Edward Sheriff Curtis Fotograaf, leefde van 1868 tot 1952.
Edward Sheriff Curtis maakte zijn hele leven foto's van indianen.
Hij begon ermee in 1895 omdat hij dacht dat de indianen zouden verdwijnen. Hij bewonderde de indianen, voor hem waren het 'edele wilden'. Ze leefden dicht bij de natuur, hadden er veel eerbied voor. Dat kun je onder andere zien op de foto's die Curtis van hen maakte. In meer dan 30 jaar bezocht hij bijna alle indiaanse volkeren in Noord-Amerika. Hij nam meer dan 2.200 foto's en noteerde alles wat hij over de indianen te weten kwam en kende hun manier van leven. Zijn foto's en teksten verschenen in 20 dikke boeken.
Sitting Bull, aanvoerder van een deel van het leger dat Custer versloeg, bracht zichzelf en zijn stamleden over de Canadese grens in veiligheid voor de achtervolgende Amerikaanse legereenheden. Een blanke handelaar uit Wolf Point vroeg hem waarom hij en de zijnen niet bereid waren zich over te geven nu ze bijna van de honger omkwamen:
Omdat ik een rode man ben. Als de Grote Geest gewenst zou hebben dat ik blank zou zijn, had hij mij zeker wel zo geschapen. Hij schonk jouw specifieke wensen en ideeën en in mijn hart deed hij heel ander leven. Iedere man heeft zijn eigen sterke kanten. Een adelaar hoeft geen kraai te zijn. Wij zijn nu arm maar wij zijn vrij. Geen blanke controleert onze voetstappen, bepaalt waar we gaan of staan. Als we sterven moeten, sterven we terwijl we onze rechten verdedigen.
Old Tassel, van de Cherokee, ontmoette in juli 1777 op Long Island Amerikaanse handelaren om een verdrag te sluiten:
Veel is er gezegd over het gebrek aan wat jullie 'beschaving' noemen onder de Indianen. Vele malen is ons voorgesteld jullie wetten, jullie geloof, jullie manier en gewoonten over te nemen. Wij zien het voordeel van zulk een verandering niet in. Wij zouden liever zien dat jullie het goede van deze doctrines zelf zouden uitvoeren dan dat wij er steeds over moeten horen. Jullie zeggen: 'waarom bebouwen de Indianen het land niet en leven ze niet zoals wij?' Zouden wij jullie niet met hetzelfde recht kunnen vragen: 'waarom jagen de blanken niet en leven ze niet zoals wij doen?'
Chief Joseph
De aarde werd geschapen met de hulp van de zon, en zij had moeten blijven zoals zij was. Het land werd gemaakt zonder lijnen van grenzen en het is niemands zaak het te verdelen. Ik zie dat de blanken over het gehele land zichzelf verrijken en ik zie hun verlangen om ons landen te geven, die waardeloos zijn. De aarde en ikzelf zijn van één geest. De afmeting van het land en de afmeting van onze lichamen zijn gelijk. Zeg ons, als u dat kunt zeggen, dat u gezonden bent door de Scheppende Macht om met ons te spreken. Misschien denkt u, dat de Schepper u naar hier gezonden heeft om met ons te doen wat u goeddunkt. Als u gezonden was door de Schepper, zou ik misschien gedacht hebben, dat u het recht had om over mij te beschikken. Begrijp mij niet verkeerd, maar heb begrip voor mij en mijn liefde voor dit land. Ik heb nooit gezegd dat het land aan mij behoorde, om ermee te doen wat mij goeddunkt. Degene die het recht heeft erover te beschikken is degene die het geschapen heeft. Ik eis het recht in mijn land te mogen leven, en ik erken uw recht om in uw land te leven.
Uit de redevoering van Seattle, het stamhoofd van de Dwamish-Indianen, tot de Amerikaanse regering, december 1854.
Wij zijn een deel van de aarde en de aarde is een deel van ons. De geurende bloemen zijn onze zusters; het hert, het paard en de machtige adelaar zijn onze broeders. De rotsige hoogten, de grazige weiden, de lichaamswarmte van pony en mens - alles is aan elkaar verwant.
White Eagle.
Doe je best, al lijk je fouten te maken, want hoe kun jij beoordelen of het fouten zijn.
Ray Yazzie, Navajo.
Lang geleden vertelden de mensen dat de verhalen die werden overgeleverd je sterk konden maken. Zelfs een klein deel van de verhalen kon jou en je kinderen zo versterken dat je toekomst weer aankon.
Red Cloud, een van de beroemdste aanvoerders van de Sioux, door de aanwezigheid van wegenbouwers op Siouxland, sprak hij met overtuiging op een Indiaanse bijeenkomst aan de Powder Rivier:
Hoor mij aan Dakota's! Toen de Grote Vader in Washington ons de aanvoerder van zijn soldaten, Gen. W.S. Harney, zond om toestemming te vragen voor een pad door onze jachtvelden. Een weg voor zijn ijzeren paard naar bergen en de westelijke zee werd ons verteld dat ze alleen maar ons land zouden doortrekken, niet om zich onder ons te vestigen, maar om goud te zoeken in het verre westen. Onze oude stamhoofden dachten hun vriendschap en goede wil te tonen, door deze gevaarlijke slang in ons midden toe te laten. Ze beloofden de doortrekkende reizigers te beschermen. Desondanks, nog voor de as van het vuur van de raadsvergadering koud was, bouwt de Grote Vader zijn forten op ons land. Jullie hebben het geluid gehoord van bijlen van de blanke soldaten bij 'Little Piney'. Hun aanwezigheid hier is een belediging en een bedreiging. Het is een belediging voor de geesten van mijn voorouders. Zullen wij dan onze heilige graven opgeven zodat ze omgeploegd zullen worden voor graan? Dakota's, ik ben voor oorlog!
Blue Jacket, Shawnee, in april 1789.
Van alle kanten worden wij door de amerikanen toegesproken, en geen een keer zeggen ze hetzelfde. Wij denken dat ze ons willen bedriegen.
Native Americans en First Nations zijn politiek correct en neutraal en lange tijd in gebruik geweest bij intellectuelen. De meeste bewoners van reservaten en de Arctis hebben deze namen nooit aanvaard. Onder de militante jongeren gaat de voorkeur juist uit naar "indianen" als een soort geuzennaam, maar voor alle oorspronkelijke bewoners geldt dat zij graag bij de naam van hun stam worden genoemd: Navajo, Cheyenne, Pawnee enzovoort. Meervoudsvormen van deze namen, die in de talen niet worden gebezigd, doen gekunsteld aan. De spelling van dezelfde namen kan in de Verenigde Staten en Canada verschillen. De Amerikaanse schrijfwijze is Blackfeet en Kwakiutl in plaats van Blackfoot en Kwagiutl. Onder de algemene naam "Eskimo" werden verschillende volkeren in de Artics begrepen. Men heeft deze naam, waarvan lang is gedacht dat hij "Rauwvleeseters" betekende en een belediging was, collectief vervangen door Inuit. De meeste samenlevingen geven nu de voorkeur aan Eskimo. De bekende naam 'Sioux' is een verzamelnaam voor de oorspronkelijke 'Dakota' in het Oosten en de 'Lakota' in het westen. Waar nodig wordt tussen deze twee namen onderscheid gemaakt.
Subarctisch gebied (binnen de Poolcirkel gelegen gebieden)
Als de verschillende familiegroepen van de Lakota, Cheyenne of andere prairie-indianen als volk samen kwamen voor ceremonies of beraadslagingen, dan werden de tipi's in een cirkel gezet met de ingang naar het oosten. De plaats van een tipi was afhankelijk van de positie van de eigenaar in het volk of zijn religiueze positie.
Naar de mening van de meeste antropologen kwam een groep Aziatische jagers van Siberië naar Alaska. Zij achtervolgden waarschijnlijk ijsberen, zeehonden of walrussen. In elk geval bleven ze naar het zuiden trekken.
Eeuwen verliepen en andere groepen zwervende jagers volgden hen. Na verloop van tijd druppelden zij niet meer binnen, maar een langzame maar gestadige stroom van mensen verhuisden naar het zuiden door het Canadese Rotsgebergte naar wat nu het noordwesten van de Verenigde Staten is. Waar deze zwervers ook heen gingen, altijd waren er enkelen die zich ergens vestigden en bleven wonen. Maar de meer avontuurlijken bleven verder trekken. Sommige verspreiden zich oostwaarts naar de Grote Meren en de kust van de Atlantische Oceaan. Andere gingen naar het zuiden, naar Mexico en Midden Amerika. En na een paar duizend jaar - slechts enkele seconden op de klok van de geologische tijdrekening - waren twee continenten bewoond door de Amerikaanse Indianen.
Stapels stenen en beenderen getuigen nog van de trektochten en de geschiedenis van deze eerste Amerikanen. In holen in Oregon, Colorado, Arizona, Texas en Mexico hebben oudheidkundigen Indiaanse wapens gevonden, ook primitief beeldhouwwerk, botten van beesten, waarmee de Indianen zich voedden en de beenderen van Indiaanse doden.
Toen Christopher Columbus in 1492 zijn beroemde reis maakte, zocht hij een korte weg naar Indië. Hij had er geen idee van dat hij toevallig twee grote continenten had ontdekt, die op het westelijk halfrond tussen Europa en Azië lagen. In plaats daarvan geloofde hij dat hij op een eiland in Oost-Indië geland was. Daarom noemde hij in zijn rapporten aan de Spaanse koning de inboorlingen van het door hem ontdekte land "Indianen". En hoewel de echte "Indianen", de bewoners van Indië, een halve wereld verder naar het westen woonden, bleef deze naam in gebruik. In de duizenden jaren, die liggen tussen het eerste binnentrekken van de Nieuwe Wereld en Columbus ontdekking, ontwikkelden de Amerikaanse Indianen een levenswijze die enig was in de wereld. Men schat dat er omstreeks 1492 ongeveer dertien miljoen mensen woonden in Noord- en Zuid-Amerika. Hiervan woonden er ongeveer een miljoen verspreid door het gebied, dat nu de Verenigde Staten vormt. De Noord-Amerikaanse Indianen vormden volstrekt geen eenheid, het was niet één volk, zij waren verdeeld in ongeveer vijfhonderd stammen, en deze stammen waren op hun beurt nog weer verder onderverdeeld in geslachten en gemeenschappen. Sommige stammen telden duizend leden en zwierven rond door uitgestrekte vlakten of grote wouden. Andere stammen bestonden slechts uit enkele tientallen mensen, die zich maar zelden buiten een afgesloten gebied waagden.
Ook waren er ongeveer evenveel Indiaanse talen en dialecten als er Indiaanse stammen waren. Vaak verstond een stam, die in een bepaald dal woonde, de taal niet van een stam uit een ander dal, dat er slechts een paar mijl vanaf lag. Hierdoor was het vaak moeilijk om zich met elkaar te onderhouden. Om deze moeilijkheid tot op zekere hoogte te overwinnen, ontwikkelden de Indianen een primitieve gebarentaal - een reeks gebaren met armen, handen en vingers - waarmee ze eenvoudige mededelingen aan elkaar konden doorgeven. Taalgeleerden kunnen praktisch geen, of zeer geringe gelijkenis bespeuren tussen de verschillede Indianentalen en die van de Oude Wereld, hoewel bepaalde stammen in het noordwesten wel hoge klikgeluiden gebruiken, die vaag op Chinees lijken. Dit gaat waarschijnlijk terug tot de tijd, gehuld in de nevelen der oudheid, toen de oorspronkelijke Oer-Indianen nog in Azië woonden.
In de Tweede Wereldoorlog dienden leden van de Indiaanse stammen, vooral Navaho's en Apachen, in het Amerikaanse leger, in en bij de frontlinies wisselden zij boodschappen uit per radio. Noch de taaldeskundigen in het Japanse leger, noch die bij de Duitsers konden hun talen ontcijferen. De Indiaanse talen zijn vaak melodieus, prettig om te horen. Zij zijn zeer rijk aan woorden, vol mooie gevormde zinnen en ingewikkelde beschrijvingen. Veel Indiaanse woorden zijn een deel gaan uitmaken van het moderne Amerikaanse, vooral namen van plaatsen en rivieren - Mississippi, Tennessee, Ohio, Iowa, Miami, Susquehanna, Dakota, Oklahoma, Connecticut, Texas, Illinios, enzovoort.
In de allereerste plaats leven de Indianen van de jacht. Huiden van wilde dieren werden gebruikt voor kleding en in sommige gevallen ook tot materiaal voor tenten en hutten. De pezen gebruikten ze als naaigaren voor mocassins en kleren, als vissnoer en als pezen voor hun bogen.
Er is nog veel dat we niet weten over de oorsprong en ouderdom van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. In het algemeen wordt nog steeds het idee verkondigd dat de eerste Amerikanen een soort halfwilde, prehistorische mensen waren die enkele duizenden jaren geleden vanuit Mongolië via de Bering Straat een tot dan toe leeg continent zijn binnengetrokken. Er is echter een toenemende hoeveelheid bewijsmateriaal dat er 12.000 jaar of langer geleden in wat al een dichtbevolkt continent was, zeer veel verschillende volkeren hebben geleefd en zelfs vele duizenden jaren daarvoor zoals een groeiend aantal omstreden vondsten aangeeft. Bovendien blijkt uit opgegraven schedels dat er in de oudheid verschillende mensensoorten in Noord- en Zuid-Amerika hebben geleefd niet alleen de voorvaderen van de huidige indianen maar ook mensen met Aziatische, Kaukasische en zelfs Europese kenmerken, zoals bijvoorbeeld de bekende Kennewick mens. De indianen zelf bestaan uit vele verschillende soorten stammen met hun eigen gebruiken en talen, en kunnen niet zomaar onder één noemer worden gebracht.
In het zuidwesten van de Verenigde Staten zijn in overhangende rotsen rondom het gebied van de Four Corners, waar Arizona, Colorado, New Mexico en Utah samenkomen, honderden religieuze centra gevonden die een heilige sfeer ademen. Deze complexen bestaan vaak grotendeels uit kivas (cirkelvormige stenen bouwwerken onder de grond waar ceremoniën en inwijdingen werden gehouden), ronde torens, opslagplaatsen en eenvoudige verblijven. Niemand weet precies wie deze centra heeft gebouwd en waarom ze rond 1200 n.Chr. zijn verlaten, hoewel recent archeologisch bewijsmateriaal op een dramatische periode wijst. De Hopis, die op een rotsachtig plateau in Arizona zon 100 kilometer ten oosten van de Grand Canyon leven, zeggen dat ze door hun voorvaderen zijn gebouwd en dat ze zijn verlaten omdat de bewoners hun geestelijke krachten misbruikten.
Bij verschillende indianenstammen is een diepzinnige esoterische traditie te vinden, maar hun oude erfgoed is voor buitenstaanders lange tijd een gesloten boek geweest. De wijsheid van de Hopis en hun religieuze gebruiken werden zorgvuldig geheimgehouden tot de jaren zestig toen Frank Waters in de gelegenheid werd gesteld om bij de Hopis te verblijven en hun ceremoniën bij te wonen. Dertig Hopi-indianen uit verschillende clans hielpen hem materiaal over hun tradities te verzamelen en stemden toe in de publicatie van het Book of the Hopi, dat vol staat met oude kennis en wijst op een traditie die teruggaat tot lang vervlogen tijden.1 Veel universele leringen die men in andere religies aantreft zijn ook hier terug te vinden. Het bevat een hoge ethische standaard die is gebaseerd op het idee van een broederschap van alle levende wezens, en materiaal over kosmologie en de evolutie van de mens. De leringen verwijzen naar zeven werelden als evolutiestadia, en naar verschillende volken die op aarde hebben geleefd en, toen ze verraad pleegden aan hun verbondenheid met de natuur, door afwisselend water en vuur werden vernietigd. Door alle mythen en ceremoniën heen zijn verhalen gevlochten over verschillende wezens die de kosmos bewonen, besturen en leiden. Over twee goden wordt bijvoorbeeld gezegd dat ze aan weerskanten van de aardas zitten en ervoor zorgen dat deze draait en in de juiste positie staat. Dit proces gaat ook wel eens mis, wat volgens de Hopis leidde tot het op grote schaal bevriezen van de wereld.
Het Book of the Hopi beschrijft ook de verschillende inwijdingen die in de loop van het jaar plaatsvinden. De Hopifilosofie is een overblijfsel van een oeroude wijsheid, en de Hopis denken zelf dat de huidige inwijdingen getrouwe maar onvolledige herinneringen zijn aan de oorspronkelijke traditie. Eén van hun mythen laat zien hoe diepgaand de kennis was in de tijd dat de kachinas of goddelijke wezens nog onder de mensen leefden. Volgens de mythe waren er langgeleden in de mysterieuze Rode Stad in het zuiden
twee gebouwen, een voor ingewijden en een voor ceremoniële doeleinden. Het ceremoniële gebouw was vier verdiepingen hoog, en terrasvormig zoals de pueblos die we tegenwoordig aantreffen. De hoofdingang was aan de oostkant, en er waren twee kleinere deuren aan de noord- en zuidzijde.
Op het eerste of laagste niveau leerden de kachina-wezens aan ingewijden de geschiedenis en betekenis van de drie voorafgaande werelden en het doel van deze vierde wereld waarop de mens is verschenen. Op de tweede verdieping leerden ze over de samenstelling en de functies van het menselijk lichaam en dat de hoogste functie van het denken was: te begrijpen hoe de ene grote geest door de mens heen werkt. De geest- of kachina-wezens onderwezen dit in de hoop dat de mensen niet opnieuw tot slechtheid zouden vervallen en deze vierde wereld niet zoals de eerste drie werelden zou worden vernietigd.
Op de derde verdieping werd de ingewijden de werkingen van de natuur geleerd en het gebruik van allerlei soorten planten. . . .
De vierde verdieping was kleiner dan de drie eronder liggende, waardoor het ceremoniële gebouw op een piramide leek. Tot deze bovenste verdieping werden alleen ingewijden toegelaten die een sterk geweten hadden en die zich een diepe kennis van de wetten van de natuur hadden eigengemaakt. Daar werden ze onderwezen over de werkingen van het stelsel van planeten, en hoe de sterren het klimaat, de oogst en de mens zelf beïnvloeden. Daar leerden ze ook over de open deur in de kruin van hun hoofd, hoe ze deze moesten openhouden om zo te communiceren met hun schepper. Book of the Hopi, blz. 68
De inwijdingen en ceremoniën bij de Hopis zijn een uitdrukking van dit onderwijs in de oude wijsheid. De inwijdingen worden gegeven in de kivas die de onderwereld symboliseren waaruit de mens tevoorschijn kwam. In het midden is een klein rond gaatje sipápuni, navel dat ons via een koord met moeder aarde verbindt. Vuur symboliseert de eerste wereld, het altaar in de kiva de tweede wereld, het verhoogde platform waarop de ladder rust de derde wereld. De ladder die uit de dakopening steekt leidt naar de vierde wereld en symboliseert de geboorte van de aspirant die de donkere ruimte verlaat om de wereld van licht te betreden. De oude kivas waren overwegend cirkelvormig, terwijl de kivas zoals die nu in gebruik zijn vaak rechthoekig zijn: de oost-west as symboliseert het pad van de zon, en noord-zuid staat voor de as van de aarde. De vloer aan de oostzijde van de kiva is iets hoger dan die aan de westkant. De neofieten nemen plaats op de verhoogde kant terwijl de priesters op het lagere niveau zitten: hoe verder men is ontwikkeld des te noodzakelijker het is om bescheiden te zijn.
Een deel van een Azteekse ruïne, New Mexico, waarop enkele van de tweeënvijftig kivas zijn te zien.
Diepe concentratie en stilte gaan vaak aan de inwijdingen vooraf als voorbereiding op de overdracht van de oude wijsheid aan nieuwe leden. Aan de leden van de kiva wordt vaak een boodschap of een lied meegegeven om te gebruiken of mee te delen aan de clan, en het is duidelijk dat de inwijdingen niet bedoeld zijn om enkele bevoorrechte mensen te helpen maar dat ze ten dienste staan van de hele clan en ook van de hele wereld. Na de inwijdingen worden er meestal dramatische voorstellingen gehouden in de kiva of op het dorpsplein. Gemaskerde of beschilderde mannen kunnen in de kiva optreden en symboliseren boodschappers uit de wereld van de kachinas, de ongeziene krachten uit de wereld boven ons. De voorstellingen op het dorpsplein worden meestal ondersteund door verschillende dansen en het hele dorp wordt daarbij betrokken. In deze voorstellingen en dansen wordt onder andere een ethische boodschap overgedragen of ze symboliseren de geschiedenis van de mens, het ontstaan van het heelal, de werking van ongeziene krachten, en de strijd tussen geest en stof.
In totaal kennen de Hopis negen mysteriedramas die verband houden met de stand van de zon ten opzichte van de aarde en met de ontstaansgeschiedenis van de aarde en het heelal. Het eerste is Wúwuchim, dat rond november plaatsvindt. Het is een voorbereiding op de geboorte van het nieuwe jaar en is ook een afspiegeling van de eerste onzichtbare voorbereidingen voor een heelal in de donkere ruimte. Soyál, de tweede inwijdingsceremonie die tijdens het wintersolstitium wordt gehouden, heeft betrekking op de grote geboorte van licht of heldere ruimte. Ze symboliseert niet alleen de geboorte van licht, maar ook het uitzetten van de patronen bij de geboorte van de kosmos, en op kleinere schaal de patronen voor de ontwikkelingen van het komende jaar. Tijdens Powamu, rond eind januari, begin februari, vinden inwijdingen plaats die betrekking hebben op het verschijnen van de kachinas (in dit geval vergelijkbaar met de manasaputras in de hindoemythologie), het volwassen worden van de mensheid en een daarmee gepaard gaande zuivering. Dit is ook de tijd waarin kinderen tussen zes en acht jaar het beginstadium van volwassenheid worden binnengeleid. Ze worden uitgenodigd om lid te worden van een Powamu-kiva en het eerste stadium van inwijding in te gaan dat nog te jong om te kunnen vliegen wordt genoemd. Tijdens dit festival vinden ook angstaanjagende ceremoniën plaats, zoals de riten van de monster-kachina, die wijzen op de verantwoordelijkheid van de mens voor zijn gedrag. Voor volwassenen ligt de nadruk vooral op de diepgaande zuivering die in de kivas plaatsvindt.
Deze eerste drie inwijdingen zijn het belangrijkste en schijnen het meest zuiver bewaard te zijn gebleven. Het is opmerkelijk dat er tijdens de lente geen ceremoniën meer plaatsvinden. Er is echter een legende die vertelt waarom dit niet meer gebeurt, wat aangeeft dat ze er oorspronkelijk wel waren. De volgende drie ceremoniën, tijdens de zomer, zijn symbolisch voor de ontwikkeling van het leven en worden in de herfst gevolgd door nog eens drie die de natuur, de mens en de schepping in hun volledig ontwikkelde staat uitbeelden. Daarmee is de cirkel rond.
De symbolen die de Hopis gebruiken zoals die te zien zijn op bepaalde rotstekeningen zijn erg abstract en moeilijk te begrijpen. Bekend is bijvoorbeeld het labyrint dat staat voor het verschijnen van de mens en zijn reizen op de Levensweg. Andere geven verschillende clans of kachinas aan of verwijzen naar bekende mythen zoals die over een gebocheld insectachtig wezen, Kokopelli (Kokopilau), die een fluit bespeelt. Veel van deze namen zijn zo oud dat niemand precies weet hoe ze moeten worden uitgesproken, en bij de Kokopelli hoort een lied waarvan zelfs de Hopis niet meer weten wat de betekenis is. Eén mythe over dit wezen vertelt dat het vierde volk tijdens hun trektochten in een bepaald land komt waar ze toestemming aan een adelaar vragen om daar bij hem te mogen leven. Ze worden begeleid door twee insectmensen (máhus). De adelaar zegt dat ze dan eerst twee tests moet afleggen. Hij zegt tegen één van de máhus dat hij een pijl in zijn oog gaat prikken. De pijl komt dichter bij zijn oog maar de máhu knippert niet eens. Jullie zijn een volk met een grote innerlijke kracht, merkt de adelaar op, maar nu ga ik een pijl door jullie lichamen schieten. Hij doet dit, maar de máhus spelen op hun fluit en ze spelen steeds mooier tot hun wonden tenslotte genezen. Daarna mag het volk in dat gebied wonen. De fluitspelers worden gesymboliseerd door de Kokopelli. Zelfs in deze tijd wordt voor zieke mensen muziek gespeeld en worden ze met liefde en aandacht omringd om ervoor te zorgen dat ze genezen.
Vooral in de laatste helft van de vorige eeuw hebben sommige indianen geprobeerd een brug van begrip te slaan tussen hun cultuur en andere volkeren, in het bijzonder de Europeanen. Ze zetten zich in om de indiaanse filosofie aan de wereld bekend te maken, niet om te worden gerespecteerd of omdat ze hopen dat andere volkeren aan hun voeten komen zitten of hun gebruiken en ceremoniën overnemen, maar omdat ze zien dat de moderne wereld in moeilijkheden raakt en baat zou kunnen vinden bij hun inzichten. Sommigen zijn zich ook ervan bewust dat het indiaanse volk uitsterft en dat hun wijsheid aan andere volkeren moet worden doorgegeven.
Omdat de westerse beschaving zich langzaam bewust wordt van de diepe verbondenheid tussen mens en natuur, en zich realiseert dat de schade die de natuur wordt berokkend uiteindelijk op de mens zelf terugslaat, neemt de belangstelling voor de indiaanse leefwijze en mythen en vooral voor hun organische opvatting over de natuur voortdurend toe. De Amerikaanse indianen hebben altijd geweten dat de mens niet meer van de natuur moet nemen dan hij nodig heeft en dat wanneer hij iets neemt, hij daarvoor iets moet teruggeven. De huidige wetenschappelijke kijk op de ecologie is nog steeds overwegend mechanistisch, terwijl voor de indianen de aarde en de hele kosmos bezielde wezens zijn. De reacties van de natuur zijn eveneens bezield en intelligent, en gericht op herstel van evenwicht en harmonie. Verschijnselen zoals aardbevingen, regen, stormen, tornados, branden, overstromingen, droogten en epidemieën zijn niet puur materiële tegenslagen of een straf van een of ander opperwezen, maar worden voor een deel veroorzaakt door onze instelling. Gevoelens zoals haat, woede en trots verstoren het innerlijke evenwicht van de natuur veel meer dan het verontreinigen van het land en de zee, wat uiteindelijk ook een gevolg is van diezelfde egoïstische gevoelens. De indianen werden van jongs af aan geleerd dat de ideeën die ze koesteren zorgvuldig moeten worden gekozen en beheerst en dat ze in harmonie moeten worden gebracht met de wil van de natuur.
Tegenwoordig is het hard nodig ons te realiseren dat mens en natuur innerlijk, en niet alleen uiterlijk, met elkaar zijn verbonden. Wereldwijde studie van tradities, van grote beschavingen of van stammen zoals de Hopis, draagt ertoe bij dat we ons bewust worden van onze verbondenheid met elkaar, van de reis die we samen maken, en van de verantwoordelijkheid die wij allemaal voor elkaar dragen.
Wie wel eens in New York is geweest heeft hem vast al eens gezien: 'the naked cowboy.' Hij staat er elke dag op Times Square, niet helemáál naakt overigens. Weer of geen weer, the naked cowboy zingt zijn liedjes. En niet onverdienstelijk trouwens. Als je hem geld wilt geven, dan moet je dat in z'n laarzen stoppen.
De naked cowboy is wereldberoemd. Zeker in Amerika. En daarom heeft Mars een campagne bedacht waarin iemand voorkomt die heel erg op de naked cowboy lijkt. Stetson, laarzen, kleine witte onderbroek en een gitaar. De echte maakte cowboy is not amused. Die outfit is zijn handelsmerk. Hij klaagt Mars daarom aan en wil zes miljoen dollar. Dat hoeven ze niet in zijn laarzen te stoppen.
Hieronder een foto van het gewraakte filmpje. De commercial is voor blauwe M&M's (dat is van moedermaatschappij Mars, vandaar dat ik dacht dat het voor de repen was). Het gaat om de nare blauwe M&M (rechts), die zich precies zo heeft uitgedost als de NC (links). Extra verveldend voor de naked cowboy is dat het filmpje permanent op een van de billboards op Times Square te zien is.
Zondag een bezoekje gebracht aan het cowboydorp El Paso in Wuustwezel. Het westerndorp bestaat al 40 jaar, maar op dit moment verkeren de vaste klanten tussen hoop en wanhoop, vertelt Wolfje, uitbaatster van El Paso ons. Aangezien ze nooit een bouwvergunning hebben aangevraagd dreigt de gemeente ermee het dorp af te breken. Op sommige zondagen komen er zo een kleine 300 bezoekers, maar het aantal kandidaten om lid te worden van de El Paso club daalt. Wij vinden in ieder geval dat het moet blijven bestaan. Met wat drank en countrymuziek hebben we een heel aangename middag beleeft.
Een cowboy (een Engels woord dat letterlijk koejongen betekent) was een persoon die het vee op de uitgestrekte vlaktes in de Verenigde Staten in bedwang moest houden en opdrijven. Hij reed daarbij op een paard en gooide met een lasso om een koe of paard (mustang) te vangen. De cowboy zoals die te zien is in films, met rokende revolvers, bestaat niet meer, maar leeft voort als stoere macho in films, boeken en stripverhalen.
Men zegt dat er slechts ongeveer 35.000 cowboys geweest zijn in Amerika en dat hun glorietijd (de periode zoals wij ze kennen uit de films) duurde van ca. 1860 tot 1886.
De hoofdtaak van de cowboys was om grote kudden runderen van de ranches in Noord-Texas te drijven naar plaatsen als Abilene en Dodge City, waar spoorwegstations waren, vanwaar de dieren per trein verder konden worden getransporteerd naar Chicago, het centrum van de vleesverwerkende industrie. Met het verloop van de tijd werd steeds meer prairiegebied door akkerbouwers omheind met prikkeldraad, zodat het steeds moeilijker werd een weg te vinden voor de kuddes. Bovendien werden de spoorwegen steeds meer naar het zuiden verlegd. Omstreeks 1890 is het dan ook afgelopen met de bloeitijd van de cowboy.
Cowboys in Wildwestfilms zijn gebaseerd op de Noord-Amerikaanse cowboys. Maar ook in andere landen heeft dit beroep bestaan of bestaat het nog. InItalië zijn het buttero, in de Camargue in Frankrijk: gardians, in Hongarije: czikoski, in Mexico: vaqueros, in Zuid-Amerika: gaucho's, en in Hawaï: paniolos.
De kleding van de cowboy was/is afgestemd op het zware werk dat hij deed. Dit kon nog al eens verschillen van streek tot streek. Vaste onderdelen zijn:
De hoed: (ook wel Stetson genoemd)geeft schaduw in de zon, bij regen is het een mini-paraplu en voorts beschermt hij het hoofd tegen laaghangende takken. Verder kan het een drinkbak zijn of een hoofdkussen.
De sporen aan de laars zijn lang en puntig. Cowboys roskamden hun paarden zelden en dus waren sporen nodig om door de geklitte haren te geraken. Ook reden ze vaak op halfwilde paarden, die anders moeilijker in bedwang te houden waren.
De chaps (beenkappen): bijkomende bescherming tegen doornige struiken, bijtgrage paarden en hoorns van runderen.
De Bandana: een doek die om de nek gebonden werd bij zandstormen en/of overvallen.
De kleding en uitrusting van de cowboys waren voor een groot deel ontleend aan de Mexicaansecharro's.