Bestolen, we zijn bestolen. Deze nacht is er iemand de bergen komen stelen. Toen we het goed en wel beseften waren we in de polders aan het rond rijden. Uitgestrekte vlakten, bijna geen op en neer meer. Wel hebben we een nieuwe vriend ontmoet. We noemen hem de wind. Eerst was hij zeer vriendelijk en blies ons een 40 km aan een stuk vooruit. We waren zeer braaf en toch moet er iets gebeurd zijn. De laatste 60 kilometer draaide de wind zich tegen ons, en geloof ons. Het waait hier hard. Verder was de rit nogal saai. We hebben hem de "altijd rechtuit" rit gedoopt. Kilometers aan één stuk, altijd rechtdoor, banen waar we geen eind aan zagen. Op het einde wel nog een riviertje tegengekomen waar we een slang zagen. Kom je ook niet vaak tegen in België. Verder niet veel te melden. Morgen richting Léon. Paardjes op stal met 2399 kilometer.