Na
heel wat vertraging opgelopen te hebben door koning winter mochten de
mannen van Radial
Sequence openen.
We geven toe, het is een heel bewonderenswaardige prestatie om als
beginnende band meteen tegen een muur van armkruisende toeschouwers
te moeten opboksen, daarom dat we ook meteen heel wat sympathie
hadden voor Radial Sequence. Met hun hoopvolle, doch meewarige
deuntjes zetten ze meteen een fijne toon voor de rest van de avond.
De leden van de band stonden goed hun mannetje en wij sluiten hen dan
ook graag in onze armen als mogelijke oproermakers in ons Vlaamse
muzieklandschap.
De
spits afbijten is nooit leuk, maar deze band pootte wel iets stevigs
neer, als je de zang van de opname zou mijden dan zou je bijna een
evengoede sound krijgen als 'radiohead'! Een nieuwe zanger zou geen
slecht idee zijn, maar toch, chapeau boys!
Als
tweede mochten de gasten van Klone
Radio het
podium bestormen. Rond het openingsnummer werden niet veel doekjes
gewonden. We werden omvergeblazen door hun energiek kreunende
gitaarlijnen en meedogenloos katapulteerde Klone Radio hun gevaarlijk
frisse nummers op ons af. Instrumentaal zat alles goed en de mannen
bleven ons verrassen met muzikale variaties en complex scherpe
randjes in hun songs die wij enkel kunnen toejuichen. De zanglijnen
(vooral die van het eerste lied) mochten wel inventiever. Een
harmonieus evenwicht tussen stem en begeleiding was soms nog ver te
zoeken. Ook de begeleidende gitaarpartijen gaven de refreinen vaak
eerder een monotoon karakter dan dat ze ondersteunden, waardoor de
liedjes sneller door ons geheugen gezeefd raakten. Het geheel klonk
prettig, maar we raden Klone Radio aan om dieper te graven in de
zoektocht naar een eigen stempel.
Het
14- tot 18-jarige vijftal Wildlife stond
vervolgens te trappelen om aan hun miniset te beginnen. Van de eerste
tot de laatste noot werd jan en alleman in Nijdrop overspoeld door
deze wervelstorm van jong geweld. Deze hyperkinetische furieuze
pubers zagen er misschien niet meteen uit als gevaarlijk ruige
relschoppers, ze klonken evenmin als een knapenkoor. Schreeuwend
schopten ze met hun opgefokte in-your-facemuziek duchtig tegen
schenen. Met het ritmische experiment dat hun tweede nummer was
brachten de jongens alles terug naar de kern, namelijk de liefde voor
het vrolijke geweld dat muziek kan zijn. De spontaneïteit van een af
en toe opduikend kermisorgeltje gaf het geheel een sympathiek kantje.
Het motto van deze knapen lijkt duidelijk: als
het maar rammelt.
Genoeg ophef maakte deze horde jonge smeerlapjes alleszins met gemak
en zo bewezen zij maar weer dat heel wat klein
grut met
gemak een paar oude rotten van het podium zou kunnen blazen.
Met
een nachtegaal als frontvrouw kan een band vaak niet veel mis doen.
Dit was ook het geval bijGordo
Spacemonkey.
Het nachtegaaltje van dienst speelde ook piano, wat het eerste nummer
van de groep een Kate Nash-achtig karakter gaf. Maar zaten we hier
echt op te wachten? Gelukkig bracht song twee snel verandering. Hier
kwam het teruggetrokken loungekarakter naar boven zweven. Gordo
Spacemonkey bracht muziek die overliep van de seks en bij momenten
mensen aanzette tot enkele timide schuifelpasjes. Waar de dialoog
tussen zangeres en bassist aan the xx deed denken, dachten wij bij
het laatste nummer Drifters dan weer bij vlagen terug aan
Lullatone. De lieve zangeres van Gordo Spacemonkey nestelt zich met
haar fluwelen stem in onze oren en laat niet meer los.
Halverwege
de avond was het dan de beurt aan Low
Detail.
Deze zelfverklaarde Green Day-fans maakten heel wat podiumpassiviteit
van hun voorganger goed en de zanger bewees heel wat te hebben
opgestoken van optredens van hun grote voorbeeld. Hoopvol probeerde
hij het publiek wakker te schudden. De songs van deze trappelende
onrustband zijn zo gesmeed dat geen enkele headbang ernaast kan
zitten. Climaxen kondigen zichzelf duidelijk aan en zo vervalt Low
Detail helaas ook vaak in voorspelbaarheid. Deze jongeheren hebben
duidelijk naar de groten binnen hun genre gekeken, maar daardoor
vragen wij ons soms ook af waar hun eigen inbreng naartoe is. Tijdens
het optreden genieten deze punkers wel met volle teugen van wat ze
aan het doen zijn en dat op zich is heel wat aanmoediging waard.
Als
zesde groep was het de beurt aan Alien
Plants.
Deze band is ook een van Studio Brussels Poulains en heeft zijn
plaatsje in deze preselectie dus zeker verdiend. De bevreemdende
performance van de zanger die bij momenten als een gedrogeerde aap op
hete kolen in het rond dartelde en ondertussen wanhopige en desolate
schreeuwen de zaal in stuurde was overweldigend. Deze duistere mix
werd aangevuld met Nintendo-geluidjes en euforische synths die
blijkbaar ook buiten discotheken lijken te werken. Wie Alien Plants
omschrijving leest denkt waarschijnlijk aan de zoveelste
band die
elektronica en rock combineert, maar wij vinden dat deze groep
bewezen heeft meer te kunnen zijn. Met het tweede nummer toonden ze
structuur aan te kunnen brengen in de schijnbare chaos van ruis en
jammerend gebrul, terwijl de langgerekte oohs van lied nummer drie
eerder nietszeggend waren dan overtuigend. Maar al bij al zien wij
binnenkort gerust een bende dolgedraaide pubers uit de bol gaan op de
muziek van Alien Plants.
Alien
Plants eigen recensie: Deze band ging volledig de mist in! Ze hadden
meer weg van een DJ dan van een band! Je speelt niet voor niets in de
ROCKrally! Je kan evengoed de muziek van 'tetris' op je pc opzetten
en hier naar luisteren....
Naargelang
we dieper de nacht ingingen, rolde Uberkitsch het
podium op, een Aalsterse band die netjes en strak hun nummers speelde
zonder al te veel carnavaleske ambiance. We kunnen niet veel op- of
aanmerkingen geven, maar misschien is net dat een onontbeerlijk gemis
bij deze groep. Wat we hen wel moeten meegeven is dat zij de eersten
van de avond waren met een eigen vocale identiteit. Dankzij hun
ervaren uitstraling vertoonden de mannen een schijnbaar gemak bij het
tevoorschijn toveren van hun kitsch, maar van ons mogen ze heus wat
meer modder aan hun muziek smeren. Hun set was foutloos en simpel,
maar ook zeer oprecht en overtuigend.
De
frontvrouw van VillaVif bewees
bij de soundcheck al over een verbazend mooie stem te beschikken die
ze dan ook volop exploiteerde bij de mooie ingetogen strofes en het
sterk opgebouwde refrein van het eerste nummer. De zangeres eiste
haar plekje op het podium op en zong theatraal en als een heuse diva
de pannen van het dak. Moest Humos Rock Rally een wedstrijd zijn
die de grootste showmakers zocht, dan zonden wij VillaVif regelrecht
naar de finale, maar helaas verslikte mevrouw VillaVif zich hier.
Hoewel de bandleden duidelijk fier waren op hun femme fatale, vinden
wij dat ze haar performance beter wat terug zou schroeven. Waar zij
alles geeft, neigt ze ook rap haar geloofwaardigheid te verliezen en
heel ingestudeerd over te komen. Haar vocale overmacht eiste alle
aandacht op, waardoor het evenwicht met de band ver zoek was. Graag
instrumentale partijen met iets meer waarde en een performance met
iets minder pretentie volgende keer.
De
voorlaatste band van de avond heette Shedo.
Zij brachten meeslepende muziek die blijft hangen. De samenhang van
de klankkleur van de zanger en de songs op zich was zeer mooi. Zelf
stond de groep een beetje apathisch op het podium, maar dat vergeven
we hen graag. We zouden het hen niet snel nadoen. Er was plaats voor
intrigerend opgebouwde intermezzos en moest Shedo wat meer hun
middelvinger opsteken en de muziek de zanglijnen iets minder slaafs
laten volgen, dan zou het geheel compleet af zijn.
Deze
band is een grote kansmaker op een welverdiende plaats in de halve
finale van humo's rockrally! Na dit optreden waren er nog maar weinig
bands die kans maakten op een ticket voor de halve finale! Maar om de
finale te halen zullen ze toch nog wel wat moeten werken aan hun
'show-gehalte'. Een beetje meer beweging op het podium zou mooi zijn.
Maar dan nog, een band als shedo doe je niet zomaar na! De manier
waarop zij van hun hele optreden één volledige song maakten, is
maar weinig gezien!!
De
temperaturen buiten daalden, maar binnen werd het heel wat warmer
door de energetische performance van Collectors.
Deze groep startte heel interessant met een krachtig muzikaal
bombardement, maar helaas verpestte de samenzang van de refreinen
veel aangezien Collectors hier gevaarlijk ver overhelden naar het
boysband-niveau, zeker wanneer deze refreinen dan ook nog eens
repetitief durfden worden. Aanstekelijk is hun muziek wel, elk nummer
is een kort energieshot. De podiumgeilheid en het plezier dropen van
de bandleden af. Van meebrullers schrijven hebben Collectors genoeg
pap gegeten en met hun humor lieten ze zich de tamme uitstraling van
het verkleumde publiek niet aan het hart komen. Wij zien in een niet
zo verre toekomst gerust een schare op-en-neerspringende fans wild
worden op de tonen van afsluiter I am A Collector.
Indiemuziek
is niet alles wat er bestaat! Deze band had dan wel wat weg van een
typische boys-band maar hun muziek was geweldig! Niets is minder waar
dan dat 'the collectors' een waar genot voor het oor waren! I'm a
collector!!!!