Visjes
Hij had een luchter met visjes op zijn hoofd. Glazen visjes. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Geen bijzonder mooie visjes. Doorsneevisjes. Een beetje onregelmatig van glasprofiel en design. De een wat kleiner, de ander wat robuuster. Yet, zo zouden de Engelsen zeggen, het geheel was subliem.
En vooral: ze waren transparant. Het waren doorkijkvisjes, species die de wereld caleidoscopisch ontvouwden.
Net nog niet lichtend in hun verschijning. Maar dat zou nog komen.
Het was immers een perpetuum mobile dat met de tijd energetisch zou ontwaken. Dat was dus veelbelovend. Voor mij althans. Zelf had hij geen notie van wat zich boven zijn hoofd voltrok.
Hij had het ding gezien in een grootwarenhuis op een rommeleilandje in de loopgangen. Een opgooihoekje van door de klant verpruilde decoratiespullen.
Stante pede wou hij tot aankoop overgaan. Weken had hij in zijn gedachten gerommeld voor een nieuw vijverontwerp. Hij had visjes bijeengeregen en losgepeuterd. Te water gelaten langs watergeulen en plasjes her en der over de tuin. Ze waren gegraveerd in zijn autoruiten, zwommen over de snelweg, blubden hem aan bij de dagelijkse douche.
Met guitige ogen trachtte hij me technisch uit te leggen waartoe waarom waarover.
Het verhaal dat hij aaneenhaakte ontging mij volledig, maar kwam tot leven in een eigenbereide versie van het origineel.
De visjes draaiden gezapig in het rond. Een rechtsdraaiend mobile boven de blonde wippende haarpunten die meeveerden op het ritme van zijn stappen. We liepen enigszins haastig naar de kassa. Een kleine heimelijke zet want ik wou het resultaat zien van een subtiele energieopdrijving.
En zie, de visjes begonnen flauw op te lichten in groene en blauwe tinten. Grandioos was het. Het zag ernaar uit dat de luchter het beste tot zijn recht zou komen in de badkamer in een samenspel met de blauwe tegeltjes en groenestreepgordijnen. Met enige charme zou ik de ludieke constructie wel voor mij weten weten te versieren.
Maar de drijfveer in zijn ogen verried een meer down-to-earth bestemming. Hij klemde zijn lippen vastberaden op elkaar en smaakte een volledige aha-erlebnis. Elk visje uit zijn lichtende denkmolen had het immers voorzien op een kleurrijk specie uit de reële donkere wateren, zoals daar zijn de Komeetstaart, de Rozette, de Shubunkin, de Goudzeelt, de Sluierstaart en zo verder en zo voort. Die zouden zijn vijverplannen in levende lijve bevolken en hem verwennen met een wemelend mozaïek van kleurrijke patronen.
Aangedreven door het lumineuze spinsel wierp hij de vishengel vol trots op de kassaband. Rekende vorstelijk af.
Zijn vijver was een feit.
|