De Valkparkiet is een vogel die behoort tot de kakatoe's. Ze zijn familie van elkaar, omdat ze beide een kuif hebben die ze kunnen bewegen.
De Valkparkiet leeft in het Australische oerwoud, daar kunnen ze tot 15 jaar oud worden, terwijl ze in gevangenschap wel tot de 25 jaar oud kunnen worden.
De Valkparkiet is een vogel die 28 tot 32 cm lang is en 80 tot 100 gram weegt. In het wild vliegen ze in zwermen van 20 tot 25 vogels.
De allereerste Valkparkiet die uit Australië werd meegenomen was in 1770.
De Engelsman James Cook bedacht de Latijnse naam Nymphicus Hollandicus.
In Duitsland zou er voor het eerst gefokt worden met Valkparkieten in 1850, in Nederland zou dit rond 1855 zijn.
De Valkparkiet broedt in het oerwoud in afgebrande of afgestorven bomen waar ze
4 tot 6 eitjes in legt, ze beginnen vaak met broeden vanaf het tweede ei. Ze gebruiken geen nestmateriaal.
Ze broeden 18 tot 21 dagen en na ongeveer 36 dagen vliegen de jongen uit.
In gevangenschap hebben de valkparkieten de voorkeur aan grote nestkasten waar ze soms ook met z'n tweeën in kunnen liggen. Ze broeden van mei tot eind september.
De Valkparkiet bestaat ook in vele mutaties (verschillende kleuren). Hier een paar voorbeelden:
- Wildkleur (Grijs)
- Gepareld (Grijs met witte of gele stippen)
- Bont
- Lutino (Geel met wit)
- Zwartkop
- Geelwang
- Albino (Wit, soms met rode ogen)
- Cinnamon (Grijs met lichtbruin)
- Witkop
Bij de wildkleur, de geparelde, de lutino, de cinnamon en soms de bonte komt er de oranje wangvlek voor (zie ook op de foto hierboven).
In het wild voeden de Valkparkieten zich meestal met gras, zaden, vruchten, noten, insecten en verschillende bladeren.
In tegenstelling tot het leven in het oerwoud, hebben ze in gevangenschap al voldoende aan tropisch voer, eivoer en soms wat trosgierst. In beide gevallen is drinkwater noodzakelijk.
Vaak is het verschil tussen man en vrouw niet te zien, alleen bij de wildkleur is er nog enigzins onderscheidt.