Traditionele
kerst: vroeger waren de sparren versierd met rode appels vandaar de
rode kerstballen.
Ieder
jaar zijn er verschillende nieuwe trends
Wat
is kerstmis?
De Germanen vierden rond 25 december
midwinter- of joelfeesten. Feesten van dankbaarheid voor wat geweest was
en hoop voor wat nog komen moest. Ze duurden 13 dagen en 12 nachten
(van 24 december tot 6 januari) en sloten direct aan op de grote
slachttijd. Er werd niet gewerkt, maar wel enorm veel gegeten, gedronken
en lawaai gemaakt. Het lawaai was bedoeld om de geesten die tegen het
einde van het jaar tevoorschijn komen te verjagen.
Er brandden
voortdurend enorme vreugdevuren waarop brandoffers werden gebracht aan
de goden, godinnen, schimmen en doden. Alles werd versierd met
groenblijvende takken en twijgen, die gezien werden als symbool van
vruchtbaarheid en verjager van heksen, geesten en ziekte. Niet alleen de
Germanen kenden deze midwinterfeesten en symboliek, ook Romeinen,
Egyptenaren en nog veel meer volken vierden in de winter dit 'feest van
het licht.'
Pas in 381 kwam het Christelijke element om de
hoek kijken: men koos 25 december als geboortedag van Christus. Voor
381 werd alleen Zijn kruisiging, besnijdenis en wederopstanding herdacht
en gevierd. Het heidense 'feest van het licht' versmolt vervolgens met
het Christelijke 'feest van de vrede'. De kerk maakte op deze manier
handig gebruik van de enorme populariteit van de joelfeesten om het
Christendom verder te verspreiden. Advent
Kerstmis wordt
voorafgegaan door Advent (=Nadering). Tijdens de Advent zijn Christenen
in afwachting van de komst van Jezus. Advent begint op de vierde zondag
voor Kerstmis (het begin van het kerkelijk jaar) en duurt tot
Kerstavond. Kinderen krijgen een adventskalender met voor elke dag een
'deurtje' waar iets lekkers achter verstopt zit. Er wordt een
adventskrans met vier rode of gele kaarsen neergezet. De eerste kaars
wordt op adventszondag aangestoken en elke zondag erna wordt er een
kaars extra aangestoken.
Tijdens de adventsperiode worden overal
Kerstmarkten gehouden. Zo vertrekken er dagelijks bussen vol
Nederlanders naar de beroemde Kerstmarkt in Dusseldorf. Al met al
bezoeken jaarlijks vele tienduizenden Nederlanders de kerstmarkten in
Nederland en Duitsland.
De oorsprong van
kerstgebruiken:
Rondom Kerst worden allerlei atributen van
zolder gehaald en onze huizen mee versierd. Buiten worden starten
verlicht, en verrrijzen er kerstbomen en zelfs de zendmast bij
IJsselstein wordt omgetoverd tot de grootste kerstboom van het land.
Waar komen deze gewoonten en symbolen vandaan?
De Kerstboom:
Bij de Germaanse voorchristelijke stammen was
de spar het symbool van groei en bloei tijdens het vieren van de
kortste dag. In de vijfde eeuw dook de spar op als Boom des Levens in
Duitse kerken. Appels wezen naar de zonde en de piek wees naar de ster
die redding bracht. In de negende eeuw verbood Karel de Grote het
opzetten van een kerstboom en in de tiende eeuw deed paus Martinus II
hetzelfde in Italië. De hervormer Maarten Luther was een van de eersten
die kaarsjes in de kerstboom plaatste. Hij gebruikte de verlichte
kerstboom als illustratie bij de zegwijze dat Jezus het Licht van de
Wereld is. Feit is dat de rooms-katholieke kerk de Kerstboom meer
geweerd hebben dan de protestantse kerken. De rooms-katholieken hadden
voorkeur voor de stalletjes. In 1822 bracht Edward Johnson, een
collega en vriend van Thomas Edison, als eerste persoon elektrische
verlichting aan in een echte kerstboom; drie jaar nadat de gloeilamp was
uitgevonden.
Kerststal:
Een traditie die geen enkele binding heeft
met heidendom is het etaleren van kerststallen. Vooral in katholieke
landen wordt hier veel aandacht aangegeven, hoewel de kerststal ook
oprukt onder de protestanten, met name in Amerika. De kerststal is
een idee van Franciscus van Assisi die in 1223 op het idee kwam een
levende kerststal in het dorp Greccio (Italië) op te zetten.
Kerststallen van levende personen en dieren komen nog steeds voor. De
aanwezigheid van de os en de ezel in de stal heeft geen bijbelse
oorsprong. Ze werden erbij geplaatst omwille van de zin uit het Oude
Testament waar de profeet Jesaja zegt: Een rund kent zijn eigenaar en
een ezel de krib van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn
volk geen inzicht. Die van de herders met hun schapen wel, evenals die
van de drie Wijzen uit het Oosten. De kerststallen kunnen van
allerlei materiaal gemaakt worden van dure materialen tot heel goedkoop
materiaal. Een van de tradities is om in de adventtijd (de dagen voor
Kerst) de stal iedere dag uit te breiden met een nieuwe figurant. In de
Kerstnacht wordt tenslotte de baby Jezus in de kribbe gelegd.
Kerstster:
Ook de kerstster is als een van de weinige
kerstsymbolen rechtstreeks terug te voeren op het kerstverhaal, zoals
dat in het evangelie van Matteüs wordt beschreven. De Ster van Betlehem
gaf de plaats aan waar de Koning van de Joden geboren zou zijn.
De Kerstman:
De kerstman is een afstammeling van
Sinterklaas, zoals Sinterklaas op Sint Nicolaas, bisschop van Myra,
teruggaat. Het Sinterklaasgebruik is meegenomen door emigranten naar
Amerika. Daar werd Sinterklaas Santa Claus. De kerstman heeft ongeveer
dezelfde gebruiken als Sinterklaas, zoals cadeautjes geven, een lange
baard en een rood pak, maar hij is ontdaan van alle religieuze
symboliek.
Geschenken geven:
Het geven van geschenken rond Kerstmis gaat
terug op oude tijden, maar in Nederland was lange tijd vooral Sint
Nicolaas of Sinterklaas het geschenkenfeest. De kerstman leek eind
twintigste eeuw Sinterklaas te gaan verdrijven. Zover is het niet
gekomen, maar velen geven elkaar (ook) met Kerstmis geschenken. Deze
gewoonte heeft geleid tot kritiek dat het feest al te commercieel zou
zijn geworden. Aan de andere kant vieren christenen met Kerst het
grootste geschenk dat God aan de mensheid heeft gegeven.