Directeur of directrice is de algemene benaming voor iemand die de leiding heeft over een organisatie, bedrijf, dienst of afdeling. Deze persoon kan bijvoorbeeld de leiding geven aan een handels- of industriële onderneming, ziekenhuis, school, museum etc. (bijv. financieel directeur, personeelsdirecteur, schooldirecteur enz.).
Een secretaresse is een persoon die vaak als werknemer het secretariaatswerk opneemt voor meestal een functionaris of een instantie in een ondersteunende rol. Dit kan gebeuren als iemand zelf geen tijd heeft om zich daarmee bezig te houden, bijvoorbeeld artsen of directeuren. Een secretaresse is niet de vrouwelijke vorm van secretaris. Een 'mannelijke secretaresse' krijgt doorgaans de titel secretariaatsmedewerker.
artikel: computerprogrammeur of een Softwareontwikkelaar
Een persoon die, of een bedrijf dat zich bezighoudt met het programmeren van software is een softwareontwikkelaar. Iemand die zich daarmee bezighoudt wordt ook wel programmeur, computerprogrammeur of applicatieontwikkelaar genoemd. Het beroep wordt in het Engels (software) developer genoemd.
In de begindagen van de computer hield een programmeur zich nog bezig met de hardware en programmeerde zij (zelden hij) de computer door het maken van de nodige verbindingen, bijvoorbeeld door het plaatsen en verwijderen van stekkers en/of verbindingen. Tegenwoordig bestaan er programmeertalen die de programmeur veel hulpmiddelen aanreiken.
Boekhouding is het systematisch vastleggen van financiële feiten van een persoon, een bedrijf of een instelling met als doelen: het verschaffen van inzicht in de financiën en het afleggen van verantwoording over het gevoerde financiële beleid.
Iemand die in deze discipline werkzaam is, wordt een boekhouder of administrateur genoemd. De boekhouding resulteert meestal in een grootboek, dat op zijn beurt weer wordt gebruikt om de jaarrekening te maken. Het grootboek bestaat uit rekeningen of kaarten waarop per soort financieel feit de waardeveranderingen worden weergegeven. Het grootboek wordt ingeboekt met journaalposten ("boekingen").
Mede op basis van het grootboek worden de jaarstukken opgesteld, bestaande uit de jaarrekening (balans en winst- en verliesrekening, met toelichting) en het jaarverslag (tekstuele toelichting bij de jaarrekening en verwachtingen). De boekhouding wordt meestal gevoerd op een computer in een boekhoudprogramma.