Max, een uitgesproken pessimist, ziet in dit leven geen hoopgevend perspectief meer, waardoor hij zijn vrouw Marta constant in het harnas jaagt. Als hij ook nog vermoedt dat zijn hart het algauw zal begeven, is dat de druppel voor Marta. Ze dwingt Max om dringend een kuur van tien dagen te volgen in een instelling vooraleer er accidenten gebeuren.
Wat niemand voor mogelijk hield, gebeurt toch, Max sluit in de instelling vriendschap met twee andere patiënten en durft zelfs optornen tegen het autoritair gezag van hoofdzuster Potter. Er komt plots leven in de brouwerij door de komst van Max.
De anders zo zielige sfeer binnen de vier muren ondergaat een hele metamorfose. Max en zijn twee kompanen breken met de eentonigheid en beramen een gewaagd plan. Ze willen een bank overvallen met zn drieën. Ze ontsnappen uit de instelling door de omheining kapot te knippen. Terwijl de Bernard op de wacht staat en Max en Pierre de bank aan het overvallen zijn, komt er een politieagente bij Bernard staan. Het probleem is als Bernard zenuwachtig wordt begint hij raar te doen. Hij begint te huilen als een wolf, de politieagente vindt dit raar en wil de man ondervragen. Toen de twee andere terugkwamen, wou de agente Bernard meepakken naar het bureau. Dus trok Max een pistool richting de agente. Maar de agente liet versterking komen. Paar dagen later zitten ze weer alle drie in de instelling, ze werden niet veroordeeld omdat ze psychisch gestoord zijn. Ze konden er niet aan doen zei de rechter. Ze hebben nu wel geen geld maar ze vonden het eens leuk om te doen.