|
We laten het koude Uyuni achter ons en vliegen naar La Paz,
de hoofdstad van Bolivia. Kort na de middag komen we aan, maar ik moet voor de
rest van de dag forfait geven wegens toerista. De dag nadien ben ik weer te
been en kan ik met de rest van onze groep mee op pad. We wandelen doorheen de
stad richting Plaza Murillo, waar het presidentieel paleis is gevestigd.
Onderweg komen we een paar zebramannetjes tegen. Het zijn mensen met een
zebrapakje aan die op een ludieke manier de voetgangers beschermen bij het
oversteken van de straat. Dat is geen overbodige luxe want de chauffeurs wanen
zich hier heer en meester van de weg. Ze hebben totaal geen respect voor de
voetgangers die als het ware hun leven op het spel moeten zetten bij het
oversteken van de weg. Wanneer we toekomen op de Plaza Murillo is er net een
ceremonie begonnen. De muziekkapel van het leger staat klaar in feesttenue. Het
heeft iets te maken met een verjaardag van de goede relaties tussen Argentinië
en Bolivia. Je kan rustig overal tussenlopen, filmen en foto's trekken. Geen
nadarafsluitingen die het volk op afstand houden. Tientallen Bolivianen staan
dan ook te kijken naar de ceremonie.
Na afloop trekken we naar het cocamuseum. Het is een klein
huis waarin alle mogelijke informatie over coca en zijn derivaten is verzameld.
Ze gaan hier ook ruim in op de traditie van het cocakauwen bij de indianen. Je
kan het gebruik van coca bij de indianen een beetje vergelijken met alcohol bij
ons: als er te feesten valt, dan is de coca present. In Bolivia is coca, de bladeren
dus, legaal. Echter cocaïne en crack zijn verboden. De cocaplantages worden
gecontroleerd door de politie. Dat neemt niet weg dat er heel wat illegale coca
en cocaïne wordt geproduceerd, wat dacht je? We leren er ook dat zonder
alkaline de opname van de actieve stof via het speeksel niet zo goed werkt
tegen hoogteziekte. Misschien hebben we dus voor niets zitten kauwen. We kopen
een soort coca-pastilles die dat probleem zouden ondervangen. De pastilles
leveren in elk geval goede resultaten op, want niemand van ons heeft daarna nog
heel veel last van de hoogte gehad.
Na de middag nemen we een taxi naar El Alto. El Alto is
eigenlijk een stad van 1 miljoen inwoners die op de hoogvlakte rond La Paz is
gebouwd. Hier wonen meestal de armen. In tegenstelling tot andere steden in de
Derde Wereld waar de rijken hoog wonen, wonen in La Paz de betere burgers in
het dal. Het uitzicht is indrukwekkend. La Paz is een stad die tussen en op de
bergen is gebouwd, een stad gekneld tussen twee bergruggen. Het hoogteverschil
tussen El Alto en beneden La Paz bedraagt meer dan 500 meter. De taxi heeft het
dan ook niet gemakkelijk om boven te geraken.
Met de taxi terug naar beneden, laten we ons afzetten aan
het Tiwanaku-museum. Dat blijkt echter gesloten wegens werken. Het is niet de
eerste keer dat ons dit overkomt in Bolivia. We stappen dan maar verder naar de
gevangenis San Pedro. Dat is een van de weinige gevangenissen die onder beheer
staat van de gevangenen zelf. Gevangenen wonen er vaak met hun hele gezin. Er
is wel controle van wie binnen en buiten gaat, maar de interne
veiligheidsdienst wordt door de gevangenen zelf georganiseerd. Van buitenaf
ziet de gevangenis er uit als andere gevangenissen, alleen loopt er wat meer
volk binnen en buiten.
's Avonds eten we in een Italiaans restaurant, dat blijkbaar
wordt gerund door een Belg, uit Niel. Hij woont hier al een viertal jaar en
runt samen met twee andere mensen 6 restaurants in de buurt. Hij probeert La
Paz op culinair vlak wat bij te brengen, vertelt hij ons, want de Boliviaanse
keuken stelt niet zoveel voor, in vergelijking met de Peruviaanse. Hij begint
behoorlijk wat Bolivianen over de vloer te krijgen. Hoewel de mensen nog vrij
arm zijn, is er verbetering waar te nemen. Zo is recent het minimumloon
opgetrokken van 800 naar 1200 Bol, 120. Nog niet echt om over naar huis te
schrijven. Een goede dokter verdient rond de 5.000 Bol. De president verdient
20.000 Bol. Maar hoewel de prijzen aan het stijgen zijn is Bolivia nog altijd
super goedkoop, voor ons althans. Voor de Bolivianen is het krabben om de maand
rond te komen.

|