Inhoud blog
  • Drinken
  • Voeding
  • Witte boxers
  • De bouw van de boxer
  • Gedrag
  • Rasstandaard
  • Geschiedenis
  • Grappige filmpjes
  • Mopje
  • Gele boxer
  • Gestroomde rue
  • Onze hond Tessa
  • Welkom
  • reu Seiko
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    We zijn de 24de week van 2025
    Mijn favorieten
  • sapho's hoeve
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    boxers

    23-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geschiedenis

     

    Legerhond In de tijd van 200 jaar v. Chr. tot 200 jaar n. Chr. worden er door schrijvers honden beschreven, die men 'Molossers' noemt. Ze onderscheidden daarin twee types:
    1. een slanke, beweeglijke molosser met een enigzins lang hoofd, en een lichte tot witte kleur; voornamelijk gebruikt als herdershond.
    2. een zwaargebouwde molosser met een machtige kop, en een korte, dikke snuit in donkere kleur; gehouden ter bescherming van huis en haard.
    Vanuit Tibet en Peru kwamen zware honden via Griekenland in het Romeinse Rijk terecht. Deze zeer zware honden werden onder meer in het leger gebruikt. Ze gingen met de manschappen mee naar voren om werkelijk met donder en geweld de tegenstanders onder de voet te lopen.

    Omdat ook de honden niet onkwetsbaar waren, werden de uitstekende lichaamsdelen, waar de vijand vat op kon krijgen, radicaal afgehakt. Niet uit schoonheidsideaal, maar puur uit noodzaak om te overleven.
    De honden werden in eerste instantie dus gebruikt als legerhond. Door hun grote werkwilligheid konden ze ook afgericht worden als bewakings- en verdedigingshond. Ook waren ze prima te gebruiken voor het opdrijven van vee. Hier lag dan ook de toekomst voor deze honden.

    bullebijten Bij de bevolking ontwikkelde zich langzaam aan de theorie, dat runderen die voor het slachten opgehitst werden, malser en dus beter te eten zouden zijn. Hierom hielden slagers zware drijfhonden, die het slachtdier nog eens extra op moesten jagen. Dit werd een volksvermaak. Men ging zich toeleggen op het fokken van kleinere en wendbaarder molossers, beter bekend als Bullebijters.
    Men fokte twee soorten honden. Een grotere en snellere hond voor de jacht en een kleinere, forsere hond voor het vechten. De Danziger- en de Brabanter bullebijter. De Brabanter bullebijter is de grondvorm van de tegenwoordige boxer. De Engelsen gebruikten de hond om er de Engelse Bulldog mee te fokken. De Duitsers wilden echter de gebruikswaarde behouden en daar ontstond de boxer.
    In 1895 riepen E. König, R. Hoepner en F. Robert in München de eerste Duitse boxerclub in het leven. Mühlbauers Flocki , de zoon van een witte 'bulldog' en een gevlekte boxerteef, werd als eerste Duitse boxer in het stamboek geregistreerd. Zijn kleindochter, Meta von der Passage, een dikke witte (!) boxerteef met veel bulldogbloed in haar aderen, werd de belangrijkste stammoeder van het ras.
    Pas in 1905 raakte men het eens over een voor alle fokkers verplichte rasstandaard. Het zou echter nog twintig jaar duren eer het doel vaststond:
    1. de Duitse boxer moest fors gebouwd zijn, maar niet plomp; hij moest beweeglijk zijn maar niet licht.
    2. de Duitse boxer moest een waak, dienst en gebruikshond zijn. Een echte oude bullebijter en geen terriër of bulldog.
    Om dat doel te bereiken werd alles wat tot dan toe nog werd geduld van de bulldog- of terriërerfenis uit de wereld van het fokken verbannen: witte, zwarte, of gevlekte honden werden uitgesloten. Alleen de oorspronkelijke kleuren van de oude bullebijter waren nog toegelaten: geel en gestroomd.
    Ook de schofthoogte werd steeds hoger. In 1905 was men nog tevreden met een hoogte voor een reu van 50 tot 55 cm; vanaf 1968 was dit al 57 tot 63 cm.
    Sinds korte tijd is het couperen van de oren en staart, zoals lange tijd gewoonte was, verboden. Dat verbod heeft echter het uiterlijk van de bullebijter veranderd, maar het heeft niets afgedaan aan hun kranigheid of karakter. Boxers waren en zijn kamphonden en kamphonden hadden altijd al hangoren en een lange staart.
    Flocki Flocki

    Meta Meta

    Alt's Schecken Alt's Schecken

    Bullenbijter
    Bullenbijter
    Bullenbijters
    Bullenbijters
    Brabanter Bullenbijter
    Brabanter Bullenbijter

    23-05-2006 om 21:20 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rasstandaard

     

    Algemeen uitzicht

    De boxer is een middelgrote, gladharige, stevige hond met een korte vierkante bouw en sterke beenderen. Het spierstelsel is sterk en ontwikkeld en het is duidelijk zichtbaar. De bewegingen zijn levendig, vol kracht en adellijk. De boxer mag er niet plomp of sloom, niet tenger of licht uitzien.


    Het hoofd

    Het hoofd

    Het verleent de boxer zijn typische uitzicht. Het moet in harmonie zijn met het lichaam. De vang moet zo breed en fors mogelijk zijn. De donkere tekening op de voorsnuit (masker) is beperkt tot de vang en moet duidelijk onderscheiden zijn van de kleur van het hoofd, zodat het gezicht geen somber effect uitstraalt.
    Stop
    Het voorhoofd is duidelijk onderscheiden van de neusrug.
    Neus
    De neus is breed en zwart met wijde neusgaten, waartussen zich een groef bevindt. De neuspunt ligt wat hoger dan de neuswortel.
    Gecoupeerde oren Gebit
    De onderkaak steekt boven de bovenkaak uit en ze is lichtjes naar boven gebogen. De boxer is een ondervoorbijter.
    Ogen
    Zo donker mogelijk en donker omrand. Mogen niet te klein zijn, uitpuilen of te diep liggen.
    Oren
    Hoog aangezet. Eerder klein dan groot en ze voelen dun aan. Wanneer de hond oplet, moeten de oren met een duidelijke plooi naar voor vallen. In Nederland mogen de oren niet meer gecoupeerd worden.
    Fouten
    Gebrek aan adel, donker gezicht, pincher- of bulldoghoofd; kwijlen of tanden of tong tonen, te spitse of te lichte vang, afvallende neusrug, droge of lopende neus, lichtgekleurde neuspunt, gecoupeerde oren, overhellende onderkaak, scheve tandlijn, foutieve tandinplanting, zwak gevormde tanden, slecht gebit ten gevolge van ziekte.

     

    Pup met staart

    Het lichaam

    Vierkant. De romp rust op stevige, rechte benen.
    Hals
    Krachtig, gespierd, zonder rimpels of kwabben.
    Achterhand
    Keiharde bespiering, goed zichtbaar onder de huid.
    Voeten
    Klein, met gesloten, gebogen tenen en harde voetzolen (kattevoeten).
    Staart
    De aanzet is eerder hoog dan diep, niet gecoupeerd (sinds 01-09-2001), opwaarts gedragen.
    Vacht
    Kort, hard, glanzend en aansluitend.
    Kleur
    Geel of gestroomd. Geel komt in verschillende schakeringen voor, van bleekgeel tot donker kersenrood. Zwart masker. Witte vlekken hoeven niet principieel te worden verworpen.
    Gele vacht
    Geel
    Witte vacht
    Wit
    Gestroomde vacht
    Gestroomd
    Fouten
    Boven de vang uitlopend masker. Te dicht bijeenliggende of te ver uiteenliggende stroken. Vuile basiskleur. Lelijke witte vlekken, zoals een helemaal of halfwit hoofd. Anderskleurige vlekken of vlekken waarvan de grondkleur wordt overheerst door meer dan één derde wit.
    Boxerstand

    Grootte
    Van de schoft tot aan de grond:
    * Reuen: 57 - 63 cm
    * Teven: 53 - 59 cm

    Gewicht
    * Reuen: 35-39 kg
    * Teven: 28-32 kg

    Leeftijd
    Gemiddeld 10 jaar

    23-05-2006 om 21:21 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedrag

    Een veelzijdige atletische levensgenieter

    Onder een bonkig uiterlijk verbergt de Boxer een gouden hartje, een typisch geval van 'ruwe bolster, blanke pit'. Zijn ietwat ruige verleden als vechter en jager heeft hij al lang achter zich gelaten en heden ten dage is het een hond die zeer gesteld is op gezelligheid en actie. De Boxer is dan ook goed op zijn plaats bij sportieve mensen en in grote gezinnen waar altijd wat te beleven valt. Zijn omstuimige karakter maakt dat alles wat hij doet ook met overgave gebeurd. En de Boxer kan een hoop: huishond, waakhond, sporthond, maatje en kindervriend; er is weinig waar de Boxer niet geschikt voor is.

    Prettig gestoord, is een uitdrukking die op veel Boxers van toepassing is. Het is een levengenieter en de meeste Boxers stralen een enorme levensblijheid uit. Het is een zeer actieve en omstuimige hond, die een hoop beweging nodig heeft. En dan het liefst in de vorm van lange wandelingen en ruige spelletjes, want de Boxer is niet voor een kleintje vervaard. Voor inactieve mensen is de Boxer dan ook een verkeerde keuze, aangezien een Boxer die niet voldoende vrije beweging krijgt, in staat is om van je huis een apekooi te maken. Daarnaast is de Boxer enorm aanhankelijk. Als hij de kans krijgt zal hij, na een drukke dag, de avonden genoegelijk op schoot doorbrengen, verliefd blazend in je oor of snurkend als een dragonder. Hij is ook een beetje bezitterig, ziet regelmatig de noodzaak om zijn plek in de roedel veilig te stellen, ofwel in mensentermen: hij kan stikjaloers zijn. Door hun omstuimigheid kunnen ze behoorlijk opdringerig overkomen, springend en dansend om een beetje aandacht. Zaak is het om deze uitbundige dieren van jongs af aan een goede, konsekwente en vooral rustige opvoeding te geven. Niet zo'n heel moeilijke taak want een Boxer is intelligent en leert snel en, misschien nog wel belangrijker, hij wíl het zo graag.

    Allrounder

    De Boxer is een zeer breed inzetbare hond. Hij doet het prima op de gehoorzaamheids-training, maar ook op het gebied van behendigheid en waak- en verdedigingswerk staat hij zijn mannetje. Er zitten prima speurders tussen en ook de opleiding tot reddingshond kunnen ze met gemak voltooien. Voorwaarde is wel dat er een baas naast staat die het juiste evenwicht in de training weet te vinden. Het is met een Boxer vaak balanceren op een dun lijntje. Sta je ze teveel toe, dan maken ze daar gretig misbruik van, behandel je ze te hard dan lopen ze er bij als een geslagen hond en verliezen iedere interesse in de training. Een Boxer kan het beste op een rustige, afwisselende en positieve manier getraind te worden om tot goed resultaat te komen. Wat niet wegneemt dat een behoorlijke korrektie, als de situatie dat vereist, beslist niet uit de weg moet worden gegaan. Ook als waakhond voldoet de Boxer goed. Het is niet zo'n enorme blaffer, maar dat is dan ook niet noodzakelijk. Het bodybuilders-uiterlijk en de enigzins norse gezichtuitdrukking is meestal voldoende om een potentiële inbreker op andere gedachten te brengen. Een Boxer wordt niet snel kwaad. Toch zal hij een bedreiging van zijn roedel, zeker als het de kinderen betreft, opvatten als een persoonlijke belediging en zich tussen het dreigende gevaar en zijn roedelgenoten opstellen. Denk maar niet dat het mogelijk is een Boxer te vlug af te zijn, want ze hebben een enorm reactievermogen en zijn ongelooflijk snel in hun bewegingen.

    Met andere honden kunnen de meeste Boxers redelijk overweg. Ze spelen graag maar helaas weten niet alle honden (behalve natuurlijk andere Boxers) het wilde spel van een Boxer te waarderen. Ze springen veel en hoog, soms over de hoofden van andere honden heen en maken erg veel gebruik van hun voorpoten in het spel. Ook zijn er Boxers die hun massieve schedel gebruiken als een soort stormram, iets wat maar weinig andere rassen op prijs weten te stellen. Bij de reuen komen er soms wat dominante exemplaren voor die niet zoveel op hebben met andere leden van het mannelijk geslacht. Deze honden moeten ten allen tijde goed onder controle van hun baas staan want een vechtende Boxer is iets vreselijks. Ze vallen laag aan, zoals het een bullebijter betaamd, zijn zeer vasthoudend en hebben de neiging om door te blijven vechten, ook als de opponent deemoeds-gebaren vertoont.

    Met kinderen daarentegen is deze wildebras van een hond meestal onvoorstelbaar voorzichtig. Het is nooit verstandig om een ras in zijn geheel als "kindvriendelijk" de betitelen, maar als er één ras is wat dit predicaat verdient dan is het wel de Boxer. Hun verdraagzaamheid tegenover kinderen is enorm, evenals hun bescherming. Wees voorzichtig met het straffen van uw kinderen als er een Boxer in de buurt is, de kans is groot dat hij het resoluut voor ze opneemt.

    Schone hond

    Over het algemeen heeft de Boxer het niet zo op water begrepen. Met zwemmen verwen je hem niet echt en tijdens een fikse regenbui doe je de hond geen plezier met een wandeling. Als ze de kans krijgen steken ze hun neus buiten de deur, draaien zich om en gaan met hun rug tegen de verwarming aan liggen wachten tot het weer opklaart. Voordeel is natuurlijk wel dat het een lekker schone hond is. Zelden zal een Boxer in de modder gaan liggen wentelen en zelfs met het meest vieze weer zal hij nog met schone poten thuis weten te komen.

    23-05-2006 om 21:22 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bouw van de boxer

    Het eerste dat opvalt als we naar een boxer kijken, zijn zijn korte neus en gedrongen bouw. Deze bouw komen we ook tegen bij andere "platneuzen", zoals de Engelse Bulldog en de Shih-tzu, en wordt veroorzaakt door achondroplasie. Achondroplasie betekent letterlijk: geen kraakbeenvorming. De vorming van kraakbeen zorgt normaal gesproken voor de lengtegroei van de botten. Aan de uiteinden van botten bevinden zich zogenaamde groeischijven. Tot en met de puberteit maken deze groeischijven kraakbeen aan, dat vervolgens wordt omgezet in hard bot. Zo ontstaat lengtegroei van botten. Wanneer dit proces niet goed verloopt, blijft het dier klein en gedrongen, met name dus omdat de ledematen zo kort blijven.
    Dit is ook de oorzaak dat deze dieren een onderbeet hebben. De bovenkaak groeit niet zo hard als de onderkaak.
    Hier kunt u een aantal foto's bekijken en vergelijken van de schedels van een boxer en een duitse herder. Door deze groei ziet de boxer er iets anders uit dan de "gewone" rassen, maar dat betekent niet dat ze een andere anatomie hebben.

    Het skelet van een hond

    Als we naar bovenstaande tekening kijken, zien we dat honden op hun tenen lopen. De middenvoetsbeentjes zijn verlengd en staan min of meer vertikaal. Hierdoor zijn de poten langer en kunnen ze harder lopen dan dieren zie op hun voetzolen lopen (zoals de mens).

    Hieronder ziet u de interne organen aan de linker zijde van een reu.

    De organen van een hond

    En de interne organen aan de rechter zijde van een teef.

    De organen van een hond

    23-05-2006 om 21:24 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Witte boxers

    Vaak wordt gedacht dat witte boxers zeer ongezonde boxers zijn. Dit komt doordat witte boxers vaker doof zijn, de kleur niet erkend wordt en ze (gelukkig steeds minder vaak) vlak na de geboorte ingeslapen worden. Witte boxers zijn echter over het algemeen niet ongezonder dan de gekleurde boxers.

    Niet erkend

    De kleur wit wordt niet erkend, zodat er minder makkelijk met witte boxers gefokt kan worden. Men heeft er namelijk veel tijd in gestoken om gekleurde boxers te fokken en het fokken met witte boxers zou deze kleurenvariëteit teniet kunnen doen. Omdat veel fokkers zich als het ware schaamden voor witte boxers in hun nesten, werden de witjes vaak vlak na de geboorte ingeslapen. Hiermee wilden ze voorkomen dat hun kennel een slechte naam kreeg. Het boxerras heeft de kleur wit echter hard nodig. Als de kleur wit volledig uit het ras gehaald zou worden, zouden tevens andere boxereigenschappen verdwijnen. Zonder wit is het boxerras zichzelf niet.

    Doof

    Wel is gebleken dat witte boxers vaker doof zijn. De aangeboren doofheid komt bijna alleen voor bij de witte boxer. De doofheid is namelijk meestal een gevolg van het ontbreken van pigmentcellen. Deze honden hebben ook bijna altijd twee blauwe ogen. Er bestaan ook witte boxers die wel pigmentcellen hebben, terwijl deze geen pigment aan maken, waardoor ze dus wit zijn. Deze boxers zijn over het algemeen niet doof en hebben (één of twee) bruine ogen.

    Om eventuele doofheid aan te tonen, zijn er twee verschillende methoden. De eerste en de makkelijkste, maar ook de minst betrouwbare methode, is een onverwacht geluid maken bij de pup en kijken of hij er op reageert. Bijvoorbeeld: de pup is vlak bij u. U beweegt uw hand naar de rechter kant van de kop van de pup zonder dat deze het ziet. Nu knipt u in uw vingers. Pups die niet doof zijn, zullen reageren door naar rechts te kijken. Hetzelfde doet u wat later aan de linker kant. Natuurlijk kunt u dit pas testen als de gehoorgang van de pup open is, dus pas na een leeftijd van drie weken.
    De tweede methode is de officiële BAER-test (=Brainstem Auditory Evoked Response). Met deze test wordt al dan niet een auditieve reactie opgewekt in de hersenstam, waardoor vanaf een leeftijd van 6 weken objectief gemeten kan worden of de hond kan horen.

    Wit of gekleurd?

    Naast de doofheid kunnen witte boxers natuurlijk wel alle aandoeningen krijgen die gekleurde boxers ook hebben. De witte kleur is hier echter niet verantwoordelijk voor. Ik zie zelf dan ook geen enkele beperking om een witte boxer aan te schaffen, zolang gelet wordt op al dan niet aanwezige doofheid. En als u weet hoe u met dove honden om moet gaan, is dat zelfs geen beperking.

    23-05-2006 om 21:26 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voeding

    In Nederland bestaat geen slecht hondenvoer meer. Er bestaan uiteraard wel goede en minder goede voersoorten, maar zelfs dat zegt nog niet veel. De ene hond kan het heel goed doen op een bepaald merk, terwijl de andere hond er letterlijk ziek van wordt.
    Ik ga in dit stuk dan ook niet vertellen welk merk goed is en welk merk niet, maar ik ga proberen de voor- en nadelen van verschillende voermethoden uiteen te zetten.
    Belangrijk is dat u weet (of uitzoekt) wat uw hond lekker vindt en hoe u hem kunt verwennen! Het is heerlijk om te zien hoe uw hond staat te genieten van zijn eten. Het moet vlot naar binnen gaan. Ook kunt u dan uw hond verleiden te eten als hij eigenlijk niet wil, bijvoorbeeld als hij ziek is en toch zijn voeding nodig heeft.

    Er zijn veel verschillende methoden om je hond te voeren:
    *
    Met de pot mee eten
    *Blikvoer
    *Brokken in alle soorten en maten
    *Barf (=bones and raw food)
    *Tussendoortjes

    Welke methode u kiest, is afhankelijk van wat het mag kosten, de tijd die u vrij wilt/kunt maken om het voer te bereiden en hoe de hond het doet op het voer.

    Allereerst: wanneer doet een hond het goed op voer?

    Het is natuurlijk heel belangrijk om te weten waar men op moet letten als men wil weten of de hond het "goed doet" op bepaald voer.
    *De hond mag niet te dik of te dun worden. Bij een hond op gewicht mogen de ribben niet duidelijk zichtbaar zijn, maar moeten de ribben wél te voelen zijn als u er met de vingers met zachte druk overheen aait. Bij de boxer moet de kneep (= het smalle gedeelte van de buik) altijd zichtbaar zijn. Is de buik even breed als de billen of de borstkas, dan is uw boxer helaas te dik. Zijn de ribben en de ruggegraat duidelijk zichtbaar, dan is uw boxer te mager.
    *De vacht moet glanzen en glad zijn. Als de vacht dof is of als er kale plekken in de vacht zitten, is dat een teken van (beginnende) ziekte en/of ouderdom. Bij een verkeerde voeding voor uw hond zien we vaak dat als eerste de vacht dof wordt.
    *De ontlasting van de hond is stevig, bruin van kleur en komt met regelmaat. Te dunne ontlasting of te harde ontlasting is vaak een gevolg van verkeerde voeding. Honden met een voedselintolerantie, wat regelmatig voor komt bij boxers, hebben vaak diaree. Hypo-allergeen voer kan dan een uitkomst zijn.
    Als de ontlasting een andere kleur heeft dan bruin, bijvoorbeeld bijna zwart of groen, kunt u het beste even langs een dierenarts gaan. Alleen het veranderen van voer zal dan niet voldoende zijn.
    Verder poept een hond gemiddeld één tot twee keer per dag. Minder poepen kan eens een keer voorkomen, maar moet wel in de gaten gehouden worden in verband met een mogelijke verstopping van de darmen. Vaker poepen duidt op een te veel aan afvalstoffen in het voer. De hond kan geen gebruik maken van de voedingswaarden in het voer en poept deze dus uit.
    *De hond is energiek, maar niet hyperactief. Sloomheid/lusteloosheid of hyperactiviteit kán een gevolg zijn van verkeerde voeding (let op! Dit is zeker niet altijd het geval!)

    Met de pot mee eten

    "Met de pot mee eten" en "kliekjes voeren" is niet hetzelfde. Het is erg slecht voor een hond om alleen de kliekjes te krijgen, omdat hij dan veel voedingsstoffen mist. Vlees bijvoorbeeld, blijft zelden over, maar is een belangrijk bestanddeel van het voer van een hond.
    "Met de pot mee eten" wil dus zeggen dat de hond alles krijgt, wat de mens eet: aardappelen, vlees en groente of rijst met vlees of enzovoort. U heeft dan gewoon een extra eter. Suikers (snoepgoed) zijn uiteraard uit den boze!

    Honden kunnen erg goed omgaan met een teveel aan zout, zolang ze voldoende drinkwater tot hun beschikking hebben. Daar hoeft u zich dus geen zorgen over te maken, tenzij de hond een nierprobleem heeft. Groenten moeten gepureerd worden, omdat de hond er anders zeer weinig aan heeft, niet alle soorten groenten zijn geschikt voor honden. Boxers kunnen erg gevoelig reageren op kruiden, dus let daar mee op. Vet is ook geen probleem als de hond genoeg beweging krijgt. Honden hebben meer vet in hun voeding nodig dan mensen.
    Het grootste nadeel van deze manier van voeren, is dat u nooit de zekerheid hebt of uw hond genoeg goede voedingsbestanddelen binnen krijgt. Het vergt veel kennis van hondenvoeding om het goed te doen, zodat uw hond niets tekort komt.

    Blikvoer

    Blikvoer bestaat voor ongeveer 80% uit water. Dat betekent dat het een dure voedselbron is. Water uit de kraan is immers goedkoper. Het voordeel hiervan is dat het voer goed geaccepteerd wordt. Moeilijke eters willen vaak wel blikvoer eten, maar geen brokken. Als het blik eenmaal open is, is het voer beperkt houdbaar. Blikvoeders zijn vaak complete voeders, waar niets aan toegevoegd hoeft te worden.

    Brokken in alle soorten en maten

    Er zijn veel verschillende fabrikanten die veel verschillende hondenbrokken maken. Brokken voor pups, junior honden, volwassen honden, senior honden, kleine honden, grote honden, enzovoort. Keuze te over en alle brokken zijn goed van kwaliteit.
    Geef pups niet te lang puppenvoer; vooral bij pups van grote rassen kunt u in zijn derde of vierde maand al overschakelen op brokken voor volwassen honden. In puppenvoer zitten heel veel eiwitten, waardoor uw pup te snel gaat groeien. Uw pup kan beter gelijkmatig groeien in plaats van snel! Bij verandering van voer is het verstandig om langzaam, in ongeveer twee weken, overschakelen op het nieuwe voer door het nieuwe voer te mengen met het oude voer.

    Barf (=bones and raw food)

    Barf is een aparte manier van het voeren van uw hond. Het bestaat vooral uit rauwe botten met vlees en gepureerde groenten en fruit. Persoonlijk vind ik dat er meer nadelen als voordelen aan zitten.
    Voor barfen is veel kennis nodig van hondenvoeding. Als u op lange termijn een voedingsbestanddeel vergeet, kan dat grote gevolgen hebben. Het geven van rauwe botten die compleet opgegeten worden, is ook niet zonder risico's. De botten kunnen in de keel blijven steken of de maag of darmen perforeren. Natuurlijk gaat het heel vaak heel goed, maar die ene keer dat het fout gaat, weegt niet op tegen die honderd keren dat het goed gegaan is. Ook neemt deze methode veel tijd in beslag, zowel om te leren als om dagelijks toe te passen. Als u veel tijd heeft en koken leuk vindt, is dat natuurlijk geen nadeel, maar anders kan het wel eens vervelend worden. Tot slot is het een dure manier van voeren, als u het goed wil doen.
    Het grote voordeel is , dat u precies weet wat uw hond binnen krijgt (als u tenminste weet wat u doet.)
    Voor meer informatie over Barf kunt u kijken op :
    barfplaats.nl

    Tussendoortjes

    Natuurlijk wilt u uw hond ook wel eens iets tussendoor geven, als beloning of gewoon om hem te verwennen. Daar is helemaal niets mis mee, zolang u in de gaten houdt dat hij niet te dik wordt. Als u hem bijvoorbeeld een grote kluif geeft, geeft u hem gewoon diezelfde dag wat minder voer.
    Geschikte tussendoortjes zijn niet alleen de hondensnoepjes en kluiven die u in de winkel vindt, maar ook fruitsoorten, zoals bananen en appels. Niet alle fruitsoorten zijn geschikt voor honden. Druiven (en ook rozijnen) en de meeste pitten in het fruit zijn bijvoorbeeld giftig.
    Af en toe een paar noten, zoals pinda's of hazelnoten, vinden honden ook heerlijk. Amandelnoten zijn giftig!
    Yoghurt en kwark worden graag opgelebberd. Geef alleen niet teveel, omdat uw hond anders diaree kan krijgen. Een paar eetlepels op een dag is meer dan genoeg. Op een warme dag kunt u de yoghurt invriezen en als ijsje geven!
    Honden zijn dol op vis. Let er wel op dat er geen graten meer in zitten. Tonijn in water uit blik is erg geschikt.
    Op het internet staan verder verschillende recepten voor hondenlekkernijen, zoals satinbals. Deze zijn zeer geschikt voor honden die te mager zijn en maar niet aankomen.

    23-05-2006 om 21:29 geschreven door brecht  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drinken

    Drinken

    Regelmatig krijg ik vragen over hoeveel water een boxer(pup) mag drinken en of het water 's avonds weggehaald kan worden om de zindelijkheid te versnellen.

    Drinken en dan plassen, of plassen en daarna drinken?
    De mens is het enige dier dat plast, omdat hij drinkt. Alle andere dieren drinken, omdat ze plassen (enkele uitzonderingen daargelaten.) Als een dier veel plast, moet hij het kunnen aanvullen, anders droogt hij uit. Dit vele plassen heeft vaak een medische oorzaak en komt dus niet omdat het dier veel drinkt! Een baarmoederontsteking of suikerziekte kunnen twee mogelijke verklaringen zijn van veel plassen.

    Wat is veel?
    De normale behoefte aan water is 30 tot 60 mg per kilo lichaamsgewicht. Voor een hond van 30 kilo is dat dus tussen de 0,9 en 1,8 liter per dag. Deze behoefte kan per hond per dag anders zijn. Kleine dieren, zieke dieren, jonge dieren en oude dieren hebben meer behoefte aan water. Ook bij een lage luchtvochtigheid, een hoge temperatuur of medicijngebruik kan de waterbehoefte verhoogd zijn. Tot slot kan het soort voer zorgen voor meer of minder behoefte aan water.

    Hoe kan men dit meten?
    Een goede manier om bij te houden hoeveel uw hond drinkt (en dus plast), is om het water uit een maatbeker te geven. Iedere dag vult u de maatbeker met vers water en doet u vandaaruit het water in de drinkbak van uw hond. Een prettige bijkomstigheid is dat het water zo op kamertemperatuur kan komen, voordat uw hond ervan drinkt. Koud water kan namelijk diaree, braken of buikpijn tot gevolg hebben.

    Wat mag een hond drinken?
    Water is het meest simpele wat u uw hond aan drinken kunt geven. Is uw hond een moeilijke drinker of ziek, dan kunt u hem ook een lichte bouillon of rijstwater geven; uiteraard nadat het afgekoeld is.
    Pas op met het geven van (verdunde) koemelk. In koemelk zit lactose, wat door het lichaam afgebroken wordt met het enzym lactase. Bij de hond is dit enzym slechts aanwezig als hij pup is. Oudere honden kunnen dus geen lactose afbreken en kunnen van koemelk aan de diaree raken. Sommige honden die van pup af aan iedere dag melk hebben gekregen, kunnen het enzym lactase nog wel aanmaken. Dit zijn echter uitzonderingen.

    Drinken en zindelijkheid
    Een veel gehoorde kreet als een pup niet zindelijk wil worden, is "haal zijn water 's avonds weg". Op zich kan dit weinig kwaad mits u zich daarbij een aantal zaken realiseert.
    -Het weghalen van het water zal u niet behoeden voor het 's nachts uitlaten van uw pup. Een hond loost immers eerst zijn water om het daarna aan te vullen.
    -Uw hond leert op deze manier minder goed omgaan met zijn waterhuishouding. Sommige honden kunnen zich aanleren om voor het slapen gaan zich nog even vol te tanken, omdat ze daarna een hele tijd zonder moeten doen.
    -Als uw pup veel drinkt vanwege een medische reden, moet u goed overleggen met uw dierenarts of het raadzaam is het water op gezette tijden weg te halen. Jonge dieren kunnen snel uitdrogen!

    Drinken, braken en diaree
    Als uw hond veel braakt of aan de diaree is, moet u hem goed in de gaten houden. Uw hond kan op deze manier namelijk veel water verliezen. Over het algemeen is het verstandig deze dieren onbeperkt water aan te bieden, behalve binnen een half uur na het braken. Als u uw hond vlak na het braken water geeft, kan dit aanleiding zijn om opnieuw te gaan braken.

    23-05-2006 om 21:29 geschreven door brecht  



    Archief per week
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 26/09-02/10 2005

    Welkom op mijn blog over boxers!
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Zoeken met Google



    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    {TITEL_VRIJE_ZONE}


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs