|
Vandaag reizen we door naar Potosi. Drie uur bus om 200 kilometer
af te leggen. We stijgen van 2600 naar 4020 meter. Bij het uitstappen voelen we
wel degelijk dat we zijn aangekomen in de hoogst gelegen stad ter wereld.
Potosi ligt hoger dan Lhasa in Tibet. Het landschap is prachtig. Van kilometers
ver zien we de Cerro Ricco liggen, de bekende berg van Potosi, de "rijke
berg". Een Inca-leider heeft hier ooit de stommiteit begaan om tegen de
Spaanse conquistadores te vertellen dat er zilver in de berg zat. En wat voor
zilver: het was de rijkste zilverader ter wereld. De Spanjaarden hebben er
decennialang tonnen zilver uit weggeroofd. Natuurlijk deden ze dat niet zelf.
Daarvoor lieten ze indianen van einde en ver aanrukken. Er zijn meer dan
600.000 mensen gesneuveld in de ongezonde mijnen, ter meerdere eer en glorie van
het Spaanse rijk. We proberen de eerste dag een beetje te acclimatiseren, want
bij elke inspanning voel je toch dat je op hoge hoogte verblijft. We verkennen
de stad en willen het belangrijke Casa de la Moneda bezoeken. Maar dat is
gesloten. We stappen dan verder en bezoeken het klooster Santa Teresa, een
prachtig klooster uit de 17de eeuw. Een vrouw met een grote bos sleutels
begeleid ons van de ene kamer naar de andere. Voor ons gaat de deur open,
achter ons gaat ze weer dicht. De meisjes die hier binnen kwamen, vaak op jonge
leeftijd zijn hier in hun leven nooit meer naar buiten gegaan. Goud en
zilverwerk zijn hier in overvloed aanwezig. Hier kwamen alleen dochters van
rijke families binnen. We stappen verder naar het centrale plein waar ook de
kathedraal is gevestigd. Via een achterpoortje kan je de kathedraal bezoeken,
maar enkel met een gids. Het is een olijkerd die graag alle aandacht op zich
gevestigd ziet. Maar dit heeft ook voordelen. Hij spreekt traag en duidelijk Spaans,
zodat we goed kunnen volgen. De kerk is in volle restauratie. Na 3 jaar werken
wordt ze in november opnieuw ingehuldigd. Toch is de rijkdom en de pracht en
praal al duidelijk zichtbaar. Het orgelpunt wordt een bezoek aan de toren,
zowat 90 trappen omhoog. We trappen meteen op onze adem maar geraken
probleemloos boven waar een schitterend zicht op de stad wacht. Met als
blikvanger uiteraard de Cerro Ricco. Na deze klimpartij past een verfrissing.
We proeven het lokale Potosina, maar het is maar fluitjesbier.

|