
Waar het bij Charleroi zebra's zijn en bij Anderlecht waarschijnlijk steenezels of kippen zonder kop, zijn de Brugse mascottes beren. In blauw-zwarte uitrusting staan ze bij iedere thuiswedstrijd paraat om de supporters op te warmen.
HERKOMST Aangezien de kleuren van de Club blauw en zwart zijn, is de uitrusting logisch. Dat het om een beer gaat, is dat minder. De beer verwijst naar de stad Brugge, de thuishaven van Club en Cercle, waarvan de beer het symbool is.
De beer als symbool van Brugge gaat terug op een aloude legende. De website http://igweb.vub.ac.be/kringen/bsk/legendesframe.htm vertelt de legende als volgt: De Brugse Beer, ook wel Beertje van de Loge genoemd, is te bewonderen in zijn nis in de Academiestraat. Geleerde bollen beweren dat hij er pas in 1417 werd geplaatst, maar… geleerde bollen hebben altijd ongelijk. 't Was in de tijd dat Vlaanderen nog overdekt was met moerassen, heide en bossen. Onze eerste Graaf van Vlaanderen, Boudewijn met de IJzeren Arm had de mooie Judith geschaakt in Parijs en vluchtte ermee in putje winter van 861 naar de meest onherbergzame streek van het Frankenland, naar Vlaanderen. In die tijd zag het er zwart van de Noormannen en rovers. In de bossen huisden toen nog beren en wolven.
Toen Boudewijn met zijn ridders door de wouden van Beernem trok, zag zijn gevolg dat hij en de mooie Judith niet meer volgden. Ze keerden om en daar zagen ze hen, Boudewijn, Judith en de beer… Een beer, maar mensen zo'n een beer hadden ze nog nooit gezien. Een witte beer, nee geen ijsbeer maar een gewone bruine beer die wit van de sneeuw zag. Judith, al even wit van schrik, stond bevend tegen een boom. Voor haar stond Boudewijn voorovergebogen, elke spier van zijn lichaam gespannen en in zijn hand een gevaarlijke speer. De beer kwam op hem af, brulde, richtte zich op en haalde uit. Boudewijn was vast besloten om zijn Judith tot het uiterste te verdedigen. Met geveld speer kwam hij nader en wanneer de beer zich nogmaals oprichtte, stootte hij toe. Boudewijn werd voor iets Den IJzeren Arm genoemd, hij doorboorde de beer volledig. De beer brulde, voor de laatst keer… Om het Dapper toekijken van zijn ridders te belonen nam Boudewijn hen op in de Orde van de Witte Beer.
In triomf werd de beer meegevoerd naar Brugge. Toen Boudewijn zijn eerste paleis op de Burg liet bouwen, kreeg de opgezette beer een ereplaats in de ridderzaal. Met de jaren kwam de mot erin en toen schonk de burgemeester aan de graaf een stenen beer.
Veel later ging De Orde van de Witte Beer op in een gilde van speerschermers. Ze hadden hun loge in de Academiestraat en de beer kreeg een plaats in hun gevel. Sindsdien spreekt men van Beertje van de Loge. Op zijn buik draagt Beertje van de Loge nu een wapenschild met twee speren en een jachthoorn.
Vandaar de herkomst van de mascottes van Club Brugge.
|