Wat is er met me gebeurd? Iemand heeft me proberen kapotmaken? Pakken? Nemen? Ik vind het woord niet. Iemand heeft me proberen dwingen. Dat is het woord, denk ik. Dat voelt het meest juiste nu. Iemand heeft me proberen dwingen, proberen overmeesteren. Proberen pakken. Iemand heeft me getoond hoe kwetsbaar ik ben. En hoeveel kracht ik heb, hoeveel wil om te leven, hoeveel drang om te overleven, om me niet te laten pakken. Iemand heeft me dat doen herontdekken. Iemand heeft me mijn kracht naar boven doen halen, heeft me doen voelen dat er vanbinnen in me wél iets leeft, wél iets bruist. Waarvan ik al lang dacht dat het dood was. Ik ben niet dood, ik lééf. En ik wil leven, voor altijd. Dankjewel, klootzak. Ik ben blij dat je mijn fles in je gezicht kreeg. Klootzak!