LO door diego de roo Jonas Stroobandt, Tom Lauwaerts
Lichamelijke opvoeding is de naam voor bewegingsonderwijs op het Voortgezet onderwijs (Nl) of secundair onderwijs (Vl). In de volksmond kent men dit vak als turnen, gymnastiek of gewoon gym. Ook in het basisonderwijs staat het standaard op het programma.
Tot ongeveer 1980 werd gymnastiek meestal aan jongens en meisjes apart gegeven (behalve op kleuterscholen). Tegenwoordig is het meestal gemengd. Over het algemeen is men van mening dat voor het laatste aparte kleedkamers beschikbaar moeten zijn.
Op de meeste scholen wordt het vak Lichamelijke opvoeding gebruikt om fysieke inspanning aan te moedigen door middel van het uitoefenen van verschillende sporten. Het vergroot de conditie en gezondheid van de leerling en het verbetert team-opbouw, samenwerking, sportiviteit en eerlijk spel. Sporten die worden beoefend zijn o.a.: gymnastiek, voetbal, trefbal, softbal, basketbal, volleybal, atletiek, hockey en turnen. De kerndoelen binnen lichamelijke opvoeding zijn geschreven voor de volgende domeinen:
Hout van verschillende boomsoorten heeft verschillende eigenschappen. Dikwijls wordt er een grove indeling gemaakt van de houtsoort in loofhout (ook wel hardhout) en naaldhout (ook wel zachthout). Naaldhoutsoorten, bijvoorbeeld vurenhout en grenenhout, zijn vaak vrij zacht, terwijl sommige loofhoutsoorten bijvoorbeeld eikenhout veel zwaarder en harder zijn. Als een houtsoort hard is, hoeft zij niet moeilijk te bewerken te zijn: zo is mahoniehout een mooi rode houtsoort, behoorlijk hard maar zeer makkelijk te bewerken en uitstekend geschikt voor kostbare meubelen. Anderzijds is balsahout (een loofhoutsoort) zeer licht en zacht, wat het nuttig maakt voor toepassingen zoals voor modelbouw bij modelvliegtuigen.
Bovendien heeft hout van verschillende soorten:
verschillende kleur en tekening,
verschillende volumieke massa (in de praktijk wordt hout niet gemeten in soortelijk gewicht maar in volumieke massa)
verschillende splijteigenschappen en
verschillend gedrag bij wisselende vochtigheid,
verschillende sterkte,
verschillende gevoeligheid voor klimaateigenschappen en