Maria Dehullu geboren 26 april 1915 in het kasteel van Prudhomat
Seppen De Hullu november 2016
Maria kwam ik op het spoor door een doodsbericht opgehangen naast de
uitgangsdeur van café De Melkerij, in Aalbeke gelegen tegenover De
Heerlijkheid van Heule langs de straat naar Lauwe. Het café werd in die tijd
uitgebaat door Marias kleindochter Dorine Roesbeke, wiens vader Norbert
overleden was op 3 februari 1999. Algauw kwam ik te weten dat Maria een tijd in
Aalbeke ()
gewoond had, maar nu in Lauwe verbleef in rusthuis Hortensia, Dronckaertstraat
60. Ik bezocht er Maria minstens eenmaal elk jaar tot aan haar dood op 3
december 2011. Op haar kastje liet zij al die tijd een kaars branden om haar
broer René nog eens te mogen terugzien. Het heeft niet mogen zijn. Op haar
begrafenis heb ik niemand van Roeselare gezien, René was overleden in 2005.
Hier volgt het verhaal van Maria, grotendeels door
haar moeder overgeleverd en door mij opgetekend.
Maria
was enige dochter van Leo Dehullu en Elisa Depoortere. Leo was voor de oorlog
stovenmaker, zijn vader Jan Baptist was smid geweest ().
Leo en
Elisa waren pasgetrouwd toen hij in 1914 werd opgeroepen voor de militaire
dienst. Leo zou de hele oorlog soldaat blijven; hij verbleef zelfs een tijd in
een hospitaal in Engeland, nadat hij in de zijde door een kogel doorboord was;
hij was alleszins afwezig toen zijn dochter geboren werd.
Elisa
was hoogzwanger toen zij de vlucht nam met niets anders dan haren brei en vijf
frank in hare portemonnee; zij was op weg gegaan zonder familie, met een groep
andere vluchtelingen uit Roeselare (),
mogelijk in de hoop achter het front haar man terug te vinden. Tegen haar
kinderen moet zij het vaak gehad hebben over zeven weken op zee, en geen water
gezien, Wellicht zijn de vluchtelingen aan land gegaan in Bordeaux en dan
verder gereisd tot het plaatsje Prudhomat in het departement Lot. Daar kreeg Elisa
met nog andere Belgische vluchtelingen onderdak in een kasteel. Zij mocht er
voor de kost de varkens verzorgen, wat haar voldoende aardappelen zou opleverden
om in leven te blijven; pas tegen het einde van of na de oorlog werden zij en
Maria samen met andere vluchtelingen overgebracht naar Lisieux, waar haar zoon
René geboren werd.
Van Maria
vernam ik dat zij geboren was in Prudomalot (door haar als één woord
uitgesproken). Rond deze geboorte hing nog lange tijd een zweem van mysterie.
Haar identiteitskaart vermeldt als haar geboorteplaats Prudhoma, haar
trouwboekje Prudhomat, dép. Lot, Frankrijk. Echter, op 29 juli 1928 werd,
waarschijnlijk op aanvraag van de Belgische overheid, in het département du Lot, arrondissement de
Figeac, door de commune de Prudhomat een Bulletin de Naissance afgeleverd,
volgens hetwelk « Le vingt-six
avril mil neuf cent quinze est née à Caillon Marie Laurence Dehullu, fille de
Léon Dehullu et de Elisa Depoortere, son épouse, ouvriers dusine ». Een
e-postje d.d. 13 december 2011 vanwege de mairie van Prudhomat verduidelijkte
dat de geboorte van Maria wel degelijk in Prudhomat werd geregistreerd, waar
zij geboren werd au lieu-dit Caillon.
Prudhomat
ligt in het noorden van het departement Lot, aan vier samenvloeiende rivieren
la Dordogne, la Bave, Le Mamoul en la Cère; daar staat ook het Château de
Castelnau, en het manoir de Boscau waar Maria wellicht geboren werd; zie
Michelin kaart 75; ook mooie fotos in mijn bezit).
Maria heeft
het over een kasteel waar zij gedoopt werd; de baron en de barones werden peter
en meter, maar ik heb er nooit van gedeeld. Bij het doopsel van haar broer René,
in 1920 in Lisieux, waren het ook andere Belgische vluchtelingen die peter en
meter werden; er was geen familie in de nabijheid, waaruit wij afleiden dat
Elisa inderdaad helemaal alleen op de vlucht ging. Er is trouwens van de
geboorte van René niets te vinden in de registers van Lisieux, wel een (in 2014
ontdekte) rubriek Etat civil de Lisieux, Naissances van Le Bonhomme Normand
van 21 mei 1920, René Dehullu, rue Ferdinand-Daule.
Anekdote. In
Lisieux, bij een bezoek aan het graf van Theresia van ginder, slaagde de kleine
Maria er ooit in achter de rug van haar moeder een aantal van de daar door
bedevaarders achtergelaten mooie kindjes (ex-votos) te vergaren.
Maria huwde te Roeselare op 7 augustus 1937
met Albert Roesbeke, geboren te Roeselare op 3 maart 1915, zoon van Gustaaf en
van Pharaïlde Cuveele; zij woonden in Roeselare in de Eksaardestraat; Albert
werkte bij de spoorweg als rangeermeester, werd in 1920 overgeplaatst naar Marke en verhuisde daarom
met zijn gezin naar de Preshoek (naast De Witte Pot) gelegen in Aalbeke
halfweg naar Lauwe station, vandaar naar de Karel Hoflacqstraat (thans
Moeskroensesteenweg) te Aalbeke; later woonde het gezin in Lauwe (Langekeerstraat
20), waar Albert overleed op 22 november 1975 (60 jaar).
Van
Maria leeft (althans leefde bij haar overlijden in 2011) te Lauwe nog een zoon Johnny
Roesbeke, getrouwd en kinderloos. Te Roeselare van haar broer René nog een dochter
Marleen en een zoon Ronny, gehuwd met Lydia Vyaene (verre familie van de
kinderen van Lieve Denys), zoon Gregory en dochter Vanessa, Diensthoofd Wonen,
Economie en Landbouw bij Stad Roeselare. Renés oudste zoon Jean woonde in
Beveren en overleed in 2001.
|