|
Vandaag is Tiwanaku ons doelwit. Een taxi brengt ons naar
het busstation waar kleine minibusjes, collectivos, klaar staan om mensen naar Tiwanaku te
brengen, ongeveer anderhalf uur buiten La Paz. Geen geluk vandaag. Er zijn maar
weinig mensen die naar Tiwanaku willen reizen. We moeten 40 minuten wachten tot
het busje vol is en vertrekt. Na anderhalf uur komen we aan in wat een van de
belangrijkste archeologische vindplaatsen is van Bolivia. De ruïnes zijn het
symbool van het Tiwanaku-tijdperk dat de Inca's voorging. Tiwanaku kende zijn
bloeitijd van de 8ste tot de 12de eeuw.
Het uitzicht van de omgeving van de site heeft wat weg van een verlaten dorpje
in de far west. De zonnetempel beslaat ongeveer een halve hectare en is omgeven
door perfect rechte muren. Men vraagt zich vandaag nog altijd af hoe ze dit in
die tijd konden. Hergé heeft zich voor heel wat beeltenissen in zijn boek
Kuifje en de Zonnetempel, gebaseerd op figuren uit deze site. De gedeeltelijk
ondergrondse tempel vind ik het mooist. In de muren hiervan zijn heel wat
koppen verwerkt. De koppen van de doden en de mensen die weer gaan geboren
worden. Hier werd een gigantisch groot beeld gevonden, de Bennett, genoemd naar
de naam van de vinder. Het beeld heeft lang voor het voetbalstadion van La Paz
gestaan, maar het staat nu in een museum hier vlakbij. Het is vrijwel het enige
dat in dit museum een mooie plaats heeft gekregen, want de andere kamers van
het museum zijn leeg en de plafonds zijn afgeschilferd door het vocht. Dat
Tiwanaku een grote symbolische betekenis heeft, is ook af te leiden uit het
feit dat de inauguratie plechtigheid van president Evo Morales hier is
doorgegaan, 70 km van La Paz. Hij wilde hiermee aantonen dat zijn
presidentschap helemaal in de lijn licht van de oude Tiwanaku-cultuur. Terwijl
we zitten te wachten in het minibusje om terug te keren naar La Paz, valt mijn
oog op een inscriptie in een spoorwegrail: 'Ougree 1921'. De rails van de
spoorweg hier, zijn indertijd in de hoogovens van Luik gemaakt. Of hoe ons land
en Bolivia in lang vervlogen tijden nog een band hebben gehad.

|