ALMELO
'Is de tsunami weer los', zeggen zijn medebandleden vaak als hij weer met een
nieuw nummer aankomt. Want Roy la Bastide schrijft nummers aan de lopende band.
Liedjes in het dialect, waarin allerlei facetten van het leven worden bezongen.
"Als ik de gitaar pak en een wijsje speel, komen de teksten vanzelf. Alsof ze uit het
universum mijn hoofd instromen", vertelt de 60-jarige Almeloër. Hij voegt meteen de
daad bij het woord, pakt zijn favoriete akoestische gitaar en bezingt spontaan een
lied over de actuele setting: een muzikant die geïnterviewd wordt.
De zingende klusjesman uit Almelo en zijn band Altied Mear Deur timmeren
inmiddels behoorlijk aan de weg. De in het dialect zingende muzikanten waren al te
gast bij verschillende regionale en lokale radiostations in Twente, maar ook in
Drenthe en de Achterhoek.
La Bastide schreef inmiddels zo'n honderd nummers. Stuk voor stuk liedjes over
allerlei facetten van het leven en met een boodschap. Zoals het Ie mut altied oe
eigen ding doen. "Dat is ook mijn motto. Je moet het leven leven zoals je dat zelf wilt.
Niet meelopen met de rest, want voor je het weet is het leven over en zit je je op een
bankje te verwijten: had ik vroeger maar dit, of had ik vroeger maar zo."
Muzikaal is het repertoire van Bastide zeer divers. Het varieert van het met een
dweilorkest opgenomen Waj ma went bent en een lied over de wintertijd tot bijna
tranentrekkende balades, als Liefde geet zien eigen weg over een verloren liefde. La
Bastide weet uit eigen ervaring wat het is om je grote liefde te verliezen. In 2002
overleed zijn vrouw Liane aan de gevolgen van kanker. Hij bleef met twee dochters
van 14 en 16 achter.
"Een heel nare periode. Maar je moet door. Ik heb de draad weer opgepakt door hard
te werken. Dat is het gekke van het leven: hoe donker het ook is, er is altijd ergens
een luikje dat weer opengaat. Maar je moet het wel even opzoeken en niet opgeven."
Zijn dochters staan inmiddels op eigen benen en hij heeft een goede band met hen
en de drie kleinkinderen.
Het jaar 2012 markeert een keerpunt in La Bastide's leven. Als hij in Soerabaja, op
Java, zijn geboortehuis bezoekt en in de kamer staat waar hij geboren is, gebeurt er
iets. Hij kan het niet duiden, maar terug in Nederland koopt hij meteen een gitaar. Hij
kent niet meer dan een paar grepen, maar binnen de kortste keren is tot zijn eigen
verbazing het nummer Kiek'n, kiek'ngeboren.
"Die gitaar had ik gekocht bij een zaak in Boxmeer. Ik heb de verkoper toen nog
gevraagd of er soms liedjes in die gitaar zaten. Bleek ie van een van de bandleden
van Doe Maar geweest te zijn. De verkoper was zo enthousiast over Kiek'n, kiek'ndat
hij zei dat ik het moest opnemen."
Het nummer verscheen op cd en werd later ook bewerkt tot tune voor Radio
Winterswijk.
La Bastide bekwaamde zich verder in het gitaarspel en al snel volgden meer
nummers. "Ik schrijf elke week wel één of twee nummers. Het gaat vanzelf, alsof de
teksten zo vanuit het universum mijn hoofd instromen" vertelt La Bastide.
Dat klinkt zweveriger dan het is. De zingende klusjesman staat met beide benen op
de grond. Het blijkt ook uit de liedteksten, die behalve een boodschap en soms
zware thema's als dementie of armoede vaak ook een ontnuchterende kwinkslag
hebben.
"We zingen over het leven zoals het is. Soms diep droevig, dan weer jubelend. Maar
als band wilen we wel plezier en optimisme uitstralen. Vandaar ook de naam Altied
Mear Deur, want dat is de boodschap. Het leven gaat niet altijd goed, maar je moet
nooit opgeven", zegt La Bastide. Zoals hij zelf doorging na het verlies van zijn vrouw
Hij wijst naar haar portret op de kast. "Zij was en is mijn leven." Hij heeft onlangs een
lied over haar geschreven. Of was het andersom? "Ik heb het in een keer foutloos
geschreven. Alsof het van buiten kwam", zegt La Bastide als hij opnieuw zijn gitaar
pakt en de laatste strofe zingt: Bedankt voor de mooie tied. Ik kom oe weer
tegen.Alsof Lianne het hem influisterde.
Gelovig in de traditionele betekenis van het woord is hij niet. "Maar ik ben ervan
overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde."
'Nooit opgeven, want hoe donker het ook is, er is altijd ergens een luikje dat weer
opengaat'
van 'Wintertied oh wintertied' tot 'hasj, coke en pillen'
Roy la Bastide kwam als zeven maanden oude baby met zijn ouders uit Soerabaja
naar Nederland. Het gezin woonde eerst in Bornerbroek en later in Aadorp. Daar
leerde Roy het dialect als tweede moedertaal gebruiken. Dat is ook de reden dat
Altied Mear Deur in het dialect zingt.
La Bastide heeft een elektrotechnische opleiding als achtergrond en kende meerdere
werkgevers. Zo stond hij op de markt en werkte hij jaren in een autospuiterij.
Ruim tien jaar geleden begon hij als zzp'er klussenbedrijf RLB, dat zowel in Almelo
als in de omliggende plaatsen klanten heeft. RLB werkte onder meer voor grote
klanten als Carintreggeland.
Een jaar geleden vormde hij samen met sologitarist Marcel Boelaars, die hij nog
kende uit Bornerbroek, de band Altied Mear Deur. De ander drie bandleden zijn Hans
ten Brink (basgitaar), Rene Koerd (slaggitaar) en Fred Meerman (drums).
De band heeft afgelopen weekend vier nieuwe nummers opgenomen: Wintertied oh
wintertied, een echt kerstnummer, Einde van de moand, het beladen Het horizon licht
en het Hasj, coke en pille n, waarin een duidelijke boodschap zit.
De nummers van Altied Mear Deur worden uitgebracht op cd en ook via sociale
media verspreid.