Albert
Mutz:
Deze ochtend kregen we van sergeant Heilmann het bevel om een brug buiten het
stadje te verdedigen tegen de oprukkende Amerikanen. Ik en de andere 6 jongens
uit de club. We keken er erg naar uit, ons eerste gevecht. Maar Heilmann en de
anderen waren er de hele tijd pessimistisch over. Heilmann stond erop dat we de
brug moesten achterlaten en ervandoor gaan als de Amerikanen kwamen, geen van
ons was dit van plan.
We werden afgezet aan de brug en installeerden ons. We maakten een mitrailleursnest
en aten ons ontbijt toen er opeens een Amerikaans vliegtuig overvloog, we
slaagden erin om allemaal op tijd dekking te zoeken, althans dat dachten we
tenminste. Toen we rechtstonden kwamen we erachter dat Siegi Bernhardt
neergeschoten was. We bedekten zijn lichaam met een zeil en we gingen door met
wachten op de Amerikanen.
Opeens hoorden we in de verte het brommen van de Amerikaanse tanks die
afkwamen. Het leek wel een eeuwigheid te duren voor we ze eindelijk konden
zien. Wij zaten allemaal verstopt en ze kwame nietsvermoedend vooruit. We
wachten tot het laatste moment en openden het vuur. De Amerikanen werden totaal
verast en enkelen vielen neer. Forst, die onder de brug lag slaagde er tot onze
verwondering in om een tank uit te schakelen met een panzerfaust.
Het gevecht bleef een tijdje duren en een tweede tank ontplofte, maar van deze
wisten we niet hoe het kwam. Jürgen Borchart die in een boom zat werd geraakt
en viel dood neer. Ook Karl Horber werd geraakt en stierf. Maar we gaven het toch
niet op. De Amerikanen die maar een verkenningsgroep waren werden
teruggedreven. Er bleef een enkele schutter achter in een huis en Klaus Hager
wilde hem naar buiten lokken door snel voorbij te lopen zodat wij op hem konden
schieten. We konden hem neerschieten maar niet voordat hij Klaus fataal raakte
in de borst. Tot ons afgrijzen was Forst er ook geweest omdat hij onvoorzichtig
geweest was met de panzerfausten. We hadden hem nog zo gezegd om voorzichtig te
zijn met die dingen.
Enkel ik en Ernst Scholten waren er nog overgebleven van onze club, die slechts
een paar uur eerder nog uit zeven leden bestaan had. Na het gevecht kwam er
vanuit het stadje een wagen aangereden waar er enkele genietroepen inzaten. Zij
hadden bevel gekregen om de brug op te blazen zodat de Amerikanen er niet over
zouden geraken.Er sloeg iets door bij
Ernst en hij trok zijn geweer en schreeuwde tegen de mannen dat ze zijn brug
niet kapot zouden maken. Ik zag hun sergeant een geweer trekken en voor ik het
zelf besefte had ik op hem geschoten. Ik en Scholten zochten dekking want de
rest van hun begon op ons te schieten maar Ernst werd geraakt. Opeens trokken
de genietroepen zich terug omdat we in de verte opnieuw het brommen van tanks
hoorden.
Ik knielde bij het lichaam van Ernst en besefte dat ik de enige was die
overgebleven was van onze club. Ik gooide mijn geweer weg en stapte weg. Ik
ging terug naar het stadje en baande mij een weg door de verlaten straten en
zette mij neer voor het huis van mijn ouders. Ik zat daar een tijdje en dacht
na. Toen besefte ik hoe nutteloos onze opdracht eigenlijk geweest was en liep
mijn huis binnen.
Heilmann:
Ik gaf die jongens het bevel om zich zo snel mogelijk terug te trekken als de
Amerikanen kwamen omdat ik wist dat ze geen schijn van kans zouden hebben. Maar
zelf beseften ze dit niet. Ze waren zo opgewonden omdat ze eindelijk mochten
vechten. Ze beseften gewoon niet dat we de oorlog al verloren hadden. Ik wilde
ze gewoon sparen en ervoor zorgen dat ze hun leven niet weggooiden voor een
zaak die al verloren was.
Amerikaan:
Wij wilden gewoon die brug innemen om onze weg voort te kunnen zetten. De
Duitsers waren al in grote getallen op de vlucht geslagen dus we hadden niet
verwacht dat die brug nog zouden verdedigen. Toen de Duitser in de boom
neergeschoten werd liep ik naar hem toe en kwam ik er ontzet achter dat deze
soldaat nog maar een kind was. Deze brug werd verdedigd door kindsoldaten.
Ik stak mijn wapen in de lucht en riep naar ze dat ze zich moesten overgeven, dat we niet op kinderen willen schieten maar
ze leken dit gewoon te negeren.
Ernst
Scholten:
Toen Siegi sneuvelde gebeurde er iets en ik voelde een woede die ik nog nooit
gevoeld had. Ik wilde die brug koste wat het kost houden en zoveel mogelijk
Amerikanen doden. De anderen zagen mij als hun leider en zouden blijven zolang
ik bleef. Ook al wou ik dit eigenlijk niet, ik wou niet nog meer vrienden
verliezen. Toen ze onze brug kwamen opblazen was ik buiten mijn zinnen van
woede. Wij hadden zo hard gevochten om die brug te verdedigen en 5 van ons
waren al gesneuveld en nu gingen ze die brug gewoon opblazen.
Walter
Forst:
Het is waar dat ik voorzichtiger had moeten zijn met die panzerfausten maar
eigenlijk moet het wel gezegd worden dat ik ook verantwoordelijk was voor die
tweede tank. Die stond veel te ver van de brug om geraakt te worden. Maar ik
slaagde erin om naar een huis te sluipen en er binnen te breken. Iksloop naar voren in het huis en vond de wc.
Ik ging op de wc staan en kon zo door het kleine raampje kijken. De tank stond
maar op 6 meter van mij dus ik schoot. Toen ben ik razendsnel teruggelopen naar
de brug en mijn schuilplaats eronder. Toen pas besefte ik dat er ook mensen in
die tanks gezeten hadden.