in de nacht der nachten lag eens een elfje op een steen ze zat daar helemaal alleen toen ik aan haar vroeg wat er met haar was zei ze niets ga nu maar ik draaide me om toen ik nog even gedag wou zeggen was ze al verdwene de volgende nacht zat het het elfje er weer ze zong heel zacht waar is iedereen toch heen ik liep weer naar haar toe en vroeg waarom ben je toch steeds alleen ze keek me aan en zei ze zijn weg waar naartoe ik weet het niet wat een brute pech en als we gaan zoeken waar dan wel vroeg ze weer ik antwoorde in alle hoeken in elke boom op dat ogenblik ontwaakte ik uit mijn droom