• Homepage Labracolumns.
  • Archief Doby
  • Archief Hondloos.
  • Categorieën
    Labracolumns - Archief Caedlih.
    Columns met labrador Caedlih in de hoofdrol.
    Onderdeel van de site http://www.labracolumns.blogspot.com
    07-01-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlinders.

    Er zijn van die beelden die in je geheugen gegrift staan. Hoe lang het ook geleden is, als je eraan herinnert wordt, zie je het weer voor je.

    Omdat het traumatisch was (zoals het voor je ogen instorten van een geliefd persoon). Omdat het een moment van simpel, innig geluk was (zoals een sneeuwstormende boswandeling met goede vrienden). Of omdat het een moment was waarop onbewust een zaadje in je geplant werd, een reeks gebeurtenissen in gang gezet werd, je leven een positieve omkeer maakte.

     

    Tot die laatste categorie behoort mijn beeld. Een grote hangar, hard aangestampt zand als bodem. Hoog opeengestapelde reuzenstrobalen aan de ene kant. Een rij paardenstallen aan de andere, de soezende paardenhoofden zichtbaar achter de tralies. In het midden een provisorische ren uit lage schapendraad. Erin een rits blonde labradorpups, met ronde kopjes, grote ogen, wollige vachtjes, dikke buikjes en korte staartjes, op hun achterpootjes tegen de draad staand, opgetogen omwille van de mens in hun gezichtsveld, hun pootjes smekend om aandacht, hun kleine lijfjes kwispelend van staart tot neus.

    Bijna liep ik tegen hen op, in gedachten verzonken de grote poort binnenstappend, de teugels van een achter me aan slenterend paard in de hand, me verwachtend aan de gewoonlijk lege zandruimte.

     

    Verrast kom ik abrupt tot stilstand, het paard botst tegen me op. Dan besef ik dat dit de wurmpjes zijn die ik zes weken geleden geboren zag worden. Die ik toen niet de moeite van het bekijken waard vond. Die al die tijd uit mijn zicht in huis verbleven tot ik hun bestaan vergeten was. En die blijkbaar tijdens mijn pistetraining verhuisd zijn.

    Dan stap ik op hen af en hurk verrukt naast de ren neer. Zachte voetkussentjes, scherpe puppytandjes en warme tongetjes bestormen mijn uitgestoken handen. Elke hummeltje wil met me spelen, kroelen, op mijn vingers kauwen. Elk struikelt over de anderen, drumt die uit de weg, gebruikt ze desnoods als trapje. Mijn twee handen hebben het razend druk: strelen wollige kopjes, spelen met meerdere tegenstanders tegelijk, proberen hun aandacht gelijkelijk te verdelen.

    Pas wanneer de geduldig wachtende merrie met haar neus zacht langs mijn rug strijkt, herinner ik me haar. Snel leid ik haar de stal in, zadel haar af. Snel worden hoofdstel en zadel op hun plekje gekwakt. En snel keer ik terug naar de moppies.

    De wurmpjes zijn vlinders geworden.

     

    Twee hele weken lang passeer ik niet langs de ren zonder even halt te houden.

    En ik moet er vaak langs. Als ik binnenkom of wegga. Als ik van en naar de verste stallen stap. Als ik mijn voorraad paardenkoekjes (waar ik niet bepaald zuinig mee ben) aanvul.

    Hun duidelijke voorliefde en enthousiaste begroeting zijn een balsem voor mijn ziel. Het spelen met hen vrolijkt me op.

    En zelfs wanneer ik niet actief met de mopjes bezig ben, vertederen en amuseren ze me. Als ze met elkaar spelen. En in staart of oor van broer of zus happen, samen onhandig omvallen en onbekommerd verder spelen. Als ze slapen. En kris kras op en onder elkaar liggen, in de meest onmogelijke houdingen zalig slapend: onderaan een hele hoop, dwars over de rug van een nestgenootje gedrapeerd, of met een dubbel geplooid nekje (de kin tegen een ander aan, het neusje recht naar boven wijzend).

    Mijn inwendige zaadje ontkiemt.

     

    Maar al maken pups hun “slechte” start meer dan goed, ze blijven geen pups. En daarom doet het me weinig wanneer na die twee weken het één na het andere rakkertje verdwijnt.

    Het kiempje, nog niet eens met zijn kopje boven de grond, zal geknakt worden nog voor het kon bloeien.

     

     


    07-11-1997
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wurmpjes.

    “Kom je kijken?” vraagt Christine me: “Tina haar bevalling is begonnen”. Ze heeft zich speciaal naar de paardenstallen gehaast (waar ik werk), zich met moeite van het tafereeltje weggerukt, om me het heuglijke nieuws te melden. Trots is ze, en opgewonden. En in de veronderstelling dat dit iets is wat ik niet wil missen.

    Maar of dat ook zo is?

     

    Kijk, als Tina nou een paard was geweest, had ik geen seconde over deze vraag moeten nadenken.

    Een paar keer persen en een prachtig veulentje glijdt de wereld in. Met grote, donkere ogen, die nieuwsgierig de wereld in kijken. Met een lang stel elegante benen, die meteen klungelig uitgeprobeerd worden. En met een pluizige, zachte vacht, mensenhanden uitnodigend tot een streeltje en een aai.

    Vertederend, grappig, schattig.

     

    Maar Tina is een hond.

    En het enige waarmee een mens na al dat geduld beloond wordt (zo’n hondenbevalling duurt een eeuwigheid), is een verzameling wriemelende wurmpjes. Met bolle, enge ogen, die nog weken gesloten zullen blijven. Met vormeloze lichaampjes, die enkel wat onbeholpen wriemelen. En met een korte, dunne vacht, nauwelijks lang genoeg om hun gerimpelde huid te bedekken.

    Griezelig, lelijk, onaantrekkelijk.

     

    Daarenboven ben ik niet eens zo’n hondenmens. Goed, ik loop geen hond voorbij zonder ze even te strelen. En ik heb er als kind jaren om gezeurd.

    Maar toen onze Lady (genoemd naar het hondje waar ze zo goed op leek, die uit Disneyfilm “Lady en de vagebond”) er eenmaal was, bleek dat deels een ontgoocheling. Want hoewel ze een liefhebbende, zachte aard heeft, hebben we geen echte band.

    Liever is ze bij mijn moeder. Zelfs als dat betekent dat ze dan op een tapijtje moet slapen, in plaats van op een zacht bed. Ook als dat betekent dat ze dan saai thuis moet blijven, in plaats van rond te snuffelen in de stallen.

     

    Misschien was dat anders geweest als ik en mijn ouders destijds meer van honden hadden geweten.  Als we op de hoogte van agility waren geweest (hadden ik en Lady vast schitterend gevonden). Als we hadden geweten hoe we het lastige trekken aan de leiband konden afleren (waardoor ik me waarschijnlijk beter aan mijn ooit zo vurig afgelegde belofte van dagelijks wandelen gehouden had). Als we hondenspelletjes zoals apporteren en touwtrekken hadden gekend.

     

    Maar dat wisten we allemaal niet, en ik had ondertussen het paardrijden ontdekt.

    Na één les was ik verkocht en vanaf toen elk vrij uurtje in de manège te vinden. Rijden, longeren, borstelen, manen trekken, hoeven uitkrabben, stallen mesten, in en uit de weide halen: als ik maar met hen bezig kon zijn.

    Mijn eerste eigen paard volgde een paar jaartjes later, een lieve, goedmoedige merrie die ik volledig zelf verzorgde en met wie ik een goede band had. Uren was ik met haar in de weer: uit wandelen in de bossen, rijden in de piste, borstelen onder warme infrarood lampen. Of gewoon in het zonnetje soezen op haar rug.

    En toen ik na het middelbaar niet wist wat te doen, koos ik voor de paarden. Sindsdien vullen ze mijn hele leven.

     

    Maar ach, Christine is een fijn mens, en als ik haar hiermee een pleziertje kan doen.

    Dus vervoeg ik haar in de kraamkamer, en kijk in de houten werpkist. Erin ligt Tina, puffend en hijgend, twee kersverse wurmpjes naast haar. Wriemelende wurmpjes. Met nutteloze pootjes en blinde ogen. Met plompe lijfjes en ongevormde kopjes. En met een keeltje waar een eindeloze stroom aan irritant hoge piepjes uit komt.

    Eng. Monsterlijk. Afstotend.

     

    Maar zoals van kraambezoek verwacht wordt, slaak ik de nodige kreetjes, uit mijn bewondering en kir erop los. Nog twee geboortes zit ik uit en dan vind ik het welletjes geweest. De vereiste beleefheidsduur opgebracht, ren ik terug naar mijn paarden.

    Onwetend van het feit dat ik misschien zonet het wezentje geboren heb zien worden dat later zo’n grote invloed op mijn leven zou hebben.

     

     




    Archief per jaar
  • 2011
  • 1998
  • 1997


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs