Op
de eerste plaats is er natuurlijk de relatie tussen de dollar en het
goud. Een sterke dollar duwt traditioneel de goudprijs naar omlaag, het
omgekeerde is uiteraard ook het geval. De dollar heeft één van zijn
steunpilaren echter zien wankelen en dat is meer bepaald de verwachting
van hogere rentevoeten. Janet Yellen van de Amerikaanse centrale bank
had namelijk een verdere rentestijging in het vooruitzicht gesteld, maar
de vraag is of ze die belofte ook daadwerkelijk hard kan maken. De
werkloosheidscijfers voor de VS wat betreft de maand mei voorspellen in
ieder geval weinig goeds.
Een
tweede reden voor de goede prestaties van het goud is natuurlijk de
traditionele lokroep van het goud als veilige vluchthaven. Die lokroep
komt overigens niet alleen van de goudmarkt, ook zilver bijvoorbeeld
geldt traditioneel als veilige vluchthaven. Aan problemen in de wereld
is namelijk geen gebrek en dat beseffen de beleggers waarschijnlijk als
geen ander. Een probleem dat vaak onderschat wordt, is dat van de
problematische situatie waarin de banken in zowel Europa als de VS zich
bevinden.
De
negatieve rentevoeten mogen we uiteraard niet over het hoofd zien. Die
negatieve rentevoeten moedigen een belegging in goud aan, want het wordt
aantrekkelijker om goud aan te houden wanneer er eventueel betaald moet
worden om in vastrentende waarden te beleggen.
Tenslottte
heeft de combinatie van bovenstaande factoren geleid tot een sterk
gestegen vraag naar goud, onder andere ook vanwege de gold
exchange-traded funds (ETFs) die een stijging van de vraag met ongeveer
een kwart lieten optekenen. De 4 factoren in kwestie gelden nog steeds,
zodat een verdere stijging van de goudprijs in de lijn van de
verwachtingen liggen.