Bevrijding
Onbegrepen loop ik rond, als een mismaakte mislukkeling op
een nietige planeet. Verkeerd, zo word ik beschouwd. Abnormaal. Lieve God, ik
smeek u: Laat me niet langer lijden.
Een keer. Een misdaad om het brandend verlangen te blussen. De zwarte sluier
van de nacht was een onbekende getuige. Daar stond hij, knapper dan ooit
tevoren. Hij lokte me het steegje in, haalde me met zijn ongelooflijke charme
binnen. Wat ontblote lichaamsdelen niet allemaal konden teweegbrengen. De
onbekende armen hielden me vast, gaven me een thuis die ik nooit had gehad. Het
was goed zo. Niemand zou erachter komen. Vingers speelden met mijn haren.
Niemand zou het ooit weten. Waarom dan die tranen? Ik wist het niet. Genot komt
nooit alleen.
De man leek vriendelijk, deed me aan
iemand denken. Als een stukje wazig verleden zat hij daar in zijn werkkamer.
Ouderwets ledikant, sober ingericht. Met een zachte glimlach stelde de
opperpriester me gerust. Ik kan je helpen, Bram. Zijn bureaustoel kreunde toen hij zich naar
me toeboog. Ogen vertelden meer dan woorden. Hij zou me helpen. Vertrouwen
groeide. Op een meelevende toon ging hij verder: Alles kan genezen worden. Het
is Gods wil. Hij waakt over ons en houdt ons puur van geest.
De Verlosser gaf me de liefde die ik altijd had gewild. Hij die ik niet
eens kende. Straks was het voorbij, had hij beloofd. Geen gespot meer, geen
schuldgevoel. Een keer en alles was voorbij. Een kreun ontsnapte me toen hij
bij me binnendrong. Pijn is slechts een illusie. Met een licht kusje op mijn
voorhoofd stelde hij me gerust. Straks zou alles voorbij zijn.
Starend naar het computerscherm probeerde
ik de informatie op te slaan. Dit was mijn redding. Het einde van mijn
innerlijke strijd. Met een druk op de knop printte ik de mail af. Nog even en
jaren vol verwarring maakten plaats voor verlichting. Genezing.
Het voelde goed achter een eindje. Je moest er alleen aan wennen. Pijn en
genot stonden dicht bij elkaar. Nu was het zijn beurt om te kreunen, een teken
van lichamelijke voldoening. Zijn lid was groot, mijn aars niet gemaakt voor
dit soort praktijken. Abnormaal, zoals ik al zei. Een keer en dan niets meer.
Ik voelde hoe zijn spieren zich op -en
ontspanden in een soort van ritmische cyclus. Hij genoot, en ik genoot met hem
mee.
Hij was ontzettend knap. Hij die bekend
stond als de Verlosser. Ik had hem leren kennen na de eerste ceremonie, toen
Joris me aan hem had voorgesteld. Hij, zei Joris, kon me helpen. Joris was de
man van de advertentie. De priester die ik na het lezen van de mail had
opgezocht. Niet dat ik zo gelovig was, maar dit moest gewoon stoppen. De Verlosser was mijn finale bestemming, had
hij gezegd. De oplossing voor mijn probleem. Zijn gespierde armen vormden het
sekteteken als bewijs voor zijn reputatie.
Het hoogtepunt werd bijna bereikt. Ik voelde hem trillen als een rietje. De
bewegingen werden heftiger, het gekreun eveneens. De Verlosser werd verlost en
een laatste kreun doorbrak de nachtelijke stilte. Gehijg. Het was eindelijk
voorbij. Koude rillingen namen me in hun greep toen hij zich terugtrok en met
een laatste inspanning draaide hij me om. Met het knappe gezicht van een
ervaren meester staarde hij me aan. Bedankt. Een woord vol liefde deed me
zweven. Ik lachte. Het maanlicht gaf zijn borst een zilveren gloed. Ik wist wat er nu ging gebeuren, en het
verlangen werd groter. Verlichting. Hij stond recht en veegde de laatste
plakkerige resten af aan een zakdoek. Het zaad van een nieuw leven. Voor mij en
voor hem. Ik krabbelde recht als voorbereiding voor mijn deel van de
bevrijding. Mijn spieren voelden aan alsof ik net een marathon had gelopen.
Trillend bracht ik mijn hand naar mijn lid, de erectie aanwakkerend. Al
masturberend zou aan dit alles een einde komen. Genot welde in me op en toen
was het er: mijn deel van het verlossende zaad. Ik zakte in elkaar en gaf me
over aan de trillingen. Om wat tot rust te komen legde ik mijn wang tegen de koele
kasseistenen. Bedankt, klonk het weer. Het enige woord dat ik ooit van hem
had gehoord. Ik ging op mijn rug liggen. De sterren aan de hemel waren getuige
van het einde der lijden. Niemand zou het weten, zou me ooit vinden. Een scherp
geluid klonk toen de Verlosser zijn ultieme taak inleidde met het trekken van een
dolk. Dood bracht leven. Ik verwelkom u, Heer, Verlosser der mensheid. In uw
Rijk zal ik normaal zijn. Een snelle beweging, helende pijn en toen niets meer.
O ja, het is
gemakkelijk te zeggen: Ik val op mannen, voor een vrouw althans. Wanneer het
geheel echter wordt opgesmukt met een homoseksueel tintje, dan barst de hel
los.
Black Writer xoxo
|