We hadden ons heel wat voorgesteld van de weg langs de kust maar wat ons betreft had Washington niet veel te bieden. Het weer was ons niet gunstig gestemd en van mooie stranden was al helemaal geen sprake.
Gelukkig werd het allemaal goed gemaakt toen we Oregon binnenreden, de zon brak door en de stranden waren zoals we ze willen zien. Dat wil zeggen,schoon, wit, en verlaten, al kwam dat waarschijnlijk door de harde en koude wind. Het zeewater was ook erg koud en verder als onze enkels kwamen we ook niet. Zelfs Boy had het na een paar keer wel gezien en had meer schik met langs het water rennen.
Na een week vonden we het welletjes en zijn we landinwaarts getrokken naar Crater Lake, een oude ingevallen vulkaankrater met het blauwste water ter wereld naar men zegt. En wat we daar zagen overtrof onze verwachting, zo blauw, het lijkt wel een inktpot. Helaas was het niet mogelijk om de hele route om de krater te rijden, een gedeelte was afgesloten wegens rotsen op de weg. Maar het was zo mooi dat we de route twee keer gereden hebben. Een keer in de middag en de volgende dag in de ochtend vanwege het licht.
Aan de grens van Oregon en California werden we weer geconfronteerd met een controle, deze keer was het alleen vanwege agrarische dingen, fruit en planten en jawel brandhout. we hadden een paar kilometer daarvoor boodschappen gedaan en ook kersen gekocht. Natuurlijk mochten die de grens niet over maar we mochten ze wel ter plaatse opeten als we de pitten en de steeltjes maar inleverden. Het hout, wat ik ze liet zien, was gekocht met de bon er nog op en dat mocht zowaar door. We zijn nu op weg naar Reno in Nevada, en Lake Tahoe en vandaar naar Yosemite Park