Daphne is een dochter van rijke ouders. Ze wordt ontvoerd door drie misdadigers, die losgeld willen van haar vader en ze wordt opgesloten in een kelder. Telkens als het etenstijd is krijgt Daphne eten van dezelfde misdadiger. Daphne en hij raken aan de praat, en ze begint hem aardig te vinden. David (zo noemt ze hem in gedachten) brengt haar schone kleren en water om zich te wassen, en dat is iets wat die 2 anderen nooit zouden doen. David troost Daphne als ze verdrietig is en beschermt haar tegen de 2 andere misdadigers die haar het liefst willen vermoorden. Dan weet Daphne het zeker: ze is verliefd op David en hij ook op haar. Als de vader van Daphne het losgeld heeft betaald zegt David dat alles goed komt, en dat ze zich geen zorgen moet maken over dat ze vermoord zal worden. Daphne heeft zich voorgenomen om David niet te verraden tegenover de politie, maar nadat Daphne thuis is en alle politieverhoren al heeft gehad komt ze er toch achter dat David haar gebruikt heeft, zodat hij niet gepakt werd door de politie.