Vleesrunderen worden tijdens de afmestingsperiode en buiten het weideseizoen uitsluitend binnen gehouden. Bovendien komen zij - net als alle andere landbouwdieren - voortijdig aan hun einde, na ongeveer 2 jaar. Hetzelfde geldt voor melkkoeien, die worden geslacht wanneer ze gemiddeld 5 jaar oud zijn, omdat tegen die tijd de melkproductie doorgaans onvoldoende is geworden of wegens vruchtbaarheids-, uier- of andere problemen van het dier.1 Om de melkproductie op peil te houden is het nodig dat melkkoeien ongeveer elk jaar een kalfje krijgen.2 Dit kalfje wordt doorgaans onmiddellijk van zn moeder gescheiden, en de mannetjes worden vaak opgefokt als kistkalf. Dit is een vleeskalf dat zijn hele leven (ca. 26 weken) doorbrengt in een houten kist die zo klein is dat het dier er zich zelfs niet in kan omdraaien. Zo belet men dat het zijn spieren te veel zou ontwikkelen, en blijft het vlees mals. Omdat de consument wit-roze vlees verkiest, krijgt het dier een ijzerarm dieet, waardoor het bloedarmoede ontwikkelt. Wanneer het kalfje slachtrijp is, en naar het slachthuis wordt afgevoerd, kan het amper lopen.