gedrag van katten
Woed
|
Oren: rechtop en naar achteren. Snorharen: naar voren. Ogen: wijd open en de pupillen zijn spleetjes. Staart: zwiept heen en weer. |
Angst
|
Oren: opzij en plat tegen de kop. Snorharen: naar achteren, plat tegen de kop. Ogen: pupillen zijn groot. Staart: naar beneden en dik. Lichaam: hoge rug. |
Opwinding
|
Oren: rechtop naar voren. Snorharen: naar voren en wijd uit. Ogen: ogen zijn wijd open en pupillen staan ook open, maar niet zover als bij angst. Staart: Zwiept heen en weer, maar niet zo hard als bij woede. Soms gaat alleen het staartpuntje heen en weer. |
Schrik is geen emotie, maar eerder het gevolg van een aantal emoties. Zo kan hij in zijn spel een dikke staart krijgen, een hoge rug opzetten, maar als hij onderbroken wordt en aangehaald onmiddellijk goedmoedig reageren.
|