch weg, want ze blijft ons
achterna roepen'.
De leerlingen zijn zichtbaar geïrriteerd.
Wat moet die heidense vrouw toch?
Ze is toch geen joodse?
Wat verbeeldt zij zich!
Die,hoort er niet toch niet bij.
Jezus schijnt dat te bevestigen, Hij zegt:''Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden."
En omdat zij blijft aandringen voegt Hij er nog aan toe:
Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven."
Als je dit hoort dan zou je denken: Sorry maar als iemand zoiets tegen je zegt...
Je zou verwachten dat ze ermee stopt,
zich beledigd zal voelen, of in ieder geval niet meer de energie zal hebben
om nog verder te gaan.
Maar het tegendeel gebeurt.
In plaats van beledigd te zijn, of ontgoocheld te raken door de woorden van Jezus,
het niet meer zien zitten, ziet zij juist in dit antwoord van Jezus de openheid
dat Hij haar wil helpen.
Ze gaat niet de beledigde spelen,
degene die nu toch voor haarzelf moet opkomen,
die duidelijk moet maken dat dàt toch niet kan.
Nee, zij neemt eenvoudig als zij is
de woorden van Jezus over
en zegt:
"Toch wel Heer, want de honden eten immers toch ook de kruimels
die van de tafel van hun meesters vallen."
De vrouw voelt aan, dat Jezus niet iemand kan zijn die mensen afwijst.
Die, zoals de leerlingen of zoals wij mensen kunnen doen,
anderen het gevoel kunnen geven dat zij er niet bij horen: "Stuur ze toch weg!
of zoals groeperingen in onze tijd wel schreeuwen: Nederland voor de Nederlanders"...
De vrouw voelt aan dat Jezus haar op de proef stelt.
dat het Hem om iets anders te doen is.
Jezus toetst haar geloof,
Haar eenvoud,
haar gehoorzaamheid.
Of zij standhoudt,
blijft vertrouwen
ook als zij niet meer echt begrijpt waarom het oz moet gaan,
dat Hij zoiets kan zeggen.
En die trouw heeft Jezus beloond.
Bovendien heeft Hij door haar
laten zien dat Hij niet alleen voor een beperkte groep is gekomen
maar voor ons allen.
Jezus is voor iedereen gekomen,
niet alleen voor joden,
het uitverkoren volk van het Oude Verbond
maar voor alle mensen.
Zoals de eerste lezing uit de profeet Jesaja dat duidelijk maakte:
"Mijn huis zal een huis genoemd worden voor alle volken."
- Jes. 56, 1. 6-7
|