 |
 |
. |
Mijn totem is een wasbeer, ik ga dit jaar iedereen proberen helpen. |
 |
 |
Mijn totem is een schaap, ik ga dit jaar proberen om geen ruzie te maken. |
|
 |
 |
Mijn totem is stokstaartje, ik ga dit jaar proberen om goed samen te werken in mijn groep. |
|
 |
 |
|
|
 |
 |
|
|
 |
 |
|
Mijn totem is een |
 |
 |
Mijn totem is een wasbeer, ik ga dit jaar proberen om vriend te zijn met iedereen. |
Mijn totem is een oerang-oetang, ik ga dit jaar proberen om lief te zijn voor iedereen. |
 |
 |
Mijn totem is een tuimelaar, ik ga dit jaar proberen om vriendelijk te blijven tijdens het spel. |
Mijn totem is een neushoorn, ik ga dit jaar proberen om elkaar te helpen. |
 |
 |
Mijn totem is een stokstaartje, ik ga dit jaar proberen om ruzies uit te praten. |
Mijn totem is een wasbeer, ik ga dit jaar proberen om rustig te blijven op de speelplaats. |
 |
|
|
|