Pierre is zijn drankprobleem beu en wil naar een afkickcentrum.
In de buurt schijnt er een zeer goed centrum te zijn. De Pelgrim. Onderweg naar het centrum stopt Pierre nog bij elk café om zijn laatste moment van vrijheid, bij het drinken dan, te genieten. Eenmaal aan het centrum springt er een man met het hoofd eerst uit het raam, na de val geeft de man alleen maar stuiptrekken. Maar Pierre gaat gewoon binnen.
Ik vind het jammer dat Pierre naar een afkickcentrum gaat, het gevoel van het boek waarin een gortig familietje speelt verzwakt hierdoor.
De moeder van Dimitrie heeft een plaspas. Een soort van betaalkaart waar alle gegevens opstaan: naam, adres en een fotootje erbij. Voor de foto van haar plaspas is moeder speciaal naar de fotograaf gegaan, ook de kapper en de tandards heeft ze bezocht. Zelfs de snor van moeder moest eraan geloven, dit was da taak van Dimitrie, omdat moeder geen masochist was. Het was handig voor beide, moeder was haar snor kwijg, en Dimitrie kon zich afreageren. Moeder schaamt haar voor niets, behalve voor Dimitrie. Dimitrie heeft tijdens zijn geboorte zijn moeder incontinent gemaakt. Als ze samen naar het strand gaan wandelen, loopt Dimitrie van zijn moeder weg, om haar nooit meer terug te zien.
Met dit hoofdstuk erbij heeft het boek een andere wending gekregen, de nieuwe situatie van Pierre die in een afkickcentrum zit, de slechte band die Dimitrie en zijn moeder hebben, en Dimitrie die dan wegloopt.
Door dit hoofstuk heb ik een stuk van mijn intresse terug gekregen in het boek.
In het vijfde hoofstuk komt er een vrouw aanbellen bij familie Verhulst. Ze komt voor Pierre. Dimitrie doet open en maakt zijn nog roes uitslapende vader wakker. Pierre vraagt aan zijn zoon of het de vrouw is van de avond ervoor, maar de vrouw is van de dienst Jeugdzorg.
Ze komt de leefomstandigheden van Dimitrie onderzoeken
Het vijfde hoofdstuk is maar een kort hoofdstuk, het is zeg maar een inleidend hoofdstuk om mee te kunnen zijn met de rest van het boek.
Omdat dit hoofdstuk niet al te veel inhoud geeft aan het boek, ben ik er ook niet echt door geboeid.
Zoals ik al zei, valt het boek wat tegen, maar toch wil ik weten hoe het volledige verhaal in elkaar zit dus blijven lezen is de boodschap.
In hoofdstuk vier komt er een deurwaader langs en neemt de televisie in beslag. Nonkel Zwaren heeft heel wat schuld gemaakt bij een gokmachine.
En dat net op de avond dat het live concert van Roy Orbison is, wat een tegenvaller. Maar gelukkig weet nonkel Zwaren dit probleem op te lossen, ze gaan het live concert bekijken bij een Iranees immigrantenkoppel. Als bedanking nemen ze een oude sanseveria en een bak bier mee.
Zoals gewoonlijk maakt de familie Verhulst er weer een heus feest van. Wanneer Dimitrie's vader het liedje 'Only the lonely' hoort, begint hij te huilen.
Ik vond dit hoofdstuk beter dan het vorige, maar van wat ik tot nu toe gelezen heb, had ik meer verwacht van het boek.
De schrijfstijl van Dimitrie Verhulst spreekt mij wel aan, maar er zijn onderwerpen in het boek waar ik liever wat langer over doe dan een halve pagina. Op naar het volgende hoofdstuk dat hopelijk niet tegenvalt.
Er wordt een Drankkampioenschap georganiseerd ter promotie van Omer's café, de Liars Pub.
De meeste evenementen die Omer organiseert zijn de reden waarom hij met de politie in aanraking komt.
Omer was van plan om een Tour de France te organiseren, maar dan naakt. De route lag door het dorp en omdat er meer dan zeker politie aanwezig zou zijn, heeft hij er een Tour de France met drinken van gemaakt.
Op de nacht van het Drankkampioenschap waar Herman zich voor had ingeschreven, belde er zo rond vier uur 's nachts iemand aan.
Het was een politieagent, hij wou zo nodig binnen komen om moeder te vertellen dat er een Verhulst in comatieuze toestand in het ziekenhuis lag.
Moeder had zich heel haar leven bezig gehouden met kinderen grootbrengen dus verstond er helemaal niets van en zei de man dat hij moest vertrekken omdat ze wou verder slapen.
Ik vind dit hoofdstuk een intressant hoofdstuk, het begin toch. maar er wordt niet dieper ingegaan op het hele gebeuren van de drankwedstrijd, dus dat valt dan weer tegen.
'Palmier had alles van een zeemeermin'. Palmier was een oud vrouwtje waarvan de leeftijd onbekend is, ze was slank, stonk naar vis
en er deed een gruwelijk verhaal de ronde over haar. Het verhaal deed de ronde dat ze al vaker was bevallen dan men kon nagaan in het
geboorteregister en dat zij de baby's haar vijver gooide. Dimitrie ging vroeger bij de vijver zwemmen met vrienden.
Als zoals gewoonlijk Dimitrie en vrienden langsgaan om hutsepot af te geven bij Palmier, is Blondi de waakhond bevallen van vijf puppies en beveelt Palmier
hen om de puppies in de vijver te smijten.
In dit hoofdstuk krijg je informatie over de dorpsoudste Palmier, met haar bekende vijver 'De vijver der gezonken babylijkjes'. Er wordt ook verteld hoe Dimitrie opgroei tussen jongens en meisjes van het dorp. Ik vond dit een minder interessant hoofdstuk om te lezen, het slaat tegen na het eerste hoofdstuk.
Tante Rosie keert terug naar Reetveerdegem. Ze heeft haar dochter Sylvie meegenomen. De intrek van tante Rosie en haar dochter doen Dimmitrie, zijn vader en nonkels niet echt goed. Het voelt aan alsof Sylvie neerkijkt op hun, op al hun gewoontes en manieren.
Dimmitrie kent zijn nicht eigenlijk helemaal niet, hij heeft haar nog maar een paar keer gezien, op begrafenissen of huwelijken.
'S avonds nemen ze Sylvie mee naar café 't hoekske waar ze eerst limonade dronk. Light, sugarfree.
Toen ze moest bewijzen dat ze een Verhulst was en bij de clan hoorde, vroeg ze een pintje. Het was haar eerste pintje. Ze zette zich in positie zoals ze had afgekeken van haar nonkel en dronk de pint in één teug leeg.
André een man in het café wou van Sylvie 'een echte' maken, en leerde haar een liedje vol vadsige praat.
Als je het eerste hoofdstuk leest kom je al direct in de sfeer van het vuile onbeschaamde familietje waarover het gaat in dit boek.
De manieren en gewoontes van de familie worden zo geurig uitgedrukt dat je het je helemaal kunt voorstellen.
In afwachting op het boek heb ik een boekrecensie gelezen over De Helaasheid Der Dingen.
Door dit gelezen te hebben ben ik eigenlijk zeer nieuwschierig geworden naar het boek.
Dimitri Verhulst - De helaasheid der dingen
In 'De helaasheid der dingen' (Contact) zoekt dertiger Dimitri Verhulst naar de mooiste woorden voor het lelijkste Vlaanderen. In Reetveerdegem, het Aalsterse barakkendorp dat als locus terribilis van deze autobiografische schetsen fungeert, laten vaders bulderend bierscheten, heffen straalbezopen dwergvrouwen hun rokken op en wint men drie bakken bier wanneer men er als eerste in slaagt de onderbroek van het meisje van de Bijzondere Jeugdzorg van nabij te bekijken. Als men al werkt, is het als facteur, en valt men doorgaans voor tien uur 's ochtends van zijn fiets.
Als weinig andere Vlaamse schrijvers slaagt Verhulst erin dialect te laten klinken als Nederlands, dat bovendien rijmt met zijn nostalgische, soms wat hooggestemde inborst. Wanneer Dimmetrieken in een arcadische scène aan de dorpsvijver de borsten van een zekere Helene 'met een plop' te voorschijn ziet springen, krijgt hij een 'gevoel dat men, indien mogelijk, in potjes zou willen doen'. Alinea's beginnen met de zin 'Ook aan die avond is een eind gekomen', en wanneer Verhulst aan het slot nog eens naar Reetveerdegem terugkeert, is het vol afschuw, onaangepastheid en weemoed.
Anders dan in 'Problemski Hotel' (zijn korte roman over het asielzoekerscentrum in Arendonk) beperkt Verhulst zich hier tot zijn eigen verleden. Dat perkt de thematiek nogal in, maar geeft hem tegelijk de gelegenheid om met hart en ziel te lachen en te huilen, bijvoorbeeld met de alternatieve Tour de France van achttien enthousiaste zuipers - één pint per vijf kilometer, en whisky en wodka voor de Tourmalet. In het heden van Verhulst is er een vaste vriendin en een kind en verantwoordelijkheidszin, en toch ook weer veel verleden: 'Een zetel voor een vertelling is ook waar wij ons naar toe slepen, wij worden elkanders vertelling die één van ons twee zal moeten doen, en ik stel er mij misschien te sterk op in dat zij het zal zijn die het laatste woord zal nemen.' 'De helaasheid der dingen' is een lelijke titel voor een bijwijlen ontroerend boek.