Het is buiten nog wat koud om te vertrekken, dan nog maar iets op mijn blog schrijven.
Gisteren kwam er geen pater. Ik zal het wel mis verstaan hebben. Bij het avondeten kwam pater Bruno een babbel doen, echt een toffe gast. Hij vond dat ik zeer goed Frans sprak maar dat zal wel zijn omdat er hier veel Nederlanders komen en die hebben daar geen kaas van gegeten. De Nederlanders komen als mieren, zei hij, elk jaar meer. Met zijn vingers deed hij een kolonie mieren na. Het is weekend en daarom waren er nog enkele bezoekers, vooral mensen met problemen, die even tot rust willen komen. Zij waren wel beter gehuisvest op kamers met warm water. Voor al de pelgrims samen, is er maar 1 lavabo, alleen koud water en geen spiegel. En op de wc is het ijskoud.
Deze morgen ging ik naar het ochtendgebed. Ik dacht me heel bescheiden achteraan te zetten, maar ze wezen me een plaats, tussen hen, vooraan op de mooie houten stoelen. Dat is ook de eerste keer in mijn leven. Alle paters lopen hier met een wit kleed tot op de grond en sandalen. Ik daartussen met mijn bottines.
Al bij al is het verblijf hier goed meegevallen. Ik heb een hele mooie stempel en ik vertrek weer met een halve kilo fruit. Dat allemaal voor 5 euro. Ik gaf pater Bruno 6 euro omdat ik gisteren uit hun keuken een fles water meenam. Het water bij de pelgrims is niet drinkbaar.